Op 19 maart 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 20 april 2023 was gewezen. De zaak betreft twee woningovervallen waarbij de verdachte, geboren in 1992 en thans gedetineerd, was veroordeeld. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van acht jaren geëist, maar het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd en een gevangenisstraf van zes jaren opgelegd. Het hof heeft daarbij overwogen dat de persoonlijke omstandigheden van de verdachte geen aanleiding geven om van de oriëntatiepunten voor straftoemeting af te wijken. Deze punten geven voor woningovervallen met licht geweld een uitgangspunt van drie jaren gevangenisstraf. Het hof heeft ook de voorwaardelijke verzoeken van de verdediging afgewezen, waaronder het horen van vier politieambtenaren als getuigen en het voorleggen van een scenario aan het Nederlands Forensisch Instituut. Het hof oordeelde dat het dossier en het verhandelde ter zitting voldoende informatie boden voor een eerlijke procesgang, zoals gewaarborgd door artikel 6 van het EVRM. De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige strafkamer, waarbij twee rechters buiten staat waren om het arrest mede te ondertekenen.