Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
[BV ],
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: gedaagde,
1.[geïmiteerde 1] ,2. [geïmiteerde 2] ,
appellanten in incidenteel hoger beroep,
bij de rechtbank: eisers,
1.De procedure in hoger beroep
- de memorie van grieven, met producties;
- de memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel;
- de memorie van antwoord in het incidenteel appel, met producties.
2.De feiten
‘Hierbij mijn voorstel, gebaseerd op onze gesprekken bij [BV 1] en via de telefoon. Toegevoegd aan de excel-sheet zijn de verwachte verhoudingen arbeid/materiaal conform jouw verzoek (kolom F). (…) Graag hoor ik of ik het op deze manier correct heb samengevat en of er eventuele aanpassingen dan wel aanvullingen gewenst zijn. Mocht het de lading al voldoende dekken dan ontvang ik graag jullie akkoord als antwoord (…).’
proposalde periode van ‘
aiming to get the job done within a three-month period’ aangepast naar ‘
aiming to get the job done within a 10 to 12 week period’en voegt aan de
proposalonder het kopje
‘Considering furthermore’onder meer de volgende tekst toe:
‘• [BV ] has the appropriate licences and insurance.• Payment of 4 instalments: upon start of the project (€ 25k), and after invoices for work done up to Sept 1st, Oct 1st and after completion.’
‘Dank voor je mail en de aanpassingen, we zijn er nu inderdaad echt bijna.. In principe is het voor mij zo ok, behalve dat ik zelf geen erkend installateur o.i.d. ben (…). Verder hadden we het over een aanbetaling van een derde deel van de raming. 25k kan natuurlijk ook, maar dan hang ik waarschijnlijk weer wat eerder aan de bel voor een tweede voorschot. Dat gezegd hebbende, laat ik dat verder aan jou om het al dan niet aan te passen in de tekst. Wat ik nog niet had vermeld, maar dus bij deze, is dat ik samen met de latere installaties (voorzien van tussentijdse financiële overzichten) mijn eigen facturen voor de fee tot dan toe koppel. Bij aanvang van het project breng ik, los van het bouwbudget een eigen voorschot in rekening bij wijze van retainer, om de eerste periode te overbruggen. Dit voorschot wordt dan in de eindfactuur gesaldeerd. In jullie geval lijkt een bedrag van € 2500,- ex. hiervoor redelijk.’
‘(…) Eerste betaling a 77/3 is 25.7k (heb m afgerond). Jouw fee gekoppeld aan de andere facturen lijkt mij prima.(…)’
‘Akkoord met je berekening over de eerste betaling en bij deze, met vertrouwen in een prettige samenwerking waar ik me zeer op verheug, ook met de vorm hiervoor zoals uiteengezet in onze gesprekken en vastgelegd in de mailwisseling van de afgelopen dagen.(…)’
3.3. De procedure bij de rechtbank
€ 2.420,09 voor ten onrechte betaalde managementvergoeding, € 10.299,94 aan dubbele woonlasten, € 397,25 aan niet betaalde korting voor tegels, € 68,07 aan verkeerde datakabels,
€ 2.817,45 aan kosten voor een deskundige en € 1.171,36 aan buitengerechtelijke kosten, een en ander te vermeerderen met wettelijke rente en proceskosten.
4.De beoordeling
proposalwaarin onder meer staat:
‘My company, [BV ] , would act as your intermediary and on-site building manager’en
‘Buying of goods and services on your behalf’. Daarom is sprake van een overeenkomst van opdracht en niet een overeenkomst van aanneming van werk, aldus [appellant] . Het hof volgt [appellant] hier niet in. Ook al zag een deel van de afspraken op het begeleiden van de werkzaamheden, in essentie zag de overeenkomst op het verbouwen (‘renovatie’) van het appartement. Dat is het tot stand brengen van een werk van stoffelijke aard. Dat blijkt ook uit de guesstimate waarin de werkzaamheden staan opgesomd:
‘demolition, building, plumbing, flooring (…)’. [appellant] heeft in eigen naam en voor eigen rekening met derden, onderaannemers (zoals [BV 3] ) gecontracteerd, die de werkzaamheden feitelijk zouden uitvoeren. Daarmee handelde [appellant] als hoofdaannemer en werkte hij met onderaannemers die de renovatiewerkzaamheden feitelijk uitvoerden. Het hof kwalificeert de overeenkomst als een overeenkomst van aanneming van werk als bedoeld in artikel 7:750 lid 1 BW. Grief I faalt in zoverre.
proposalmet daarin een weergave van de gemaakte afspraken. De
proposalheeft [appellant] aan [geïmiteerde 1] c.s. toegestuurd met de vraag of er aanvullingen gewenst waren. Zoals uit de geciteerde e-mailcorrespondentie van 16 juni 2020 in rechtsoverweging 2.5 blijkt, heeft [geïmiteerde 1] c.s. op deze e-mail geantwoord dat hij minimale aanpassingen heeft en hij de betalingstermijnen zoals besproken bij [BV 1] voor de duidelijkheid heeft toegevoegd aan de
proposal. De aanvulling van [geïmiteerde 1] c.s. luidde:
‘Payment of 4 instalments: upon start of the project (€ 25k), and after invoices for work done up to Sept 1st, Oct 1st and after completion.’[appellant] heeft als reactie hierop aangegeven, dat het voor hem ‘in principe zo ok is’ en partijen het eerder hadden gehad over een aanbetaling van een derde deel van de guesstimate, maar dat € 25.000,- ook kan. Wel geeft hij aan dat hij dan
‘waarschijnlijk weer wat eerder aan de bel voor een tweede voorschot’hangt. [appellant] heeft met deze reactie de aanvulling van [geïmiteerde 1] c.s. in de
proposalaanvaard, althans [geïmiteerde 1] c.s. mocht er redelijkerwijs van uit gaan dat dit voor [appellant] akkoord was. [appellant] heeft nog aangevoerd dat hij projecten nooit voorfinanciert en altijd op basis van een voorschot werkt en dat hij dit zo ook met [geïmiteerde 1] c.s. bij [BV 1] heeft besproken. [geïmiteerde 1] c.s. heeft dit weersproken. [geïmiteerde 1] c.s. heeft in de mail van 16 juni 2020 aangegeven dat hij de betalingsafspraak, zoals besproken bij [BV 1] (en dus door hem zo begrepen), voor de duidelijkheid aan de
proposalheeft toegevoegd. Indien [appellant] vond dat de betalingsafspraak door [geïmiteerde 1] c.s. niet juist was weergegeven, dan had het op zijn weg gelegen, als professionele partij, om dit in zijn e-mail van 17 juni 2020 aan [geïmiteerde 1] c.s. duidelijk kenbaar te maken. Nu [appellant] dat heeft nagelaten, heeft [geïmiteerde 1] c.s. er redelijkerwijs op mogen vertrouwen dat hij met [appellant] is overeengekomen dat hij een aanbetaling zou doen voor aanvang van het werk, dat daarna twee termijnbetalingen volgden op 1 september en 1 oktober voor het werk dat tot dan toe zou zijn verricht (
work done up) en dat na het opleveren van het werk een laatste betaling zou volgen. [appellant] spreekt in zijn e-mail van 17 juni 2020 wel over een tweede voorschot, maar [geïmiteerde 1] c.s. heeft deze opmerking zo mogen begrijpen dat deze opmerking zag op het voldoen van een tweede voorschot als aanvulling van de aanbetaling. [appellant] refereert in die e-mail namelijk aan die aanbetaling. [geïmiteerde 1] c.s. had hieruit niet hoeven te begrijpen dat de drie volgende betalingen op voorschotbasis zouden moeten worden verricht. Indien al vast zou komen te staan dat bij [BV 1] de door [appellant] gestelde werkwijze zou zijn besproken, wat door [geïmiteerde 1] c.s. is betwist, kan de door [geïmiteerde 1] c.s. weergegeven afspraak in de e-mail van 16 juni 2020 worden gezien als een nader tussen partijen gemaakte afspraak. Op die afspraak heeft [geïmiteerde 1] c.s. het redelijk vertrouwen mogen baseren dat [appellant] deze afspraak met zijn mail van 17 juni 2020 heeft aanvaard.
Schade4.11. Nu de overeenkomst is ontbonden, is [appellant] verplicht tot vergoeding van de schade die [geïmiteerde 1] c.s. lijdt doordat geen wederzijdse nakoming, maar ontbinding heeft plaatsgevonden (artikel 6:277 BW). Op [geïmiteerde 1] c.s. rusten de stelplicht en bewijslast van zijn stelling dat hij schade heeft geleden door de tekortkoming van [appellant] . Zowel [appellant] (grief IV) als [geïmiteerde 1] c.s. (grieven 1 t/m 3) hebben grieven gericht tegen de schade zoals deze door de rechtbank is vastgesteld. [appellant] heeft betoogd dat bij een juiste vergelijking van de daadwerkelijk gemaakte kosten en de hypothetische situatie blijkt [geïmiteerde 1] c.s. in zijn geheel geen schade heeft geleden. [geïmiteerde 1] c.s. is het op zijn beurt niet eens met de hoogte van de toegewezen schade. Het hof zal hierna ingaan op de vraag of [geïmiteerde 1] c.s. door de tekortkoming van [appellant] schade heeft geleden en zo ja wat de hoogte van die schade is. Het hof zal de grieven van [appellant] en [geïmiteerde 1] c.s. gezamenlijk behandelen.
€ 10.390,-. Dat verschil moet worden meegenomen in de schadeberekening, aldus [appellant] .
4.15. [geïmiteerde 1] c.s. heeft aangevoerd dat bij die berekening uit moet worden gegaan van het bedrag van € 77.330,- (excl. btw) zoals staat vermeld in de guesstimate van 16 juni 2020. [geïmiteerde 1] c.s. heeft betoogd dat dit een overeengekomen richtprijs is, die op grond van artikel 7:752 lid 2 BW niet met meer dan 10% mag worden overschreden. [appellant] heeft daarentegen aangevoerd dat als vertrekpunt het bedrag van € 89.851,- (excl. btw) dient te gelden, namelijk de door hem gemaakte aangepaste inschatting van de renovatiewerkzaamheden op 7 september 2020. De verhoging van de kosten is immers grotendeels veroorzaakt door aanvullende wensen van [geïmiteerde 1] c.s., aldus [appellant] .
‘On short notices, what i’d like is to have a good inspection of the premises in more detail than during our initial visit. This will give us a useful insight in what it’s going to take to get everything nice and level, the condition of those sagging ceilings, how much demolition material to expect, the state of the electrics among other things and will save considerable time as opposed to waiting with this until august.’Verder staat in de
proposal ‘managing your renovation budgetaccording to the structure of the rough estimate[onderstreping hof]
’. Gelet op deze omstandigheden heeft [geïmiteerde 1] c.s. de guesstimate niet zo mogen begrijpen dat sprake was van een richtprijs. Het betrof een overeenkomst van aanneming van werk op basis van regie met een open prijs, die als vertrekpunt gold bij het uitvoeren van de renovatiewerkzaamheden. De guesstimate geeft weliswaar een opsomming van werkzaamheden, maar deze werkzaamheden moesten nog nader ingevuld worden aan de hand van de wensen van [geïmiteerde 1] c.s. Dit heeft [geïmiteerde 1] c.s. onvoldoende gemotiveerd weersproken.
‘schatting voor gaandeweg bijgekomen extra’s t.o.v. guesstimate’gevolgd door de volgende 13 posten:
- speciaal hout voor maatwerk € 1.000,-
- stuclijsten op alle plafonds € 1.200,-
- wanden behangen in plaats van schilderen € 500,-
- fermacell vloeren op de verdieping € 2.000,-
- aanpassen deurposten op de verdieping € 1.200,-
- leidingen/bekabeling voor alarm € 240,-
- leidingen/bekabeling voor data 6A € 1.460,-
- aparte behandeling traptreden € 600,-
- verhogen plafond badkamer € 2.000,-
- extra glaspanelen in hal en badkamer € 2.000,-
- intercom ex montage TU1200048x990 € 1.500,-
- extra parkeerkorsten hiermee gemoeid € 500,-
- eventueel aanpassen kleur vlakke radiatoren. € 500,-
Final okay on proposed use of isolated fermacell sub flooring on first floor, cost come to about € 45,- ex per square meter (about 50) including materials and labor.’ Tijdens de zitting bij de rechtbank heeft [geïmiteerde 1] c.s. erkend dat hij akkoord heeft gegeven op de fermacellplaten. Het hof zal daarom uitgaan van het bedrag van € 2.000,- zoals in de e-mail van [appellant] staat weergegeven. Omdat uit de guesstimate blijkt dat een bedrag van € 1.000,- al reeds was opgenomen voor de ondervloer voor 100m2 in het appartement, zal het hof bij de berekening wel € 500,- (excl. btw) van de guesstimate afhalen. Voor een helft van het appartement (50m2) wordt immers uitgegaan van de fermacellplaten zoals reeds opgenomen in het overzicht van 7 september 2020.
€ 89.127,27 excl. btw voor de door [appellant] hypothetisch te hanteren redelijke prijs voor de renovatiewerkzaamheden. Dit bedrag bestaat voor € 76.830,- (€ 77.330,- minus € 500,-) uit de werkzaamheden zoals genoemd in de guesstimate en voor € 11.797,27 voor de werkzaamheden zoals genoemd in de e-mail van 7 september 2020.
Korting
€ 5.794,00 -/-Subtotaal € 83.333,27
BTW (gemengd percentage van 17,4%)
€ 14.499,99Subtotaal € 97.833,26
Management opslag 10%
€ 9.783,32Subtotaal € 107.616,58
Afdracht korting
€ 2.897,00Totaal € 110.513,58 (incl. btw)
Dubbele woonlasten4.25. Daarnaast heeft [geïmiteerde 1] c.s. schadevergoeding gevorderd, bestaande uit dubbele woonlasten van € 10.299,94, die hij heeft gemaakt als gevolg van de extra bouwtijd. [geïmiteerde 1] c.s. heeft gesteld dat een fatale termijn is overeengekomen. Omdat die termijn door [appellant] niet is gehaald, meent [geïmiteerde 1] c.s. dat [appellant] schadeplichtig is jegens hem.
proposalvan 16 juni 2020 blijkt dat wordt gestreefd om de werkzaamheden binnen 10 tot 12 weken af te ronden:
‘aiming to get the job done within a three-mond period’. Later is die tekst door [geïmiteerde 1] c.s. gewijzigd in
‘aiming to get the job done within a 10 to 12 week period’. Hieruit volgt niet dat partijen een concrete deadline zijn overeengekomen, maar slechts een streeftijd (aiming) van 10 weken en geen fatale termijn van 12 weken. [geïmiteerde 1] c.s. heeft althans redelijkerwijs niet mogen aannemen dat sprake was van een fatale termijn als hiervoor bedoeld. De omstandigheid dat de keuken op 19 oktober 2020 geplaatst zou worden en dat de werkzaamheden volgens [geïmiteerde 1] c.s. voor die tijd klaar zouden zijn, is in het licht van het voorgaande onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. In de
proposalstaat duidelijk dat wordt getracht de werkzaamheden in een periode van 10 tot 12 weken te voltooien. Dit is geen overeengekomen fatale termijn, maar een streeftijd. Deze grief 4 van [geïmiteerde 1] c.s. gaat dan ook niet op.
Kosten deskundige [BV 4] buitengerechtelijke kosten en proceskosten