ECLI:NL:GHAMS:2024:275

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
6 februari 2024
Publicatiedatum
7 februari 2024
Zaaknummer
23-000089-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging vonnis met verlenging proeftijd en wijziging bijzondere voorwaarden in strafzaak

Op 6 februari 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 27 december 2022. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1986, die thans gedetineerd is. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, met uitzondering van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging. Het hof heeft artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toegevoegd aan de wettelijke voorschriften waarop de straf is gegrond. De proeftijd, die eerder was vastgesteld, is met één jaar verlengd. De bijzondere voorwaarden die aan de proeftijd waren verbonden, zijn komen te vervallen, op basis van een reclasseringsadvies van Tactus verslavingszorg. De beslissing van het hof is genomen na onderzoek ter terechtzitting op 13 oktober 2023 en 23 januari 2024, waarbij het hof de vordering van de advocaat-generaal heeft overwogen. Het hof heeft de redenen voor de verlenging van de proeftijd en de wijziging van de voorwaarden in overweging genomen, en heeft de uitspraak gedaan in het belang van de verdachte en de maatschappij.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000089-23
datum uitspraak: 6 februari 2024
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 27 december 2022 in de strafzaak onder de parketnummers 15-151519-22 en 23-004081-18 (TUL) tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
adres: [adres 1] .
thans uit anderen hoofde gedetineerd in PI [detentie adres] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 13 oktober 2023 en 23 januari 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot bevestiging van het vonnis met uitzondering van de beslissing ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging en tot verlenging van de proeftijd van – kort gezegd – de TUL-zaak voor de duur van één jaar, en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen behalve ten aanzien van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 23-004081-18 – in zoverre zal het vonnis worden vernietigd – en met dien verstande dat het hof artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toevoegt aan de wettelijke voorschriften waarop de straf is gegrond.

Vordering tenuitvoerlegging

Het openbaar ministerie heeft gevorderd de tenuitvoerlegging van de bij arrest van het gerechtshof Amsterdam van 10 december 2019 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 379 dagen met een proeftijd van drie jaren. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in eerste aanleg van 13 december 2022 heeft de officier van justitie de vordering tot tenuitvoerlegging aldaar aangepast en gevorderd dat een deel (180 dagen) van de voorwaardelijke straf alsnog ten uitvoer wordt gelegd, en dat ten aanzien van het overige deel de proeftijd wordt verlengd met één jaar onder wijziging van de bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft – kort gezegd – de gedeeltelijke tenuitvoerlegging (180 dagen) gelast en de vordering voor het overige afgewezen.
In overeenstemming met de advocaat-generaal en de raadsman acht het hof redenen aanwezig om de bij voormeld arrest vastgestelde proeftijd met 1 (één) jaar te verlengen. Daarbij zal het hof de gestelde voorwaarden wijzigen als hierna te melden. Het hof heeft daarbij gelet op het reclasseringsadvies van Tactus verslavingszorg van 9 januari 2024, waarin wordt geadviseerd geen bijzondere voorwaarden te stellen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging met parketnummer 23-004081-18 en doet in zoverre opnieuw recht.
Verlengt de proeftijd als vermeld in het arrest van het gerechtshof Amsterdam van 10 december 2019, parketnummer 23-004081-18, met een termijn van 1 (één) jaar.
Wijzigt de in genoemd arrest gestelde bijzondere voorwaarden in die zin, dat de gestelde bijzondere voorwaarden komen te vervallen.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. D.A.C. Koster, mr. M.L.M. van der Voet en mr. T. de Bont, in tegenwoordigheid van
mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 6 februari 2024.
mr. De Bont is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
proces-verbaal uitspraak
_______________________________________________________________ _ _
[…]