ECLI:NL:GHAMS:2024:3355
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- J.W.H.G. Loyson
- P. Greve
- N.J.M. de Munnik
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in hoger beroep voor witwassen met betrekking tot inbeslaggenomen geldbedragen
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 3 december 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte, geboren in 1953, was beschuldigd van witwassen van een geldbedrag van ongeveer € 42.345,00 in de periode van 1 januari 2016 tot en met 2 juli 2018. De verdachte had verklaard dat een bedrag van € 30.000,00 haar toebehoorde, maar het hof oordeelde dat deze verklaring ongeloofwaardig was. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep op 19 november 2024 werd vastgesteld dat in de woning van de verdachte een totaalbedrag van € 97.250,00 was aangetroffen, verdeeld over elf enveloppen. De advocaat-generaal had gerekwireerd tot bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit, maar de verdediging stelde dat er geen wettig en overtuigend bewijs was voor de beschuldiging. Het hof oordeelde dat de verklaring van de verdachte niet als juist kon worden aangenomen en sprak haar vrij van het tenlastegelegde feit. Daarnaast werd besloten dat de inbeslaggenomen voorwerpen, waarvan de rechthebbende niet kon worden vastgesteld, bewaard zouden blijven ten behoeve van de rechthebbende. Het vonnis waarvan beroep werd vernietigd en het hof deed opnieuw recht.