ECLI:NL:GHAMS:2024:17

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 januari 2024
Publicatiedatum
8 januari 2024
Zaaknummer
23-002498-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep na intrekking door verdachte

Op 18 december 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland, dat op 8 september 2022 was gewezen. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1988, die hoger beroep had ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 18 december 2023 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.

Uit de akte van intrekking van het hoger beroep, gedateerd 21 september 2023, bleek dat de verdachte het hoger beroep niet wenste te handhaven. Dit impliceert dat de verdachte zijn eerder ingediende bezwaren tegen het vonnis heeft ingetrokken. Het hof oordeelde dat er geen rechtens te respecteren belang was dat een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigde.

Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof, waarin drie rechters zitting hadden, en werd uitgesproken tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002498-22
datum uitspraak: 18 december 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 8 september 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-342973-21 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
adres: [adres].
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 18 december 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zal worden verklaard in het hoger beroep.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Uit de akte intrekken hoger beroep van 21 september 2023 blijkt dat de verdachte het hoger beroep niet wil handhaven, zodat hij geacht moet worden de eerder tegen het vonnis opgegeven bezwaren in te trekken. Daarom zal hij, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. J.L. Bruinsma, mr. A.M. Koolen - Zwijnenburg en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van L. Muyselaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 18 december 2023.