Uitspraak
mr. M. Smit, kantoorhoudende te Alkmaar,
mr. F.M. Peters, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. D.C. Roessinghen
mr. M.C.G. Massart, beiden kantoorhoudende te Amsterdam.
- verzoekster als DE;
- verweerster als SE;
- belanghebbende als JJS;
- SE en JJS zullen gezamenlijk ook worden aangeduid als SE c.s.
1.Het verloop van het geding
- een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van SE;
- als onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure (i) JJS te schorsen als bestuurder van SE met gelijktijdige benoeming van DE als tijdelijk bestuurder van SE, althans met benoeming van een tijdelijk bestuurder door de Ondernemingskamer en (ii) de door JJS gehouden aandelen in SE, althans één aandeel, ten titel van beheer over te dragen aan een door de Ondernemingskamer te benoemen derde.
2.Inleiding en feiten
sportsbooken casino) worden geëxploiteerd, zodra de Wet op de kansspelen zou zijn gewijzigd en de online kansspelmarkt in Nederland kon worden betreden. Vergunningen daarvoor konden vanaf 1 april 2021 worden aangevraagd. Medio 2019 zijn de verhoudingen tussen (de belanghebbenden in) DE en (de belanghebbenden in) JJS verstoord geraakt. Uiteindelijk heeft JJS als bestuurder van SE geen vergunning voor de exploitatie van een online kansspel aangevraagd. De indirect bestuurders van SE hielden ook een indirect belang in de vennootschap BetEnt B.V. (hierna: BetEnt). Aan BetEnt is op 29 september 2021 wél een vergunning verleend voor de exploitatie van een online kansspel. De aandelen in BetEnt zijn vrij kort na de start van de exploitatie van het online kansspel verkocht voor minimaal 300 miljoen euro. Volgens DE zijn er gegronde redenen om aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van SE te twijfelen. DE verwijt de indirect bestuurders van SE met name dat zij de voor SE beoogde aanvraag van een vergunning voor, en de exploitatie van het kansspel hebben doen plaatsvinden in BetEnt, dat zij daarbij hebben gehandeld met een (indirect) persoonlijk belang dat evident tegenstrijdig was met het belang van SE en dat daarbij sprake was van een volstrekt gebrek aan transparantie.
landbasedgokactiviteiten uitbreiden naar de online markt. [A] exploiteerde in JJS een oddsvergelijkingssite (“sportweddenschap”, later “DailyOdds” geheten). [C] en [D] exploiteerden in SWI de website Voetbalprimeur, een website met voetbalnieuws. De [familie F] , in de persoon van [A] , en [C] en [D] hebben besloten te gaan samenwerken in SE en in SWI. Het doel van de samenwerking was onder meer om via Voetbalprimeur
trafficte genereren voor DailyOdds en het in SE te exploiteren onlinekansspel. Na oprichting van SE werd DailyOdds in SE geëxploiteerd.
sportsbooken het verkrijgen van een vergunning voor de exploitatie hiervan en dat partijen zich over en weer verplichten om zich maximaal in te spannen om dit doel te realiseren. De hier bedoelde NEWCO is SE.
SE een oddsvergelijker exploiteert op Sportweddenschap.nl en voorts met name tot doel heeft het oprichten van een eigen Sportsbook en het verkrijgen van een vergunning voor de exploitatie hiervan;”
sportsbooken casino
.
Mexican shoot out). DE heeft direct daarop laten weten dat zij de vernietigbaarheid van het bindend advies zou inroepen en dat zij geen bod op de aandelen van JJS zou doen. JJS heeft wel een bod uitgebracht van in totaal ongeveer € 3,5 miljoen. DE is in kort geding veroordeeld voor dat bedrag haar aandelen in SE en SWI aan JJS te leveren. JJS heeft ervan afgezien nakoming van die veroordeling te vragen. DE heeft een bodemprocedure tot vernietiging van het bindend advies bij de rechtbank Amsterdam aanhangig gemaakt.
“Mag ik uit de medewerking van uw cliënte opmaken dat zij tevens alle goedkeuringen buiten Vergadering verstrekt die nodig zijn om de vergunning aan te vragen?”.
sportsbooken casino).
affiliate partners(zoals DailyOdds) personen betreft die 24 jaar of ouder zijn. SE heeft de activiteiten van DailyOdds afgeschaald en afscheid genomen van haar vaste medewerkers.
3.De gronden van de beslissing
- i) JJS heeft als bestuurder van SE in strijd gehandeld met het vennootschappelijk doel van SE door geen KOA-vergunning voor SE aan te vragen;
- ii) [A] en [B] hadden als indirect bestuurders van SE bij het besluit om geen KOA-vergunning voor SE aan te vragen (en wel voor BetEnt) een (indirect) persoonlijk belang dat tegenstrijdig was met het belang van SE; zij zijn over deze beslissing bovendien niet open en transparant geweest tegenover DE;
- iii) JJS heeft als bestuurder van SE een
- iv) JJS heeft zich als bestuurder van SE onvoldoende ingespannen om het voortbestaan van DailyOdds veilig te stellen, de enige nog resterende activiteit van SE is daardoor ook in rook opgegaan.
Cancun).
Ergo Buildings).
sportsbooken casino) in Nederland zodra de Wet op de kansspelen die mogelijkheid zou bieden. Aldus werd het bestendig succes van de door SE gedreven onderneming bij uitstek gediend met het aanvragen van een KOA-vergunning. JJS en [A] en [B] dienden zich daar als (middellijk) bestuurders van SE naar te richten. Na de wetswijziging kon met ingang van 1 april 2021 een KOA-vergunning bij de Ksa worden aangevraagd. Desondanks is de aanvraag van een vergunning voor SE uitgebleven. Uit de hiervoor bij de feiten geschetste gang van zaken blijkt dat tussen JJS en DE vanaf 2019 onenigheid is ontstaan. Dit heeft ertoe geleid dat partijen begin 2020 een bindend adviesprocedure zijn begonnen met als doel het ontvlechten van hun belangen in zowel SE als SWI. Daarbij was het de bedoeling dat de in die vennootschappen ondergebrachte ondernemingen zouden blijven voortbestaan; er waren geen plannen tot liquidatie. Anders dan SE c.s. betogen, betekent het feit dat de samenwerking tussen partijen zou gaan eindigen, niet dat geen reden meer bestond een KOA-vergunning voor SE aan te vragen. Lopende de bindend adviesprocedure was niet zeker aan wie de aandelen in SE zouden worden toebedeeld (en dat is het nog steeds niet). Onder die omstandigheden was het ook na het aanhangig maken van de bindend adviesprocedure nog steeds in het belang van SE en haar beide aandeelhouders om zodra dat kon een aanvraag voor een KOA-vergunning te doen zodat de vennootschap in staat zou zijn de doelstelling van haar onderneming, het exploiteren van een online kansspel in Nederland, te realiseren. JJS, althans [A] en [B] hebben de mededelingen van de advocaat van DE in maart 2020 (2.14, 2.15 en 2.16) dat DE niet meer met JJS wilde samenwerken niet aldus mogen begrijpen dat DE beoogde dat de werkzaamheden in SE zouden worden beëindigd en dat geen KOA-vergunning meer zou worden aangevraagd. Het was immers zonder meer duidelijk dat het belang van SE en het bestendig succes van de met haar verbonden onderneming vergden dat zodra dat mogelijk was een KOA-vergunning zou worden aangevraagd. Verder had JJS moeten begrijpen dat zolang de ontvlechting niet was voltooid ook DE er alle belang bij had - en er ook van uitging - dat een KOA-vergunningaanvraag in SE zou worden gedaan, zoals ook expliciet blijkt uit de namens DE verzonden e-mails van 20 augustus 2020 en 7 oktober 2020 (2.19 en 2.20). Het betoog van JJS dat een vergunningaanvraag een (volgens JJS) aanzienlijke investering in geld en tijd zou vergen, ook omdat de eisen voor een vergunningaanvraag strenger bleken te zijn dan aanvankelijk gedacht, terwijl bovendien jegens de Ksa als vergunningverlenende instantie zou moeten worden uitgestraald dat er geen sprake was van interne problemen, doet aan het voorgaande niet af. Als JJS meende dat dit aan een succesvolle vergunningaanvraag in de weg zou kunnen staan had zij dat moeten bespreken met DE. Ook haar verweer dat in de aandeelhoudersovereenkomst geen exclusiviteit of non-concurrentie is bedongen, gaat mank; dit gaf JJS en [A] en [B] immers niet de vrijheid om zich niet langer te richten naar de belangen van SE en de met haar verbonden onderneming.. Anders dan JJS meent, stond het JJS, en [A] en [B] , als (middellijk) bestuurder van SE dan ook niet vrij om eenzijdig zonder overleg met DE te besluiten geen KOA-vergunning voor SE aan te vragen, maar dat op 1 april 2021 wél te doen voor de door hen nieuw opgerichte vennootschap BetEnt, waarin zijzelf en hun familieleden meer dan driekwart van de aandelen hielden.
sportsbooken casino) in Nederland te kunnen exploiteren. Het besluit van JJS en [A] en [B] als (middellijk) bestuurder van SE om geen KOA-vergunning voor SE aan te vragen, had evident tot gevolg dat door SE bij het opengaan van de Nederlandse markt voor online kansspelen op 1 oktober 2021 geen online kansspel zou kunnen worden geëxploiteerd, terwijl dit voor BetEnt, waarin [A] en [B] een indirect belang hadden, wel in het verschiet lag. Voor BetEnt was immers op 1 april 2021 wèl een KOA-vergunning aangevraagd en met het achterwege laten van de aanvraag voor SE was een potentiële concurrent uitgeschakeld en hadden [A] en [B] de handen vrij om zich te richten op het ontwikkelen van een online kansspel in BetEnt, zoals ze ook hebben gedaan. Onder deze omstandigheden kan in redelijkheid worden betwijfeld dat [A] en [B] zich bij het besluit geen KOA-vergunning voor SE aan te vragen uitsluitend hebben laten leiden door het belang van de vennootschap en haar onderneming.
corporate opportunityaan SE heeft ontnomen. In dat verband is tussen partijen onder meer in geschil of, gelet op de hoge eisen van compliance die door de Ksa aan de verlening van een KOA-vergunning worden gesteld, de tussen DE en JJS bestaande geschillen aan vergunningverlening aan SE in de weg zouden hebben gestaan. Het hierna te gelasten onderzoek zal daarover mogelijk uitsluitsel kunnen geven en het te gelasten onderzoek zal daarom uitdrukkelijk ook daarop betrekking kunnen hebben.
corporate opportunityis ontnomen. Het onderzoek zal betrekking hebben op de periode vanaf 1 januari 2020. De Ondernemingskamer acht geen gronden aanwezig om de onderzoeksperiode te laten beginnen bij de start van de samenwerking in 2014 en/of (indien al mogelijk) ook het door DE als bestuurder van SWI gevoerde beleid in het onderzoek te betrekken, zoals door JJS is verzocht.