2.2.Het hof zal de onderstaande vragen aan de deskundige voorleggen.
1. Zijn als gevolg van het gedurende zes maanden onttrekken van grondwater, en de daarmee gepaard gaande grondwaterdaling, door FH Holland op [straat] nummer 25 in [plaats] (hierna: nummer 25) scheurvorming, een klemmende deur en lekkage aan en in de woning en/of verzakking van de tuin aan [straat] 21 in [plaats] (hierna: de woning op nummer 21) ontstaan? Wilt u uw antwoord zo uitgebreid mogelijk motiveren?
2. Bevat het dossier enige indicatie dat sprake is van een andere sine qua non oorzaak van de
opgetreden schade dan de grondwateronttrekking, dat wil zeggen bevat het dossier enige
indicatie voor de conclusie dat de in de periode van de grondwateronttrekking opgetreden
schade ook zou kunnen zijn ontstaan zonder dat er sprake zou zijn geweest van de
grondwateronttrekking?
3. Kunt u aangegeven hoe de conditie van de fundering van de woning op nummer 21 is? Kunt u daarbij onderscheid maken tussen de fundering van de voorbouw en achterbouw van de woning op nummer 21?
4. Indien het antwoord op vraag 1 (deels) bevestigend kan worden beantwoord, kunt u aangeven of en in welke mate de conditie van de fundering van de woning op nummer 21 heeft bijgedragen aan de scheurvorming, de klemmende deur en of de lekkage? Wilt u uw antwoord zo uitgebreid mogelijk motiveren?
5. Wat is de aanlegdiepte van de bodem van de kelderbak van de woning op nummer 21?
6. Indien vraag 1 (deels) bevestigend kan worden antwoord, heeft de wijze waarop de kelderbak aan de woning op nummer 21 hangt invloed op de ontstane scheurvorming? Zo ja, in welke mate en op welke scheurvorming ziet dat?
7.
Komt er vanuit het grondwater een opwaartse druk onder de kelderbak tegen de bodem daarvan? Zo ja, heeft het onttrekken van het grondwater tot gevolg gehad dat de opwaartse druk onder de kelderbak is weggevallen en dat daardoor scheurvorming is ontstaan of is de oorzaak de constructie van de kelderbak zelf? Zo ja, waar in de woning op nummer 21 (kelder, begane grond, eerste verdieping) heeft dit scheurvorming kunnen veroorzaken? Wilt u uw antwoord zo uitgebreid mogelijk motiveren?
8. Wat is uw mening over de grondwaterstanden zoals deze zijn geregistreerd door FH Holland (productie 3 conclusie van antwoord) en de grondwaterstanden zoals deze zijn geregistreerd in de peilbuis E04115 van het Waternet (productie 30 conclusie van repliek)? Zijn de fluctueringen als matig, normaal, fors of anderszins aan te duiden? Maakt bij de beantwoording van vraag 1 nog uit of de grondwaterdaling plotseling of geleidelijk heeft plaatsgevonden? Zo ja, in hoeverre? Wilt u uw antwoord zo uitgebreid mogelijk motiveren?
9. Heeft u verder nog opmerkingen die in het kader van de beantwoording van de voormelde vragen van belang zijn?
De persoon van de te benoemen deskundige en het voorschot2.3. In de brief van 8 juli 2024, met daarin een voorlopige kostenbegroting, heeft STAB zich bereid en beschikbaar verklaard om het onderzoek te verrichten en te rapporteren naar aanleiding van de voornoemde vragen. STAB heeft aangekondigd dat twee personen met het onderzoek worden belast. Afhankelijk van de beschikbaarheid zullen dat ir. [naam 1] , drs. [naam 2] , [naam 3] en/of [naam 4] zijn.