ECLI:NL:GHAMS:2024:3438

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
17 december 2024
Publicatiedatum
17 december 2024
Zaaknummer
200.344.713/01 OK
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Ondernemingsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot enquête en vertegenwoordiging binnen de stichting in het kader van een geschil tussen broers over het beleid van Montagne Development B.V.

In deze zaak heeft de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam op 17 december 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Stichting Administratiekantoor Montagne (STAK) en de besloten vennootschap Montagne Development B.V. Het geschil ontstond naar aanleiding van een verzoekschrift van STAK, vertegenwoordigd door [C], dat op 14 augustus 2024 was ingediend. STAK verzocht om een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Montagne Development over de periode vanaf 13 december 2022, alsook om onmiddellijke voorzieningen, waaronder de schorsing van [D] als bestuurder van Montagne Development.

De mondelinge behandeling was aanvankelijk gepland op 5 september 2024, maar werd verplaatst naar 24 oktober 2024. Tijdens deze zitting hebben de advocaten van de betrokken partijen hun standpunten toegelicht. STAK trok op 3 oktober 2024 het verzoekschrift in, maar Montagne Development en de andere belanghebbenden hebben de bevoegdheid van [C] om namens STAK het verzoek in te dienen betwist. De Ondernemingskamer oordeelde dat STAK niet ontvankelijk was in het verzoek, omdat [C] niet bevoegd was om STAK te vertegenwoordigen. De Ondernemingskamer concludeerde dat de vertegenwoordiging van STAK volgens de statuten diende te geschieden door het bestuur of door twee van de drie bestuurders gezamenlijk.

De Ondernemingskamer heeft ook de zelfstandige tegenverzoeken van Montagne Development beoordeeld, maar heeft geen rechtsgrond gevonden voor de verzoeken van Montagne Development. Uiteindelijk heeft de Ondernemingskamer STAK niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek en de overige verzoeken afgewezen.

Uitspraak

beschikking
___________________________________________________________________
GERECHTSHOF AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
zaaknummer: 200.344.713/01 OK
beschikking van de Ondernemingskamer van 17 december 2024
inzake
de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR MONTAGNE
gevestigd te Den Haag,
VERZOEKSTER,
advocaten:
mrs. E.E.U. Vroom, M.F. van Schendel en K.H.M. de Roote Amsterdam,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MONTAGNE DEVELOPMENT B.V.,
gevestigd te Den Haag,
VERWEERSTER,
advocaat:
mr. M.C. Schepelte Den Haag,
e n t e g e n
1. de stichting
STICHTING ADMINISTRATIEKANTOOR MONTAGNE,
gevestigd te Den Haag,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. M.J. Dropte Amsterdam,

2 [A] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. J.W.C. Berkte Amsterdam
,

3 [B] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. B. Stuivingate Warmond
,

4 [C] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaten:
mrs. E.E.U. Vroom, M.F. van Schendel en K.H.M. de Roote Amsterdam,

5 [D] ,

wonende te [....] ,
BELANGHEBBENDE,
advocaat:
mr. L.V. van der Gunte Den Haag.
Hierna zullen partijen en andere (rechts)personen (ook) als volgt worden aangeduid:
  • verzoekster als STAK;
  • verweerster als Montagne Development;
  • belanghebbenden sub 1 tot en met 5 als STAK, [A] , [B] , [C] en [D] .

1.Het verloop van het geding

1.1
STAK, vertegenwoordigd door [C] , heeft bij verzoekschrift van 14 augustus 2024 de Ondernemingskamer verzocht, samengevat,
een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Montagne Development over de periode vanaf 13 december 2022;
als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure
a. [D] te schorsen als bestuurder van Montagne Development;
b. een bestuurder van Montagne Development te benoemen aan wie, in het geval [D] aanblijft als bestuurder, voor zover nodig in afwijking van de statuten een doorslaggevende stem toekomt en die zelfstandig bevoegd is Montagne Development te vertegenwoordigen en zonder wie Montagne Development niet vertegenwoordigd kan worden;
c. of een andere voorziening te treffen die de Ondernemingskamer juist acht;
3. Montagne Development te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.2
Nadat de mondelinge behandeling in deze zaak eerst was gepland op 5 september 2024, is de mondelinge behandeling verplaatst naar de zitting van 24 oktober 2024 nadat Montagne Development had toegezegd dat zij geen (onomkeerbare) rechtshandelingen zal verrichten met betrekking tot de exploitatie van Dikker & Thijs gedurende de looptijd van de onderhavige procedure.
1.3
Bij brief van 3 oktober 2024 heeft mr. Drop namens STAK het in 1.1 genoemde verzoekschrift ingetrokken, nadat het bestuur van STAK in haar vergadering van 2 oktober 2024 had besloten het door [C] namens STAK ingediende verzoek in te trekken. [A] en [B] hebben voor intrekking van het verzoek gestemd, terwijl [C] niet op de vergadering van het bestuur van 2 oktober 2024 is verschenen. Subsidiair heeft STAK verzocht om een termijn voor het indienen van een verweerschrift. Bij brief van mr. De Roo van 7 oktober 2024 heeft [C] namens STAK beargumenteerd waarom hij namens STAK het verzoek heeft kunnen doen.
1.4
Montagne Development heeft bij verweerschrift, tevens houdende zelfstandige tegenverzoeken, van 3 oktober 2024 de Ondernemingskamer verzocht:
- [C] /STAK niet ontvankelijk te verklaren dan wel het verzoek van [C] /STAK af te wijzen;
- Montagne Development onmiddellijk te ontheffen van gebondenheid aan de in 1.2 bedoelde toezegging;
- op voet van art. 28 lid 1 onder b Rv te bepalen dat het aan partijen verboden is aan derden mededelingen te doen omtrent gegevens die in het kader van de onderhavige procedure in het geding zijn gebracht;
- bij afwijzing van het verzoek te bepalen dat het verzoek niet op een redelijke grond is gedaan en [C] /STAK te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.5
[A] , [B] en [D] hebben bij verweerschriften van 3 oktober 2024 de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van [C] althans STAK niet ontvankelijk te verklaren, althans het verzoek af te wijzen en [C] /STAK te veroordelen in de kosten van de procedure.
1.6
STAK, vertegenwoordigd door [C] , heeft bij verweerschrift van 24 oktober 2024 verzocht de zelfstandige tegenverzoeken van Montagne Development af te wijzen.
1.7
De verzoeken zijn behandeld op de zitting van de Ondernemingskamer van 24 oktober 2024. De advocaten hebben toen de standpunten van de verschillende partijen toegelicht aan de hand van overgelegde aantekeningen en onder overlegging van tevoren toegestuurde nadere productie(s). Partijen en hun advocaten hebben vragen van de Ondernemingskamer beantwoord en inlichtingen verstrekt.

2.Inleiding en feiten

2.1
[A] , [B] en [C] zijn broers (hierna gezamenlijk ook: de broers). [D] is een zoon van [A] .
2.2
[A] , [B] en [C] en hun kinderen beschikken gezamenlijk over een aanzienlijk vermogen, dat is ondergebracht in een complexe (internationale) structuur. Het vermogen bestaat uit vastgoed in Nederland en in de Verenigde Staten en uit overige investeringen (waaronder deelnemingen in andere bedrijven en private equity fondsen). Tussen de broers speelt een langlopend conflict. In een vaststellingsovereenkomst van 13 december 2022 (hierna: de VSO) hebben de broers afgesproken dat de belangen van de broers en hun kinderen zoveel mogelijk in gelijke delen zullen worden gesplitst. [D] is door de broers tot 1 januari 2025 gemachtigd om voor uitvoering van de VSO te zorgen.
2.3
De broers zijn commanditaire vennoten van de commanditaire vennootschap Montagne CV. Beherend vennoot van Montagne CV is Montagne Development. Recent is [D] benoemd tot bestuurder van Montagne Development. Montagne CV en Montagne Development zijn, evenals [A] , [B] en [C] (en anderen), partij bij de VSO. STAK is enig aandeelhouder van Montagne Development. De broers zijn de bestuurders van STAK. Op grond van art. 12 lid 1 van de statuten wordt STAK door haar bestuur of door twee van de drie bestuurders gezamenlijk vertegenwoordigd. De door STAK uitgegeven certificaten (van aandelen) worden gehouden door Montagne Holding B.V. De aandelen in Montagne Holding worden gehouden door Stichting Haagse Hopjes (voor minder dan 1%) en Stichting Administratiekantoor Montagne Holding (hierna: STAK Holding) (voor meer dan 99%). [E] houdt de door STAK Holding en Stichting Haagse Hopjes uitgegeven certificaten (van aandelen). Het overgrote deel van de winsten van Montagne Development (dat ook gerechtigd is tot 10% van het vermogen van Montagne CV) wordt op basis van een winstdelende leningsovereenkomst met Montagne Holding op het niveau van Montagne Holding uitgekeerd aan [A] , [B] en [C] .
2.4
Montagne CV is eigenaar van de onroerende zaken in Amsterdam aan de Leidsestraat 82 en 84, hoek Prinsengracht 444 en 442 en Prinsengracht 438. In deze onroerende zaken is onder andere hotel Dikker & Thijs gevestigd. Montagne Development beheert de onroerende zaken van Montagne CV. Met betrekking tot Dikker & Thijs vermeldt de VSO dat [A] , [B] en [C] , als commanditaire vennoten van Montagne CV, Montagne Development toestemming verlenen de onroerende zaken waarin het hotel is gevestigd te koop aan te bieden voor een in de VSO overeengekomen minimale koopprijs en dat na verkoop van Dikker & Thijs de opbrengst en de overige vermogensbestanddelen van Montagne CV zullen worden verdeeld onder de commanditaire vennoten.
2.5
[C] meent dat sprake is van gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken bij Montagne Development omdat met een potentiële koper van hotel Dikker & Thijs niet over een mogelijke verkoop van hotel Dikker & Thijs is onderhandeld en omdat Montagne Development de huurovereenkomst met betrekking tot hotel Dikker & Thijs heeft opgezegd. Voorts meent [C] dat sprake is van gegronde redenen voor twijfel aan een juist beleid en een juiste gang van zaken bij Montagne Development gezien de gang van zaken binnen STAK als aandeelhouder van Montagne Development. Volgens [C] maken zijn broers misbruik van hun meerderheidsmacht in het bestuur van STAK, wat er onder andere toe heeft geleid dat [D] tegen de zin van [C] is benoemd tot bestuurder van Montagne Development en dat aan de voorganger van [D] als bestuurder decharge is verleend. Ten slotte vermoedt [C] dat sprake is van tegenstrijdige belangen bij [D] als bestuurder van Montagne Development, omdat [D] zelf plannen met het hotel zou hebben en daarom het hotel niet zou willen verkopen.
2.6
[C] heeft bij brief van 5 augustus 2024 (mede namens STAK) zijn bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken aan Montagne Development kenbaar gemaakt.

3.De gronden van de beslissing

3.1
Omdat de Ondernemingskamer tot de conclusie komt dat STAK niet ontvankelijk is in het door [C] namens haar ingediende verzoek, behoeft de vraag of STAK het namens STAK door [C] ingediende verzoek kon intrekken, geen bespreking.
3.2
[C] heeft namens STAK als enig aandeelhouder van Montagne Development het verzoekschrift ingediend. Montagne Development, [A] , [B] en STAK hebben de bevoegdheid van [C] om namens STAK het verzoek te doen betwist. De Ondernemingskamer stelt voorop dat STAK ingevolge haar statuten (rechtsgeldig) wordt vertegenwoordigd door het bestuur dan wel door twee van de drie bestuurders van STAK. [C] was dan ook alleen niet bevoegd STAK te vertegenwoordigen en was daarmee niet bevoegd het door hem namens STAK gedane verzoek te doen. Dit leidt er in beginsel toe dat STAK (vertegenwoordigd door [C] ) niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek.
3.3
[C] meent dat hij desondanks namens STAK het in 1.1 genoemde verzoekschrift heeft kunnen indienen omdat anders sprake zou zijn van een ontoelaatbare doorkruising van het enquêterecht, en meer specifiek van de ruime reikwijdte en toegankelijkheid die met het enquêterecht is beoogd. Hij verwijst voor zijn standpunt naar Gerechtshof Amsterdam (OK) 12 mei 2020, ECLI:NL:GHAMS:2021:1364
(Johema)en Gerechtshof Amsterdam (OK) 8 oktober 1998, JOR 1998/166
( [F] / [F Beheer] ).
3.4
De Ondernemingskamer stelt voorop dat [C] niet in persoon, maar namens STAK het in 1.1 genoemde verzoek heeft gedaan. Hij heeft ook niet betoogd dat hij gelijkgesteld dient te worden met een aandeelhouder of certificaathouder in de zin van art. 2:346 lid 1 sub b-c BW. Evenmin is [C] bestuurder van de rechtspersoon in de zin van art. 2:346 lid 1 onder d BW, die het onmogelijk wordt gemaakt namens de rechtspersoon een enquêteverzoek te doen. Daarmee onderscheidt deze zaak zich van de zojuist genoemde zaken Johema en [F] .
3.5
[C] meent, kort gezegd, dat [A] en [B] geen beroep toekomt op de tweehandtekeningen-clausule in de statuten van STAK, omdat hun eigen optreden en samenspannen in het bestuur van STAK aan het enquêteverzoek ten grondslag liggen. Anders zouden [A] en [B] (die samen tegen [C] optrekken) hun positie binnen STAK kunnen gebruiken om hun eigen gedrag en dat van [D] aan het oordeel van de Ondernemingskamer te onttrekken, en dat zou een onaanvaardbare doorkruising van het enquêterecht opleveren, aldus [C] .
3.6
Naar het oordeel van de Ondernemingskamer leidt het beroep van [A] en [B] op het ontbreken van vertegenwoordigingsbevoegdheid vanwege de tweehandtekeningen-clausule in de statuten van STAK in de gegeven omstandigheden niet tot een onaanvaardbare doorkruising van een juiste werking van het enquêterecht (vgl. ECLI:NL:GHAMS:2024: 2364). Die omstandigheden zijn de volgende. De totstandkoming van de VSO is het sluitstuk geweest van een langlopend geschil. In aanvulling op de VSO is recent, in april 2023, de huidige structuur tot stand gekomen waarbij STAK alle aandelen in Montagne Development houdt, ieder van de drie broers zitting heeft in het bestuur van de STAK en het bestuur bij meerderheid van stemmen beslissingen neemt terwijl slechts twee bestuurders gezamenlijk tot vertegenwoordiging bevoegd zijn. De kern van het geschil tussen [A] en [B] enerzijds en [C] anderzijds, is dat [C] een snelle verkoop van de onroerende zaken van Montagne CV wil en meent dat haar beherend vennoot Montagne Development zich daartoe ook heeft verbonden in de VSO, terwijl [A] en [B] menen dat een snelle verkoop niet tot de beste opbrengst leidt en dat Montagne Development zich in de VSO ook niet tot een snelle verkoop heeft verbonden. Aan [C] staan diverse rechtsmiddelen ter beschikking om zijn belangen na te streven. [C] kan (van onder meer Montagne Development) nakoming van de VSO eisen bij de gewone civiele rechter of de commanditaire vennootschap opzeggen, waarna een voortzetting van de commanditaire vennootschap door de overblijvende vennoten of een ontbinding van de commanditaire vennootschap en verdeling van de onroerende zaken dient te volgen. STAK zal dan ook niet ontvankelijk worden verklaard in het onder 1.1 genoemde verzoek.
3.7
Ten aanzien van de zelfstandige tegenverzoeken van Montagne Development wordt als volgt overwogen. Er is geen rechtsgrond gesteld of gebleken voor het verzoek van Montagne Development om te bepalen dat zij niet langer gebonden zal zijn aan de in 1.2 vermelde toezegging inhoudende, dat zij geen (onomkeerbare) rechtshandelingen zal doen met betrekking tot de exploitatie van Dikker & Thijs gedurende de looptijd van deze procedure. Dit verzoek zal dan ook worden afgewezen.
3.8
De Ondernemingskamer ziet geen aanleiding voor een verbod ex art. 28 Rv zoals door Montagne Development is verzocht. De VSO verplicht partijen al tot geheimhouding. Montagne Development heeft niet toegelicht waarom zij niettemin behoefte heeft aan het gevraagde verbod.
3.9
De Ondernemingskamer ziet ten slotte geen aanleiding om een veroordeling in de proceskosten uit te spreken.

4.De beslissing

De Ondernemingskamer:
verklaart STAK niet ontvankelijk in haar verzoek;
wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. E. Loesberg, voorzitter, mr. C.C. Meijer en mr. A.P. Wessels, raadsheren, en, mr. D.E.M. Aleman MBA en drs. G.A.J. Dubbeld, raden, in tegenwoordigheid van mr. L. van Hoof, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 december 2024.