Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlasteleggingen
- feit 1: (opzettelijk) handelen in strijd met voorschriften 3.13.2 en 4.2.2 van de omgevingsvergunning op verschillende data in de periode van 23 juli 2018 tot en met 28 juli 2019, door op 28 juli 2019 niet te voorkomen dat er bij het gieten van slakken explosies plaatsvonden (voorschrift 3.13.2) en door op 13 februari 2019 de inrichting op locaties waar transport en opslag plaatsvond niet schoon te houden en te bevochtigen om stofemissie te voorkomen (voorschrift 4.2.2);
- feit 2 primair:(opzettelijk) handelen in strijd met artikel 3.32 van het Activiteitenbesluit milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) op verschillende data in de periode van 2 juli 2018 tot en met 13 februari 2019, door bij de op- en overslag van slakken niet zoveel mogelijk te voorkomen dat stofverspreiding optrad en/of verontreiniging van de omgeving niet zoveel mogelijk werd beperkt;
- feit 2 subsidiair:(opzettelijk) handelen in strijd met voorschrift 4.2.4 van de omgevingsvergunning op verschillende data in de periode van 2 juli 2018 tot en met 13 februari 2019, door niet te voorkomen dat er, wanneer er bij de opslag van slakken handelingen plaatsvonden, geen visueel waarneembare stofemissies plaatsvonden;
- feit 3: opzettelijk handelen in strijd met artikel 17.2 van de Wet milieubeheer op 23 juli 2018, door het opzettelijk niet melden van een ongewoon voorval;
- feit 1:(opzettelijk) handelen in strijd met voorschrift 4.2.2 van de omgevingsvergunning op 11 mei 2020, door de inrichting op locaties waar transport en opslag plaatsvond niet schoon te houden en te bevochtigen om stofemissie te voorkomen;
- feit 2 primair:(opzettelijk) handelen in strijd met artikel 3.32 van het Activiteitenbesluit op 11 mei 2020, door bij de op- en overslag van slakken niet zoveel mogelijk te voorkomen dat stofverspreiding optrad en/of verontreiniging van de omgeving niet zoveel mogelijk werd beperkt;
- feit 2 subsidiair:(opzettelijk) handelen in strijd met voorschrift 4.2.4 van de omgevingsvergunning op 11 mei 2020, door niet te voorkomen dat er, wanneer er bij de opslag van slakken handelingen plaatsvonden, geen visueel waarneembare stofemissies plaatsvonden.
Vonnis waarvan beroep
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
Beoordeling van het bewijs
Bewezenverklaring
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
geldboetevan
€ 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro).
Tenlastelegging
Bewijsmiddelen
Een beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 10 februari 2009 met kenmerk 2009-2963 (dossier zaak A, pagina’s 47 en 55).
Een uittreksel uit de Kamer van Koophandel van [verdachte] B.V., van 29 maart 2019 (dossier zaak A, pagina 631 tot en met 633).
Een melding ongewoon voorval van 29 juli 2019 (dossier zaak A, pagina 341).
Een e-mailbericht namens [verdachte] B.V. aan Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied van 29 juli 2019 (dossier zaak A, pagina 344 en 345).
Een proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 20 augustus 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (dossier zaak A, pagina 377).
Een proces-verbaal van bevindingen van 13 februari 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 2] (dossier zaak A, pagina’s 19, 20, 21 en 43).
(het hof begrijpt: 23 juli 2018)om 15:46 uur en betreffen het bedrijfsterrein van [verdachte].
Een proces-verbaal van verhoor van de verdachte van 20 augustus 2019, in de wettelijke vorm opgemaakt door de bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2] (dossier zaak A, pagina 362).
Een besluit omgevingsvergunning van Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied namens Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 15 februari 2016 (dossier zaak A, pagina’s 69 en 71).