ECLI:NL:GHAMS:2024:3705

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 november 2024
Publicatiedatum
12 februari 2025
Zaaknummer
23-001973-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep tegen vonnis rechtbank Amsterdam

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 november 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam, dat op 8 juli 2022 was gewezen. De verdachte, geboren in 1986 en gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis. Tijdens de zitting op 12 november 2024 heeft de raadsman van de verdachte aangegeven dat er geen grieven meer zijn tegen het vonnis van de rechtbank. De advocaat-generaal heeft verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een nader onderzoek rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en het arrest is uitgesproken tijdens de openbare zitting op dezelfde dag.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001973-22
datum uitspraak: 12 november 2024
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Amsterdam van 8 juli 2022 in de strafzaak onder parketnummer 13-997000-20 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
gedetineerd in de [detentieadres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 november 2024.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, ertoe strekkende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

De raadsman van de verdachte heeft bij e-mailbericht van 22 oktober 2024 en ter terechtzitting in hoger beroep op 12 november 2024 te kennen gegeven dat de verdachte niet langer grieven heeft tegen het vonnis van de rechtbank van 8 juli 2022. Nu het hof niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, zal de verdachte gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M. Iedema, mr. M.L. Leenaers en mr. J. Piena, in tegenwoordigheid van mr. R.M. ter Horst, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 12 november 2024.