Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[A.] BEHEER B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
4.Beoordeling
vordering 1);
- ‘verborgen provisies’ (vordering 2):€ 154.108;
- teveel betaalde rente onder de renteswaps(
vordering 3): steeds eventueel te verminderen met het bedrag van vordering 2 voor zover dat wordt toegewezen:
vordering 4: € 8.061) en de juridische kosten (kosten ter vaststelling van de schade,
vordering 5).
(vordering 6) en veroordeling van ABN AMRO overeenkomstig de primaire vorderingen 2 tot en met 5 inzake ongedaanmakingsverplichtingen en/of kosten (
vordering 7).
vordering 8), een verklaring voor recht dat zij de renteswaps rechtsgeldig hebben vernietigd, althans alsnog te bepalen dat de renteswaps zijn vernietigd (
vordering 9) en veroordeling van ABN AMRO overeenkomstig de primaire vorderingen 2 tot en met 5 inzake ongedaanmakingsverplichtingen en/of schadevergoeding en/of kosten (
vordering 10).
vordering11) en veroordeling van ABN AMRO overeenkomstig de vorderingen 2 tot en met 5 inzake kosten en/of schade (
vordering 12).
vordering 13) en veroordeling van ABN AMRO overeenkomstig de vorderingen 2 tot en met 5 inzake kosten en/of schade (
vordering 14).
vordering15) en veroordeling van ABN AMRO overeenkomstig de vorderingen 2 tot en met 5 inzake kosten en/of schade (
vordering 16).
het renterisico op de leningen zal worden afgedekt middels een renteswap’. [appellanten] hebben deze voorwaarde aanvaard. Vaststaat daarmee dat er een renteswap moest komen bij het aangaan van kredietovereenkomst 3. Dit staat reeds in de weg aan toewijsbaarheid van vordering 3 voor zover deze ziet op renteswap 3. Dit staat eveneens in de weg aan het honoreren van het verwijt dat [appellanten] ABN AMRO maken ter zake van het niet meedelen van de door hen gestelde en door ABN AMRO betwiste positieve marktwaarde van renteswap 2. Anders dan [appellanten] veronderstellen, konden zij vanwege deze aan het afsluiten van kredietovereenkomst 3 verbonden voorwaarde om een renteswap af te sluiten, het renterisico van dat krediet niet afdekken met een uit de positieve waarde van de tussentijds beëindigde renteswap aan te schaffen rentecap.
De rente blijft laag en we betalen ons scheel.’). In de schriftelijke verklaring van [A.] staat voorts:
forward starting) en 10 (portefeuillehedge) voor hen daadwerkelijk van belang waren. Zonder voldoende toelichting, die ontbreekt, valt ook niet in te zien dat [appellanten] hier daadwerkelijk nadeel van hebben gehad of dat zij daadwerkelijk enig reëel risico liepen hier last van te krijgen. ABN AMRO heeft [appellanten] voorts in de kredietovereenkomsten voldoende duidelijk medegedeeld dat zij bevoegd was de opslagen te verhogen en dat dit zou doorwerken in het tarief van de renteswap.