Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
BP Oil International Limited General Terms and Conditions for Sales and Purchases of Petroleum Crude Oil and Petroleum Products (2015 Edition) Version 1.1’ (hierna: GTC) bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende:
Dutch Double Counting Certificates.
London Court of International Arbitrationtegen BioMCN gestart. Partijen zijn vervolgens op 10 juli 2020 een
Standstill Agreementovereengekomen.
Standstill Agreementvan 10 juli 2020 zijn partijen het volgende, voor zover hier van belang, overeengekomen:
Standstill Agreementovereengekomen, waarmee de arbitrageprocedure eenstemmig werd beëindigd. Het addendum bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende;
GOVERINING LAW AND DISPUTE RESOLUTION SUPPLY AGREEMENTS
€ 4.529.726,82 aan biopremium aan STR te betalen, zijnde het verschil tussen de met BioMCN overeengekomen prijs voor de dubbeltellende bio-methanol en de prijs die voor gewone methanol wordt betaald. Als bijlage bevatte deze brief de volgende tabel:
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
This means that is crystal clear that BioMethanol produced from gas coming from the grid will not give any HBE in NL." (zie onder 3.9). Hieruit volgt al dat bij STR voordat de NEa een formeel besluit nam ermee bekend was, althans daarover voldoende zekerheid had, dat het product (in haar ogen) niet voldeed aan de overeenkomst. Ruim voor die formele bevestiging door de NEa ontstond daarom voor haar de plicht daarvan kennis te geven aan BioMCN. BioMCN had er ook belang bij dit te weten voordat de NEa dit formeel zou besluiten, niet alleen om haar positie richting de NEa te bepalen, maar ook om zich te beraden over de gevolgen voor de lopende overeenkomst met STR.
regulatory advisorvoor Shell NL en in die hoedanigheid, als contactpersoon voor Dekra en de NEa en [naam 3] als
senior trader) en zich geen bericht van 3 september 2019 van Dekra over het product herinneren. [naam 5] heeft verklaard dat zij haar inbox heeft doorzocht en een dergelijk bericht niet heeft gevonden, terwijl als Dekra een bericht met betrekking tot het product zou hebben gestuurd, Dekra dit aan haar als contactpersoon zou hebben gestuurd. [naam 3] heeft verklaard dat zij op 3 september 2019 geen bericht van Dekra over het product heeft ontvangen en geen interne communicatie daarover heeft gezien. Beiden hebben verklaard dat als STR op 3 september 2019 al signalen zou hebben ontvangen dat het product niet voldeed, er nadere actie zou zijn ondernomen. STR heeft voorts een e-mail overgelegd van [naam 6] van Dekra aan [naam 5] van 10 januari 2020, waarin deze onder meer schrijft “
Please be informed that I learned recently that Bio-MTBE produced from biomethanol produced from biomethane, will NOT be eligible for booking into the REV(…)” Ook heeft STR een verslag van een interview op 13 november 2020 overgelegd, waarbij [naam 1] en [naam 5] (met vermelding “Shell”) aanwezig waren en twee functionarissen van de NEa. In dit verslag staat als vraag van de NEa (C.2.h) “
On September 3, 2019, Dekra announced that the MTBE cannot be booked without a biocomponent. What did you do with this information?”, waarna staat vermeld “
It did not ring a bell, to the knowledge of Sarah the first communications were in Jan 2020.”
Standstill Agreementvan 10 juli 2020 (zie 3.19) dat de vorderingen van STR niet meer kunnen vervallen door een gebeurtenis vanaf 9 april 2020 indien die vorderingen niet reeds voordien zijn vervallen. Deze overweging, gelezen in samenhang met de overige bepalingen van de
Standstill Agreementbrengt mee dat de vorderingen van STR niet kunnen vervallen louter als gevolg van het
ab initiovan toepassing worden van het Nederlands recht. Partijen zijn dit immers pas na 9 april 2020 overeengekomen, aldus STR. Dit betoog treft geen doel. In de overweging D van de
Standstill Agreementvan 10 juli 2020 zijn partijen overeengekomen dat de vorderingen van STR ‘
have definitely not become time-barred from 9 April 2020’.In het addendum van 11 augustus 2020 (zie 3.20) zijn zij overeengekomen ‘
that the Supply Agreements (ab initio) and the disputes in connection with the Supply Agreements are governed by the law of the Netherlands’.Een
time barals waar de agreement van 10 juli 2020 op ziet, is een andere rechtsfiguur dan de klachtplicht van artikel 7:23 BW. Voorts is de ongeclausuleerde rechtskeuze in het addendum voor Nederlands recht bezwaarlijk anders te begrijpen dan dat het Nederlands recht in volle omvang op het geschil van toepassing wordt verklaard. Argumenten dat deze rechtskeuze anders moet worden uitgelegd, heeft STR niet gegeven. Dat zij voor 10 juli 2020 niet kon weten dat Nederlands recht van toepassing zou zijn, geldt voor meer bijzonderheden van het Nederlands recht. Indien zij in het kader van de rechtskeuze beperkingen had willen aanbrengen, had het op haar weg gelegen deze met zo veel woorden te bedingen. Voor zover de wettelijke klachtplicht van artikel 7:23 BW van toepassing is, zijn vorderingen van voor 9 april 2020 daarvan niet uitgezonderd.
meeting with IMPCA and Pernis specifications,en vergezeld van een
Proof of Sustainability(PoS) en
DECRA Dutch Double Counting Certification. De overeenkomst bevatte daarnaast de
Shell 2018 RED Clause(hierna: de RED-bepaling), een
boilerplate-bepaling, waarover tussen partijen niet specifiek is onderhandeld. De bepaling bevat een onderdeel dat betrekking heeft op de Nederlandse situatie, waarin is vastgelegd dat de verkoper
shall ensure at the time of title transfer, that the product is eligible for extra incentivesop grond van de dan geldende wet- en regelgeving, en (in een afzonderlijke bepaling) dat de verkoper de daartoe benodigde documenten diende te verstrekken.
together with any applicable supplementary or amending directives, orders, legislation and/or regulations issued” ook zou zien op dergelijke beslissingen.