ECLI:NL:GHAMS:2024:2319
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie na overlijden van de verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 20 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 maart 2022. De zaak betreft een strafvervolging tegen een verdachte die op [datum] 2024 te Lelystad is overleden. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vervolging. Het hof heeft vastgesteld dat, volgens artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht, het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. Dit leidde tot de conclusie dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de strafvervolging. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan door het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te verklaren. Deze beslissing is genomen in de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de rechters D.A.C. Koster, R.P. den Otter en M.J.A. Duker aanwezig waren. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van griffier M.S. Jansen.