Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
- de bewezenverklaring van feit 2 in zaak A;
- de kwalificatie van de zaken B en C;
- de strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte;
- de strafoplegging en de motivering daarvan en
- de beslissing op de vordering van de benadeelde partij in zaak A en de daarmee samenhangende schadevergoedingsmaatregel.
3.3.2 Bewijsmotivering, en
4. Kwalificatie en strafbaarheid van de feitenen
5. Strafbaarheid van de verdachte
Partiële vrijspraak zaak A feit 2
Bewezenverklaring zaak A feit 2
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en maatregel
ex nuncmoet worden beoordeeld. Het gaat er bij het opleggen van straf of maatregel aan deze verdachten namelijk om of er op het moment van oplegging redenen zijn om een pedagogische insteek te kiezen (het jeugdsanctierecht) of een andere (meer punitieve) insteek die doorgaans voor volwassenen wordt gehanteerd. Dit kan betekenen dat in de rechtbankfase een andere weging plaatsvindt dan bij het hof, niet in de laatste plaats omdat recente ontwikkelingen in het leven van de verdachte – waarover in de fase van het hoger beroep ook nog nieuwe rapporten kunnen worden opgemaakt, zoals in de onderhavige zaak het geval is - daarbij een rol spelen.
Vordering tenuitvoerlegging
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 1] ( zaak A feit 1)
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
22 (tweeëntwintig) maanden.
9 (negen) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd.
DADELIJK UITVOERBAARzijn.
€ 21.402,75 (eenentwintigduizend vierhonderdtwee euro en vijfenzeventig cent) bestaande uit € 12.027,75 (twaalfduizend zevenentwintig euro en vijfenzeventig cent) materiële schade en € 9.375,00 (negenduizend driehonderdvijfenzeventig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.