ECLI:NL:GHAMS:2024:2734

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2024
Publicatiedatum
1 oktober 2024
Zaaknummer
000357-24
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om vergoeding van kosten rechtsbijstand in strafzaak

In deze beschikking van het Gerechtshof Amsterdam, gedateerd 24 september 2024, wordt het verzoek van de gewezen verdachte om vergoeding van kosten van rechtsbijstand afgewezen. Het verzoekschrift is op 21 mei 2024 ingediend en betreft kosten die zijn gemaakt in verband met rechtsbijstand in de strafzaak met parketnummer 23-001783-22. De advocaat-generaal heeft op 8 augustus 2024 het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt. Tijdens de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer op 27 augustus 2024 was de verzoeker niet aanwezig.

De verzoeker vraagt om een vergoeding van € 8.090,37 voor kosten gemaakt in de strafzaak en € 680,00 voor kosten in de verzoekschriftprocedure. Het hof oordeelt dat de kosten van rechtsbijstand die in rechtstreeks verband staan met de strafzaak voor vergoeding in aanmerking komen, maar dat de kosten die verband houden met een civiele procedure niet voldoen aan de eisen van artikel 530 Sv. Het hof wijst het verzoek om vergoeding van de kosten in de strafzaak af, maar kent wel een vergoeding toe van € 6.118,07 voor kosten van rechtsbijstand in de strafzaak en € 680,00 voor de verzoekschriftprocedure.

De beslissing van het hof is genomen door de meervoudige raadkamer, waarin de rechters A.M.P. Geelhoed, A.W.T. Klappe en D.A.G. van Toor zitting hadden. De beschikking is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken tijdens de openbare zitting. De voorzitter beveelt de tenuitvoerlegging van de beschikking door overmaking van het toegekende bedrag van € 6.798,07 op de aangegeven bankrekening.

Uitspraak

beschikking
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling strafrecht
rekestnummer(s): 000357-24 (530 Sv)
parketnummer in hoger beroep: 23-001783-22
Beschikking op het verzoekschrift op de voet van artikel 530 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) van:
[verzoeker],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
domicilie kiezende ten kantore van zijn advocaat, mr. T.H.L. Kneepkens,
Valeriusplein 20, 1075 BH Amsterdam.

1.Procesverloop

Het verzoekschrift is op 21 mei 2024 ingekomen.
Op 8 augustus 2024 heeft de advocaat-generaal het standpunt van het Openbaar Ministerie kenbaar gemaakt.
Het hof heeft kennis genomen van de stukken in de strafzaak met voormeld parketnummer en heeft op 27 augustus 2024 de advocaat-generaal en de advocaat van verzoeker ter gelegenheid van de openbare behandeling van het verzoekschrift in raadkamer gehoord. Verzoeker is niet in raadkamer verschenen.

2. Inhoud van het verzoek

Het verzoek strekt tot het verkrijgen van een vergoeding ter zake van:
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak met voormeld parketnummer ten bedrage van € 8.090,37;
kosten gemaakt in verband met rechtsbijstand ten behoeve van onderhavige verzoekschriftprocedure ten bedrage van € 680,00.

3.Beoordeling van het verzoek

Bij arrest van dit hof van 21 februari 2024 is de strafzaak met voormeld parketnummer geëindigd zonder oplegging van straf of maatregel en zonder dat toepassing is gegeven aan artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht (Sr).
Het verzoekschrift is tijdig ter griffie van dit hof ingediend.
Ingevolge het bepaalde in artikel 534, eerste lid, Sv heeft de toekenning van een schadevergoeding steeds plaats, indien en voor zover daartoe naar het oordeel van de rechter, alle omstandigheden in aanmerking genomen, gronden van billijkheid aanwezig zijn.
Het onder a verzochte ziet op rechtsbijstand door:
I. Paul-Van Velzen en R. Hoepelmans (Holla legal & tax) ten bedrage van € 1.762,30;
M.L. Firet en A.J. van der Velden (Luns Van der Velden Advocaten) ten bedrage van
€ 907,50;
T.H.L. Kneepkens (JKR Advocaten) ten bedrage € 5.210,57.
Het hof zal het onder a.i. verzochte afwijzen. Onder de kosten van een raadsman waarvoor een vergoeding kan worden toegekend a.b.i. de eerste volzin van artikel 530, lid 2 Sv, zijn te verstaan de kosten van een raadsman die in rechtstreeks verband staan met strafzaak tegen gewezen verdachte (HR 20 mei 1986, ECLI:NL:HR:1986:AC9355). Door verzoeker is dit rechtstreekse verband van –naar het hof begrijpt – kosten van rechtsbijstand gemaakt in een civiele procedure/geschil tussen verzoeker en ziektekostenverzekeraar VGZ, niet, althans onvoldoende toegelicht. Ook overigens is niet van dit rechtstreekse verband als hiervoor bedoeld gebleken.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand ten behoeve van de strafzaak als verzocht onder a.ii. en a.iii. tot een bedrag van € 6.118,07.
Gronden van billijkheid zijn aanwezig voor toekenning van een vergoeding ter zake van kosten rechtsbijstand in de onderhavige verzoekschriftprocedure tot een bedrag van € 680,00.

4.Beslissing

Het hof :
Kent op de voet van artikel 530 Sv aan verzoeker een vergoeding toe van € 6.798,07 (zesduizend zevenhonderdachtennegentig euro en zeven cent).
Wijst het anders of meer verzochte af.
Beveelt de onverwijlde betekening van deze beschikking aan verzoeker.
Deze beschikking is gegeven door de meervoudige raadkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mrs. A.M.P. Geelhoed, A.W.T. Klappe en D.A.G. van Toor, in tegenwoordigheid van mr. P.M. Groenenberg als griffier, is ondertekend door de voorzitter en de griffier en is uitgesproken op de openbare zitting van dit hof van 24 september 2024.
De voorzitter beveelt:
de tenuitvoerlegging van deze beschikking door overmaking van € 6.798,07 (zesduizend zevenhonderdachtennegentig euro en zeven cent) op bankrekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [tnv] o.v.v. [ovv].
Amsterdam, 24 september 2024,
mr. A.M.P. Geelhoed, voorzitter.