ECLI:NL:GHAMS:2024:2960

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
16 augustus 2024
Publicatiedatum
22 oktober 2024
Zaaknummer
23-000235-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep na intrekking

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 29 januari 2024 was gewezen. De verdachte, geboren in 2002 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdergenoemde vonnis. Tijdens de zitting op 16 augustus 2024 heeft de advocaat-generaal de vordering gedaan om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.

De verdachte heeft via zijn raadsman op 15 augustus 2024 een e-mail gestuurd waarin hij aangeeft het hoger beroep niet te willen handhaven. Dit werd gevolgd door een akte tot intrekking van het hoger beroep. Het hof heeft vastgesteld dat de intrekking van het hoger beroep niet meer mogelijk was, aangezien het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep al op 21 mei 2024 was begonnen. De raadsman heeft verklaard dat de verdachte zijn bezwaren tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven en verzoekt om niet-ontvankelijkheid in het hoger beroep.

Het hof heeft geconcludeerd dat er geen rechtens te respecteren belang is dat een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigt. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing is genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de vermelding dat mr. Koster buiten staat was om het arrest mede te ondertekenen.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000235-24
datum uitspraak: 16 augustus 2024
TEGENSPRAAK(gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 29 januari 2024 in de strafzaak onder parketnummer 15-276834-22 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2002,
thans uit anderen hoofde gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [detentieadres].

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 augustus 2024.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, inhoudende dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens een e-mailbericht van de raadsman van de verdachte van 15 augustus 2024 en een daaropvolgende bij het hof binnengekomen akte intrekken hoger beroep wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. Intrekking van het hoger beroep was niet meer mogelijk, nu het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep reeds op 21 mei 2024 was aangevangen. Uit het e-mailbericht van de raadsman en hetgeen hij hieromtrent ter terechtzitting naar voren heeft gebracht, blijkt dat de verdachte zijn oorspronkelijke bezwaren tegen het vonnis niet langer wenst te handhaven en dat hij het hof verzoekt hem niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.
Gelet hierop, en nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, zal de verdachte, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.J.A. Duker, mr. D.A.C. Koster en mr. B.A.A. Postma, in tegenwoordigheid van mr. I. Peetoom, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 augustus 2024.
Mr. Koster is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.