Uitspraak
Procesgang
Onderzoek van de zaak
1. Betrokkene heeft geen grieven ten aanzien van de vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel zoals is berekend en onderbouwd in de conclusie van de Advocaat-generaal van 11 januari 2024 (bijlage 1), noch tegen de in die conclusie opgenomen betalingsverplichting;
2. Het OM merkt op dat bij nadere bestudering van het arrest van het Hof in de strafzaak is gebleken dat de twee boten ook verbeurd verklaard zijn. Na aftrek van kosten is de overgebleven waarde na verkoop van de boten € 18.708,53. Dit bedrag dient dus nog in mindering te worden gebracht op het terug te betalen bedrag;
3. Het Hof wordt daarom verzocht het wederrechtelijk verkregen voordeel vast te stellen op
4. Het Hof wordt tevens verzocht de gijzeling te bepalen op 1 dag. Dit is tussen betrokkene, zijn raadsman en het OM afgesproken in verband met de fysieke toestand van betrokkene, zoals door de verdediging aan uw Hof en aan het OM is bekend gemaakt middels schriftelijke stukken en mondeling ter terechtzitting van 16 januari 2024;
5. Het onder betrokkene gelegde en eventueel nog te leggen beslag wordt gebruikt om de betalingsverplichting te voldoen;
6. Het OM merkt op dat in deze zaak conservatoir beslag is gelegd op:
7. Betrokkene en zijn raadsman en de advocaat-generaal maken deze afspraken bekend maken aan het hof; Zij geven daarbij aan dat zij geen behoefte hebben aan een inhoudelijke behandeling van de feiten;
en de advocaat-generaal leggen bij deze vast dat in het geval het hof overweegt een hogere betalingsverplichting of een langduriger gijzeling op te leggen, ieder der partijen het hof kan verzoeken alsnog over te gaan tot volledige inhoudelijke behandeling van deze ontnemingszaak;
9. Deze procesafspraken zijn volgens betrokkene en zijn raadsman en volgens het OM in overeenstemming met het recht op een eerlijk proces, als bedoeld in artikel 6 EVRM, nu de afspraken in openheid en transparant zijn besproken tussen partijen, zoals de Hoge Raad bij arrest van 27 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1252, heeft overwogen dat als waarborg van belang is.”
Vonnis waarvan beroep
Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Verplichting tot betaling aan de Staat
Vaststelling van de duur van de gijzeling
Toepasselijk wettelijk voorschrift
BESLISSING
773.176,00 (zevenhonderddrieënzeventigduizend honderdzesenzeventig euro).
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 683.175,00 (zeshonderddrieëntachtigduizend honderdvijfenzeventig euro).