1.4[appellant] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 29 december 2021 zal vernietigen en, na vermeerdering van eis, opnieuw rechtdoende:
in conventie:
a. te bekrachtigen hetgeen de rechtbank in conventie heeft overwogen aangaande artikel 3:184 van het Burgerlijk Wetboek (BW) namelijk dat op het aandeel van [geïntimeerde] in mindering wordt gebracht hetgeen [appellant] ten behoeve van de gemeenschap heeft voldaan een en ander zoals in het overzicht van de notaris [naam] is opgenomen, en met welk bedrag van € 86.371,- het aandeel van [appellant] wordt vermeerderd, zodat de notaris overeenkomstig die verdeling van de opbrengst kan overgaan tot uitbetaling daarvan aan [appellant] ;
b. de wijze van verdeling van de gemeenschap van goederen verder zodanig vast te stellen dat [geïntimeerde] de (waarde van) de woning in Thailand verkrijgt maar dat de waarde er van wordt verrekend doordat zij € 100.000,- aan [appellant] dient te betalen, als zijnde zijn aandeel in de ontbonden gemeenschap, alsmede haar te veroordelen tot betaling van dat bedrag van € 100.000,- als zijnde het aandeel van [appellant] in de ontbonden gemeenschap of te bepalen dat dit bedrag wordt verrekend met de (eventuele) vorderingen van [geïntimeerde] op [appellant] c.q. te bepalen dat [appellant] dit bedrag mag verrekenen met een eventuele vordering van [geïntimeerde] op hem, c.q. te bepalen dat partijen elkaar hierdoor per saldo niets zijn verschuldigd uit hoofde van schadeloosstelling;
c. subsidiair: de vordering van [appellant] ex artikel 3:169 BW vanwege het niet gebruiken van de woning in Thailand toe te wijzen en dit bedrag te bepalen op het bedrag dat [appellant] (eventueel) aan [geïntimeerde] uit welke hoofde dan ook zou moeten voldoen;
d. elke andere beslissing te nemen ten aanzien van de verdeling van de ontbonden gemeenschap van partijen (overwaarde [plaats 1] , huis in Thailand en waarde polis) die het hof geraden voorkomt;
e. met veroordeling van de curator in beide instanties van de proceskosten waaronder een bedrag voor (na)salaris advocaat;
f. te bepalen dat de woning in Thailand en de huurinkomsten in zijn geheel toekomen aan [appellant] c.q. dat de verdeling van de gemeenschap zodanig wordt bepaald dat de woning en de huurinkomsten aan [appellant] worden voldaan en dat [geïntimeerde] daartoe wordt veroordeeld c.q. dat zij wordt veroordeeld tot betaling van die bedragen van € 96.000,- respectievelijk € 190.000,- aan [appellant] en dat [appellant] deze bedragen mag meenemen in het depot bij de notaris subsidiair, dat rekening wordt gehouden met de door [geïntimeerde] gedane poging goederen van de gemeenschap te verduisteren;
in reconventie:
g. de gevraagde schadeloosstelling ex artikel 3:169 BW van [geïntimeerde] / curator af te wijzen c.q. haar niet-ontvankelijk te verklaren;
h. subsidiair: te bepalen dat de door [geïntimeerde] gevraagde schadeloosstelling op nihil wordt gesteld vanwege de redelijkheid en billijkheid ofwel dat deze schadeloosstelling op grond van alle omstandigheden van het geval sterk gematigd wordt en naar goede justitie veel lager wordt vastgesteld, meer subsidiair deze vorderingen te (mogen) verrekenen en te bepalen dat per saldo geen bedragen door [appellant] verschuldigd zijn;
i. de curator te veroordelen in beide instanties waaronder een bedrag voor (na)salaris advocaat.