Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.De zaak in het kort
2.Procesverloop en vorderingen in hoger beroep
in principaal hoger beroepgeconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, 1) het bestreden vonnis zal vernietigen en 2) opnieuw rechtdoende, zal beslissen overeenkomstig het daartoe in deze memorie gestelde/gegriefde en 3) de vrouw zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de man (terug) te betalen al hetgeen de man aan de vrouw teveel heeft betaald ten opzichte van de beslissing van het hof, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van betaling door de man aan de vrouw tot aan de dag der algehele terugbetaling, 4) met veroordeling van de vrouw in de kosten van het geding in hoger beroep met nakosten en rente.
in incidenteel hoger beroep, na vermeerdering van eis, geconcludeerd dat het hof bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, het bestreden vonnis, voor zover in hoger beroep bestreden, zal vernietigen, en, opnieuw rechtdoende, zo nodig onder aanvulling en/of verbetering van de gronden:
3.Feitelijke achtergrond
-/-29.729
-/- 6.910
4.Procedure bij de rechtbank
5.Beoordeling in hoger beroep
“Tien jaar geleden hebben wij relatiecounseling gedaan. Daar kwam uit dat het doen van de financiën te belastend voor mij was vanwege mijn ziekte. Wij hebben toen afgesproken dat de man de financiën op zich zou nemen”. De (advocaat van de) man heeft daaruit ter zitting de volgende conclusie getrokken: “
De vrouw heeft ter zitting verklaard dat zij tien jaar geleden met de man heeft afgesproken dat hij de financiën zal regelen. Dat is precies wat alles verklaard. De vrouw heeft de man daarmee een volmacht gegeven om namens hen beiden te doen wat goed is”.De vrouw heeft ter zitting nog op deze conclusie willen reageren, maar daartoe heeft zij van de rechtbank niet meer de gelegenheid gekregen. De advocaat van de vrouw heeft in dit verband opgemerkt: “
Ik heb niet op de opmerkingen van de man kunnen reageren. Als zijn opmerkingen in een proces verbaal worden vastgelegd, had ik dat wel willen doen”.Het is onbegrijpelijk dat de rechtbank een volmacht concludeert op basis van één verkeerd opgetekende uitspraak, aldus nog steeds de vrouw.
compleet ondenkbaar zou zijn dat zij akkoord zou gaan met leningen van deze omvang in haar naam” een loze kreet is. Zij was ten opzichte van Quion juist al akkoord gegaan met een dergelijke lening op haar naam als hoofdelijk schuldenaar. De man begrijpt niet waarom de vrouw nog enig bezwaar kan hebben tegen het voortzetten van de facto precies dezelfde lening, maar met een andere schuldeiser die minder moeilijk deed? Kortom, de vrouw moet redelijkerwijs wel begrepen hebben dat de omgezette oude bancaire lening tezamen met de extra gelden voor aankoop van de duurdere woning en de daarbij komende verbouwingen werden geschaard onder een gezamenlijke lening bij TSEC tegen leningsvoorwaarden die zij al eerder had goedgekeurd. Daar mocht de man redelijkerwijs ook vanuit gaan, aldus nog steeds de man.
Beste Klant”. Dat daarmee de man en de vrouw zijn bedoeld, heeft de man niet gesteld. Een en ander geldt echter niet voor de kosten van de makelaar ad € 5.950,-. De door de man als M16 overgelegde factuur van Onkenhout Makelaars van 28 september 2016 is gericht aan zowel de man als de vrouw. Het hof is van oordeel dat hieruit kan worden afgeleid dat beide partijen de makelaar opdracht hebben gegeven tot verkoop van de woning te [plaats B] . Nu vast staat dat de man de factuur volledig heeft voldaan, heeft de man een regresvordering op de vrouw gekregen krachtens artikel 6:10 BW voor de helft van het door partijen verschuldigde bedrag. Verjaring is, gelet op de datum van de factuur, niet aan de orde.
“We verzoeken jullie deze factuur binnen 7 dagen na factuurdatum over te maken”.In zijn memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep heeft de man - naar hij abusievelijk stelt in reactie op grief VII van de vrouw - een aantal artikelen uit de mediationovereenkomst geciteerd. Belangrijk is artikel 7.2 van die overeenkomst, waarin partijen uitdrukkelijk overeengekomen zijn dat de kosten van de mediation 50/50 door partijen zullen worden gedragen. De vrouw heeft een en ander tijdens de mondelinge behandeling niet meer (voldoende) betwist. Het hof is dan ook van oordeel dat de man aldus voldoende heeft onderbouwd dat partijen hebben afgesproken dat zij ieder de helft van de mediationkosten zouden voldoen. Dat de man normaal gesproken alles betaalde, zoals de vrouw stelt, doet daaraan niet af.
exclusief BTWaan de man dient te voldoen. Grief VII in principaal hoger beroep slaagt derhalve gedeeltelijk.
- de vrouw onder 5.2 is veroordeeld om aan de man als lasthebber van TSEC een bedrag van € 148.974,50 te betalen;
- de vordering van de man dat de vrouw de helft van de makelaarskosten dient te betalen, is afgewezen;
- de rechtbank onder 5.1, 5e gedachtestreepje heeft bepaald dat de man bij toedeling van de woning aan hem wegens overbedeling op de helft van de getaxeerde waarde een bedrag van € 1.314,08 in mindering moet brengen;
- en onder 5.1, 10e gedachtestreepje is bepaald dat de vrouw wegens privé- investeringen recht heeft op een vergoeding van € 10.000,-;
- de vordering van de man dat de vrouw de helft van de mediationkosten dient te betalen, is afgewezen.
- een bedrag van € 45.000,- ter zake het regresrecht van de man in verband met het door hem betaalde bedrag van € 90.000,-;
- de helft van de makelaarskosten, zijnde € 2.975,-;
- de helft van de mediationkosten, zijnde € 1.176,44;
- de helft van de door de man vanaf het feitelijk uiteengaan van partijen betaalde/nog te betalen premies voor de verzekeringspolis bij Nationale Nederlanden met nummer [0000] . Betaling zal plaatsvinden doordat van het in 2031 uit te keren saldo van de polis eerst het door de vrouw aan de man te vergoeden bedrag wordt betaald, waarna het restant tussen partijen gelijkelijk wordt verdeeld.
- het bedrag van € 107.429,50, zijnde de helft van het bedrag van € 214.859,-, te voldoen binnen veertien dagen na dit arrest, waarna wettelijke rente verschuldigd wordt;
- een bedrag van € 312,- ter zake de door de vrouw betaalde eigen bijdragen.
6.Beslissing
- de rechtbank onder 5.1, 5e gedachtestreepje heeft bepaald dat de man bij toedeling van de woning aan hem wegens overbedeling op de helft van de getaxeerde waarde een bedrag van € 1.314,08 in mindering moet brengen;
- en onder 5.1, 10e gedachtestreepje is bepaald dat de vrouw wegens privé- investeringen recht heeft op een vergoeding van € 10.000,-;
- de vrouw onder 5.2 is veroordeeld om aan de man als lasthebber van TSEC een bedrag van € 148.974,50 te betalen;
- de vordering van de man dat de vrouw de helft van de makelaarskosten dient te betalen, is afgewezen;
- de vordering van de man dat de vrouw de helft van de mediationkosten dient te betalen, is afgewezen.
- een bedrag van € 45.000,- ter zake het regresrecht van de man in verband met het door hem betaalde bedrag van € 90.000,-;
- de helft van de makelaarskosten, zijnde € 2.975,-;
- de helft van de mediationkosten, zijnde € 1.176,44;
- de helft van de door de man
- een bedrag van € 312,- ter zake de eigen bijdrage;
- het bedrag van € 107.429,50, zijnde de helft van het bedrag van € 214.859,- ter zake de openstaande schuld, betaald bij levering van de woning aan de man, te voldoen binnen veertien dagen na dit arrest, waarna wettelijke rente verschuldigd wordt.