ECLI:NL:GHAMS:2024:1729
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met afwijzing vordering tot tenuitvoerlegging in belagingszaak met bijzondere persoonlijke omstandigheden van de verdachte
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 17 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland, dat op 19 juni 2023 was gewezen. De zaak betreft een belagingszaak waarbij de verdachte, geboren in 1968, zich in een vergevorderd stadium van de ziekte van Parkinson bevindt. De verdachte had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter, die eerder een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden had opgelegd. De advocaat-generaal vorderde bevestiging van het vonnis, maar met een andere beslissing op de vordering tot tenuitvoerlegging.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, behalve ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging. Het hof overwoog dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een strafbaar feit voor het einde van de proeftijd, wat een overtreding van de voorwaarden inhield. Echter, gezien de bijzondere persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder ernstige gezondheidsproblemen, oordeelde het hof dat het niet opportuun was om de verdachte opnieuw in detentie te laten gaan. De vordering tot tenuitvoerlegging werd dan ook afgewezen.
Het hof vernietigde het vonnis van de politierechter enkel voor wat betreft de vordering tot tenuitvoerlegging en bevestigde het vonnis voor het overige. Dit arrest is uitgesproken in een openbare terechtzitting en is ondertekend door de rechters van de meervoudige strafkamer.