Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
1.[bedrijf 1] ,
[geïntimeerde 1],
[geïntimeerde 2],
[geïntimeerde 3],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Bijgaand treft u aan de aangepaste versie van de brief.
Rapport van expertise + factuur // (…)- bindend advies (….)’.
‘RE: Rapport van expertise + factuur // (…) - bindend advies (…)’, heeft de toenmalige advocaat van [appellanten] gereageerd op het concept rapport. Hierin zijn namens [appellanten] diverse opmerkingen gemaakt met het verzoek om deze in overweging te nemen en de zienswijze daaromtrent terug te koppelen.
4.Eerste aanleg
5.Beoordeling
‘teneinde de welles/nietes-discussie eindelijk te beëindigen’en waaruit [geïntimeerden] één deskundige kan kiezen. In reactie op dit voorstel heeft de gemachtigde van [geïntimeerden] bij e-mail van 13 juli 2021 (geciteerd in 3.14) drie deskundigen voorgesteld, waaruit [appellanten] één deskundige kon kiezen, onder de voorwaarde dat ‘
beide partijen deze bevindingen ook als bindend zullen aanvaarden zodat er niet achteraf opnieuw discussie ontstaat over de wijze waarop de gebreken dienen te worden hersteld en de kosten die dit met zich mee brengt’. Gelet op deze duidelijke bewoordingen moet het [appellanten] op dat moment dan ook duidelijk zijn geweest dat [geïntimeerden] het aanvragen van een
bindendadvies voor ogen had. Deze bedoeling sluit aan bij wat [appellanten] zelf kennelijk ook wilde, te weten de ‘welles/nietes-discussie eindelijk […] beëindigen’. [appellanten] heeft vervolgens, met zijn e-mail van 19 juli 2021 (geciteerd in 3.15), gekozen voor Top Expertise en het aan [geïntimeerden] overgelaten om een concept opdracht op te stellen voor Top Expertise. [geïntimeerden] heeft daaraan gevolg gegeven door op 21 juli 2021 een concept opdracht op te stellen en toe te zenden aan [appellanten] met de vraag of [appellanten] zich daarin kon vinden (zie 3.16). [appellanten] heeft vervolgens op 23 juli 2021 de door hem aangepaste opdracht aan [geïntimeerden] teruggestuurd, in welke gewijzigde opdracht onder meer staat:
‘Om misverstanden te voorkomen benadruk ik dat het een bindend advies betreft’(zie 3.17). Aldus heeft [appellanten] zélf bevestigd dat het de bedoeling was om een bindend advies aan te vragen. Hieruit valt af te leiden dat partijen gedurende twee weken over en weer aan elkaar hebben duidelijk gemaakt dat het aan Top Expertise te vragen advies een bindend advies betrof. Ook is te lezen dat [appellanten] bij het opstellen van de brief aan Top Expertise door [geïntimeerden] op 21 juli 2021 en 23 juli 2021 in de gelegenheid is gesteld om opmerkingen daarover te maken. Niet gebleken is dat zij bezwaren heeft geuit tegen de bindende aard van het aan te vragen advies. Een en ander heeft geresulteerd in de aan Top Expertise gerichte opdracht van 23 juli 2021 (geciteerd in 3.19) waarin de hiervoor genoemde bewoordingen (
‘Om misverstanden te voorkomen benadruk ik dat het een bindend advies betreft’)worden vermeld. Voor Top Expertise was het overigens ook duidelijk dat het om een bindend advies ging, zoals blijkt uit haar offerte per e-mail van 23 juli 2021 (geciteerd in 3.20). [appellanten] heeft, net als [geïntimeerden] , uitdrukkelijk zijn akkoord gegeven op deze offerte. Tot slot blijkt ook nog eens uit het onderwerp van de e-mail van [appellanten] van 1 september 2021 (geciteerd in 3.23) dat [appellanten] het rapport van Top Expertise zelf ook als een bindend advies heeft beschouwd. [appellanten] heeft op geen enkel moment geprotesteerd tegen de (herhaalde) aanduiding door Top Expertise van het advies als een bindend advies.
10 januari 2023. Uit dit laatste rapport blijkt volgens [appellanten] dat Top Expertise voorbij is gegaan aan het feit dat het ontbrak aan het benodigde reken- en tekenwerk voor de aanbouw en dat een funderingsplan en sonderingsgegevens ontbraken. In navolging van [naam 5] acht [appellanten] het onbegrijpelijk dat Top Expertise heeft volstaan met een aanname dat de bestaande vloer van de aanbouw voldoende draagkrachtig was. [appellanten] meent op grond van dit een en ander dat Top Expertise in redelijkheid niet heeft kunnen komen tot vaststelling van het voorgeschreven hersteladvies en de daarbij behorende schadebegroting en dat het rapport van Top Expertise daarom niet in stand kan blijven.
partijdeskundigen van [appellanten] zijn en dat [geïntimeerden] op geen enkele wijze bij deze onderzoeken is betrokken. Ook is van belang dat de bevindingen van ATC zijn gedaan ná (gedeeltelijke) sloop van de aanbouw door de nieuwe aannemer van [appellanten] (Vastbouw), terwijl partijen aan Top Expertise de opdracht hadden gegeven een visuele inspectie te doen. De bevindingen van [naam 5] , ten slotte, berusten enkel op dossieronderzoek (waaronder de bevindingen van ATC en de kostenraming van Vastbouw) en niet op eigen waarnemingen ter plaatse, wat ook niet meer mogelijk was omdat de aanbouw toen al was gesloopt en herbouwd door Vastbouw. Uit deze rapporten valt dan ook niet af te leiden dat het advies van Top Expertise ernstige gebreken in de zin van artikel 7:904 lid 1 BW bevat.
€ 4.426,00(tarief IV, 2 punten)