ECLI:NL:GHAMS:2024:3706
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep tegen vonnis rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 15 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 30 oktober 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1956, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank, maar heeft tijdens de zitting op 15 november 2024 laten weten geen grieven meer te hebben tegen het vonnis. De raadsman van de verdachte heeft dit bevestigd in een e-mailbericht op 8 november 2024 en ter terechtzitting. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat zou pleiten voor nader onderzoek in de zaak. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de uitspraak op de openbare terechtzitting is gedaan.