Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
17 november 1997 hebben [appellant] en zijn toenmalige echtgenote een naastgelegen perceel geleverd gekregen, met kadastraal [nummer 2] . De ontsluiting van de percelen van [appellant] en [geïntimeerden] . naar de openbare weg kan enkel plaatsvinden via een westelijk van het perceel van [geïntimeerden] . gelegen toegangspoort. Deze poort heeft een maximale breedte van ongeveer 3.60 meter en een maximale hoogte van 3.70 meter. Onderstaande kaart en foto geven de situatie ter plaatse weer.
4.Beoordeling
vestigingis ontstaan. Voor zover de stellingen van [appellant] aldus moeten worden begrepen dat hij zich erop beroept dat door verjaring een andere erfdienstbaarheid is ontstaan, heeft hij dat in het licht van de gemotiveerde betwisting door [geïntimeerden] . onvoldoende onderbouwd. Ten slotte staat vast dat de nieuwe situatie voor [geïntimeerden] . de minst bezwarende is. [appellant] heeft dit ook niet weersproken. In de huidige situatie rijden er immers geen auto’s vlak langs de woning van [geïntimeerden] . en kunnen zij gebruikmaken van een tuin.