Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
[geïntimeerde 4],
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 29 oktober 2024 een eindarrest gewezen in hoger beroep, waarin de gevolgen van een eerder arrest van de Hoge Raad van 24 februari 2023 (ECLI:NL:HR:2023:286) voor de onderhavige zaak centraal stonden. De Vereniging van Eigenaren (VvE) was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van de rechtbank dat bepaalde besluiten had vernietigd. De appartementseigenaars steunden het oordeel van het hof in het tussenarrest, terwijl de VvE het daar niet mee eens was. Het hof oordeelde dat de splitsingsakte alleen kon worden gewijzigd met medewerking van alle appartementseigenaars. Aangezien de besluiten met een 80%-meerderheid waren genomen, verklaarde het hof deze besluiten nietig op grond van artikel 2:14 lid 1 BW.
Het hof vernietigde het bestreden vonnis voor zover de rechtbank de besluiten had vernietigd, en bekrachtigde het vonnis voor het overige. De VvE werd veroordeeld in de proceskosten. Het hof benadrukte dat de eigendomsverhoudingen tussen de appartementseigenaars niet door de VvE konden worden gewijzigd zonder instemming van alle eigenaars, en dat de besluiten die met een meerderheid waren genomen, niet rechtsgeldig waren. Dit arrest heeft belangrijke implicaties voor de wijze waarop besluiten binnen een VvE genomen moeten worden, vooral als het gaat om wijzigingen die de eigendomsverhoudingen raken.