Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
de verwijzing en medische verklaring van het (Nederlandse) genderteam, dat u geïndiceerd bent voor de genderbevestigende behandeling. Het genderteam voor elektrische epilatie en de reallife experience fase bestaat uit een psycholoog/psychiater en een endocrinoloog.”
“I’ve made the 2 referrals. Yuu can pick them up.”
- een verwijzing van de hoofdbehandelaar van het (…) multidisciplinair genderteam. Een verwijzing van de huisarts is in deze situatie niet voldoende.
- een medische verklaring van het multidisciplinair genderteam, dat u geïndiceerd bent voor genderchirurgie. Het multidisciplinair genderteam bestaat uit een psycholoog/psychiater, een endocrinoloog en een (plastische) chirurg. Met hierin de conclusie van het besluit vanuit het Multi Disciplinair Overleg (MDO) en wie er aan dat MDO hebben deelgenomen.
- een positief advies voor uw aangevraagde operatie van de hoofdbehandelaar van het multidisciplinair genderteam;
- is er sprake van een aangetoonde passabiliteitsstoornis? Graag ontvangen wij een nadere toelichting waaruit een eventueel passabiliteitsprobleem blijkt, wat daar het meest aan bijdraagt en waarom.
- scherpe en voldoende belichte (digitale) foto’s van de voor- en zijkant van uw gezicht. Hierop moet ook duidelijk de adamsappel te zien zijn. Ik raad u aan om de foto’s zelf te maken. Uw arts rekent meestal kosten voor medische foto’s. Deze kosten betalen wij niet.”
4.Beoordeling
ex nunc). Dat betekent dat het hof ook
ex nuncdient te onderzoeken of [appellante] in hoger beroep (nog) voldoende spoedeisend belang bij haar vorderingen heeft. Het hof beantwoordt die vraag ontkennend, om de hierna te noemen redenen.
NJ2000/489). Naar het oordeel van het hof is niet aan deze vereisten voldaan. Ten eerste heeft Zilveren Kruis het bestaan van de vordering uitgebreid en gemotiveerd betwist op grond van (onder meer) een uitleg van het plegen-te-biedencriterium en daarbij verwezen naar recente rechtspraak van de Hoge Raad (HR 27 januari 2023,
ECLI:NL:HR:2023:95) en recente publicaties van het Zorginstituut Nederland (waaronder het document
Pakketbeheer in de Praktijkvan 20 maart 2023). Ten tweede heeft [appellante] onvoldoende aannemelijk gemaakt dat een onmiddellijke voorziening is vereist uit hoofde van onverwijlde spoed. [appellante] stelt weliswaar dat zij de zorg heeft bekostigd met geleend geld en dat vrienden, familie en deurwaarders bij haar op de stoep zullen staan als dit jaren voortsleept, maar zij heeft niet toegelicht of, en zo ja welke, afspraken zijn gemaakt over de terugbetaling en welke termijnen daaraan zijn gekoppeld. Aldus is niet gebleken van een terugbetalingsverplichting waarmee een spoedeisend belang gemoeid is.
NJ2019/130). Daartoe moet hij onderzoeken of de vordering die in eerste aanleg ter beoordeling voorlag, terecht is toe- of afgewezen, met inachtneming van het in appel gevoerde debat en naar de toestand zoals die zich voordoet ten tijde van zijn beslissing in hoger beroep (afgezien van de omstandigheid dat het spoedeisend belang inmiddels is komen te vervallen).