Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
(i) [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling aan Riedel van een bedrag van € 84.183,33, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 12 augustus 2021;
(ii) [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling aan Riedel van een bedrag van € 63.023,26, vermeerderd met de wettelijke handelsrente vanaf 1 juli 2022;
(iii) [geïntimeerde] zal veroordelen in de proceskosten in beide instanties, vermeerderd met de wettelijke rente en de nakosten indien betekening van het arrest plaatsvindt;
(iv) [geïntimeerde] zal veroordelen tot betaling aan Riedel van een bedrag van € 2.464,70 aan door Riedel gemaakte kosten voor de conservatoire beslagen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de datum van dagvaarding;
(v) [geïntimeerde] zal veroordelen in de nakosten.
Riedel heeft daarnaast gevorderd om de reconventionele vorderingen van [geïntimeerde] in eerste aanleg af te wijzen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in beide instanties.
3.Feiten
grief 1heeft Riedel betoogd dat deze feiten onvolledig zijn en daarmee een onjuist beeld schetsen. Voor zover van belang zal het hof met de grief hierna rekening houden. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten, komen de feiten neer op het volgende.
] kunnen bestaan uit het bij de bevoegde civiele rechter aanhangig maken van een kort geding dan wel een bij de raad van bestuur van de Autoriteit Consument & Markt (‘ACM’) in te dienen klacht met daaraan gekoppeld een verzoek tot het nemen van voorlopige maatregelen. (…)
i) Rechtsmaatregelen in kort geding bij de civiele rechter of de ACM leidt wel tot level playing field (i.e. toegang tot de markt) aanvullend verschuldigde fee€ 75.000ii) Rechtsmaatregelen in kort geding bij de civiele rechter of de ACM sorteertniethet gewenste effect, i.e. géén level playing field- aanvullende fee bovenop bureaukosten / kosten opstellen
(…) Het in de vorige alinea vermelde bedrag vormt naar mijn oordeel een bijzonder bescheiden dekking van de door ons kantoor aan het project Pluto bestede (en nog te besteden), maar niet in rekening gebrachte (en te brengen) tijd (…)”. Riedel heeft dit aanbod niet aanvaard. Het pro forma ingestelde hoger beroep tegen de uitspraak is later door Riedel ingetrokken.