ECLI:NL:GHAMS:2024:3025

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
29 oktober 2024
Publicatiedatum
30 oktober 2024
Zaaknummer
000467-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toekenning van schadevergoeding voor kosten van rechtsbijstand in strafzaak na sepot

In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 oktober 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank Amsterdam van 25 april 2024. Het hoger beroep werd ingesteld door de appellant, die verzocht om een schadevergoeding voor kosten van rechtsbijstand in verband met een strafzaak. De advocaat-generaal heeft op 13 augustus 2024 het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling op 15 oktober 2024 was de appellant niet aanwezig, maar zijn advocaat, mr. S. van den Berg, was wel aanwezig ter vervanging van mr. M.L. van Gaalen.

Het hof heeft vastgesteld dat de strafzaak met het betreffende parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel. Volgens artikel 534, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan een schadevergoeding worden toegekend indien er gronden van billijkheid aanwezig zijn. Het hof oordeelt dat, ondanks het standpunt van de advocaat-generaal, er gronden van billijkheid zijn om de gevraagde vergoeding toe te kennen. Het hof heeft vastgesteld dat het vermoeden van schuld van de verzoeker stellig wordt weersproken, wat nader onderzoek zou vereisen.

Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en opnieuw recht gedaan. De appellant is een schadevergoeding toegekend van in totaal € 2.980,20, bestaande uit € 1.960,20 voor de kosten van rechtsbijstand in de strafzaak, € 680,00 voor de kosten in de verzoekschriftprocedure in eerste aanleg, en € 340,00 voor de kosten in de verzoekschriftprocedure in hoger beroep. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000467-24 (530 Sv)
parketnummer in eerste aanleg: 13-082510-23
Beschikking op het hoger beroep tegen de beschikking van de raadkamer van de rechtbank Amsterdam van 25 april 2024 op het verzoekschrift op de voet van de artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1978,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. M.L. van Gaalen,
Pieter Braaijweg 85, 1114 AJ Amsterdam-Duivendrecht.

1.Procesverloop

Het hoger beroep is op 30 april 2024 ingesteld door verzoeker (hierna appellant).
Op 13 augustus 2024 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 15 oktober 2024 de advocaat-generaal en mr. S van den Berg, advocaat te Amsterdam-Duivendrecht, te dezen waarnemend voor mr. M.L. van Gaalen, ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Appellant is niet in raadkamer verschenen.

2.Inhoud van het verzoek

Het verzoek - zoals onder c aangevuld in raadkamer in hoger beroep - strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 1.960,20;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure in eerste aanleg ten bedrage van € 680,00;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure in hoger beroep ten bedrage van € 340,00.

3.Beoordeling

Het hoger beroep is tijdig ingesteld.
De strafzaak met voormeld parketnummer is geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Anders dan de advocaat-generaal oordeelt het hof dat er, ook als de grond voor seponering in aanmerking wordt genomen, gronden van billijkheid zijn om de gevraagde vergoeding toe te kennen. Het hof stelt vast dat in deze zaak het vermoeden van schuld van verzoekster stellig wordt weersproken. Dit zou nader onderzoek vergen, waarvoor in deze procedure geen plaats is.
Het hof stelt overigens voorop dat in dit verband in beginsel niet ter zake doet of de advocaatkosten er (mede) toe hebben geleid dat de zaak is geseponeerd en evenmin of de verzoeker gebruik heeft gemaakt van een eventuele mogelijkheid om te klagen over de grond voor seponering.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand in de strafzaak ten bedrage van € 1.960,20
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure in eerste aanleg ten bedrage van € 680,00.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding voor kosten van rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 340,00.
Het hof zal de beschikking waarvan beroep derhalve vernietigen en opnieuw recht doen.

4.Beslissing

Het hof:
Vernietigt de beschikking waarvan beroep en doet opnieuw recht.
Wijst het verzochte toe.
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan appellant een vergoeding toe van € 2.980,20 (tweeduizend negenhonderdtachtig euro en twintig cent).
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan appellant.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. A.M.P. Geelhoed, M.J.A. Duker en J.H. van der Werff, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 29 oktober 2024.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 2.980,20 (tweeduizend negenhonderdtachtig euro en twintig cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. Stichting Beheer Derdengelden Coumans & Van Gaalen Strafrechtadvocaten o.v.v. [ovv].
Amsterdam, 29 oktober 2024,
mr. A.M.P. Geelhoed, voorzitter.