Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.De procedure in hoger beroep
3.De feiten
4.De omvang van het hoger beroep
5.De motivering van de beslissing
“De vader heeft een dusdanig eigen belevingswereld dat contact met de realiteit van zijn omgeving snel fricties oplevert: de waarheid wordt door vader betwist, worden irritaties in gesprek en/of afhaken in gesprek, dwingend zijn zin proberen door te drukken”. Deze zorgen worden onderschreven door het raadsrapport waarin de raad zich zorgen maakt over de grote verschillen in visie van de ouders, de manier van communiceren en de spanning tussen de ouders bij het bepalen over wat het beste is voor [minderjarige] . De raad benoemt dat de vader zich volledig richt op de door hem gewenste contactregeling (50-50%) en daarbij soms voorbij gaat aan wat goed is voor [minderjarige] . Daarbij heeft de vader weinig gedaan met de adviezen van Altra; wel doet hij vaak een beroep op hulpverlening rondom de communicatie met de moeder maar staat hij weinig open voor ondersteuning ten aanzien van [minderjarige] . Bij de moeder constateert de raad dat zij als ouder met gezag in het belang van [minderjarige] beslissingen kan nemen en daarbij de vader een duidelijke rol geeft.