Uitspraak
mrs. W.L.H. Aerts en R.A.M.D. Smit, kantoorhoudende te Eindhoven,
mrs. M.E. Coenraads, T.S.F. Hautvast en A.T. Boers, kantoorhoudende te Amsterdam,
1.[B] ,
SPYKE N.V.,
mrs. M.E. Coenraads, T.S.F. Hautvast en A.T. Boers, kantoorhoudende te Amsterdam,
4.[D] ,
- verzoekster sub 1 tevens verweerster sub 1 met Johema;
- verzoekster sub 2 tevens verweerster sub 2 met [A] ;
- verzoeksters/verweersters sub 1 en 2 gezamenlijk met Johema c.s. en - als voorwerp van deze enquêteprocedure - met de Vennootschappen;
- belanghebbende sub 1 met [B] ;
- belanghebbende sub 2 met [C] ;
- belanghebbende sub 3 met Spyke;
- belanghebbenden sub 1 t/m sub 3 gezamenlijk met [B] c.s.;
- belanghebbende sub 4 met [D] ;
- belanghebbende sub 5 met [E] ;
- belanghebbende sub 6 met Steru;
- belanghebbenden sub 4 t/m 6 gezamenlijk met [D] c.s.
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding
3.Feiten
business coachbij de broers. [coach] zou de broers gaan begeleiden bij het professionaliseren van de organisatie. In juni 2020 heeft een kennismakingsgesprek van de broers met [coach] plaatsgevonden.
laten aansluiten ter notulering is wat mij betreft geen punt als [N] er inderdaad ook gewoon bij kan zitten (dan hebben we normale bezetting).
Wat betreft het notuleren van de directievergaderingen. Ik heb gezegd (…) dat[ [coach] ]
mag notuleren als [N] ook als toehoorder aanwezig kan zijn. (…) Ik wil voorkomen dat er allemaal buitenstaanders aanschuiven (net als [vertrouwenspersoon] – die er afgelopen donderdag bij zat) en dat er onnodige kosten worden gemaakt. Nu een notaris en zijn medewerker toevoegen aan de vergadering zie ik niet zitten.”
Vanwege de verstoorde verhoudingen tussen de directieleden is een externe notulist ingeschakeld.”
formeel laten weten dat [F]ingaat op de business opportuniteit van de witte vlek om een all-in vergunning te kunnen bemachtigen met nog 1,5 ha extra grond voor een nieuw filiaal op te richten in Venlo. Hiervoor tevens formeel een onderhoud aanvragen bij de stadhouders van Venlo (…)”
de opdracht of de steun van jou om in Venlo het nodige te doen om de vergunningen binnen te halen op de witte vlek. Dat is mijn vraag.
definitief stop zette is er veel verandert binnen [F] wat de continuïteit niet ten goede komt. Verder wil ik mijn zorgen uiten over de onrust die er onder het personeel ontstaat.”
[B] en [D] gunden elkaar geen blik en spraken nog amper met elkaar. Samen met de gespannen sfeer bekroop mij het gevoel van onzekerheid, hoe moest het nu verder? Hoe moet het nu verder met het bedrijf waar ik altijd zo graag gewerkt had, hoe moest het verder met mijn toekomst, veel vragen die onbeantwoord bleven.”
Laatst kwam [B] mij vragen om een afvalcontainer te plaatsen bij Vlasco. Hij gaf aan dat [D] hiervoor nog geen goedkeuring gegeven had. Ik kon [D] niet op dat moment bereiken. Hij vroeg het later op de dag nogmaals. Ik heb aangegeven dat ik dat ook met [D] moet bespreken. Hij zei dat ik het gewoon moest doen omdat hij de opdracht gaf. Dat was op een dwingende manier. Ik heb ze beiden een mail gestuurd met de vraag zoiets eerst te bespreken voor ze mij de opdracht geven. Later is dit allemaal wel in orde gebracht maar ik heb mezelf hier heel slecht over gevoeld. Ik wil niet graag tussen hen in staan.”
4.De gronden van de beslissing
ECLI:NL:GHAMS:2020:3273 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHAMS:2020:3273&keyword=ECLI:NL:GHAMS:2020:3273)).
overhead-kosten en mogelijk het ontstaan van twee concurrerende ondernemingen in elkaars nabijheid, dit terwijl zij als gevolg van de toenemende handel via internet rekening zullen moeten houden met scherpere concurrentie van derden. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de mogelijke financiële impact van de COVID-19 maatregelen op de onderneming. Daarbij moet worden bedacht dat een ontvlechting van de onderneming hoe dan ook veel tijd in beslag zal nemen, terwijl partijen nog niet in staat zijn geweest te overleggen over de wijze waarop de onderneming in de tussenliggende periode zal worden geleid.
governancevan de vennootschappen zal kunnen bijdragen aan een beter functioneren van het bestuur en in dat kader kan ook het ontbreken van iedere vorm van medezeggenschap in de onderneming aan de orde komen. De te benoemen bestuurder mag het verder tot zijn of haar taak rekenen te bezien of een minnelijke regeling tussen partijen kan worden bereikt.