ECLI:NL:RBNHO:2022:8446

Rechtbank Noord-Holland

Datum uitspraak
8 september 2022
Publicatiedatum
23 september 2022
Zaaknummer
15/342973-21
Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling autodiefstallen met gebruik van keyless entry en valse sleutels

Op 8 september 2022 heeft de Rechtbank Noord-Holland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een reeks autodiefstallen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte samen met anderen in de periode van augustus 2021 tot en met december 2021 meerdere auto’s heeft gestolen door gebruik te maken van keyless entry systemen en valse sleutels. De verdachte is beschuldigd van diefstal in vereniging, waarbij hij de rol van medeplichtige vervulde door de gestolen voertuigen te begeleiden en te verplaatsen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling, maar heeft deze kwalificatie niet aan de verdachte ten laste gelegd, omdat hij de voertuigen zelf had gestolen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot bewezenverklaring van de feiten gehonoreerd, ondanks de verdediging die pleitte voor vrijspraak op basis van onbetrouwbare bewijsvoering. De rechtbank heeft de betrokkenheid van de verdachte bij de autodiefstallen bewezen verklaard op basis van diverse bewijsmiddelen, waaronder camerabeelden, ANPR-gegevens en getuigenverklaringen. De rechtbank heeft ook de schadevergoedingsvorderingen van benadeelde partijen toegewezen, waarbij de verdachte werd veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan de slachtoffers van de diefstallen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-HOLLAND

Team Straf, locatie Haarlem
Meervoudige strafkamer
Parketnummer: 15/342973-21
Uitspraakdatum: 8 september 2022
Tegenspraak
Vonnis
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 25 augustus 2022 in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het [adres 1] ,
thans gedetineerd in [detentieadres] .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. R. Klein, en van hetgeen de verdachte en zijn raadsman, mr. J.G. Burgers, advocaat te Alkmaar, naar voren hebben gebracht.

1.Tenlastelegging

Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:

1.

primair
hij op of omstreeks 17 augustus 2021 en/of 18 augustus 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Mazda met kenteken [kenteken 1] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door die auto's open te maken met behulp van een gekopieerde elektronische sleutel (te weten: key-less entry);
subsidiairhij op of omstreeks 17 augustus 2021 en/of 18 augustus 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Mazda met kenteken [kenteken 1] , althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
meer subsidiairéén of meer perso(o)n(en) op of omstreeks 17 augustus 2021 en/of 18 augustus 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Mazda met kenteken [kenteken 1] , althans een goed, heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij/zij en zijn/hun mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had (den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 17 augustus 2021 en/of 18 augustus 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die (gestolen) auto naar een andere locatie/opslagplaats te begeleiden/verplaatsen/vervoeren;
2.
primairhij op of omstreeks 11 september 2021 en/of 12 september 2021 te Castricum, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Toyota met kenteken [kenteken 2] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door die auto's open te maken met behulp van een gekopieerde elektronische sleutel (te weten: key-less entry);
subsidiairhij in of omstreeks de periode 11 september 2021 tot en met 14 september 2021 te Castricum, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Toyota met kenteken [kenteken 2] , althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
meer subsidiairéén of meer perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 11 september 2021 tot en met 14 september 2021 te Castricum, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Toyota met kenteken [kenteken 2] , althans een goed, heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij/zij en zijn/hun mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist (en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed betrof,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 11 september 2021 tot en met 14 september 2021 te Castricum, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die (gestolen) auto naar een andere locatie/opslagplaats te begeleiden/verplaatsen/vervoeren;
3.primair
hij op of omstreeks 19 december 2021 en/of 20 december 2021 te Arnhem, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Toyota met kenteken [kenteken 3] en/of een Toyota met kenteken [kenteken 4] , in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [slachtoffer 4] en/of [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door die auto's open te maken met behulp van een gekopieerde elektronische sleutel (te weten: key-less entry);
subsidiairhij in of omstreeks de periode van 19 december 2021 tot en met 22 december 2021 te Arnhem, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Toyota met kenteken [kenteken 3] en/of een Toyota met kenteken [kenteken 4] , althans een goed, heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist (en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
meer subsidiairéén of meer perso(o)n(en) in of omstreeks de periode van 19 december 2021 tot en met 22 december 2021 te Arnhem, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een Toyota met kenteken [kenteken 3] en/of een Toyota met kenteken [kenteken 4] , althans een goed, heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij/zij en zijn/hun mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof, bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 19 december 2021 tot en met 22 december 2021 te Arnhem, althans elders in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die (gestolen) auto(‘s) naar een andere locatie/opslagplaats te begeleiden/verplaatsen/vervoeren;
4.
primairhij op of omstreeks
- 11 november 2021 en/of 12 november 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, en/of
- 19 november 2021 en/of 20 november 2021 te Egmond aan Zee, althans elders in Nederland, en/of
- 25 november 2021 en/of 26 november 2021 te IJmuiden, althans elders in Nederland, eh/of
- 3 december 2021 en/of 4 december 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, en/of
- 10 december 2021 en/of 11 december 2021 te Amsterdam, althans elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
vijf, althans meerdere, althans één auto('s) ((een) Toyota(’s) met kenteken(s) [kenteken 5] , [kenteken 6] , [kenteken 7] , [kenteken 8] en/of [kenteken 9] ), althans een of meer goed(eren), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
subsidiairéén of meer perso(o)n(en) op of omstreeks
- 11 november 2021 en/of 12 november 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, en/of
- 19 november 2021 en/of 20 november 2021 te Egmond aan Zee, althans elders in Nederland, en/of
- 25 november 2021 en/of 26 november 2021 te IJmuiden, althans elders in Nederland, eh/of
- 3 december 2021 en/of 4 december 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, en/of
- 10 december 2021 en/of 11 december 2021 te Amsterdam, althans elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal,
vijf, althans meerdere, althans één auto('s) ((een) Toyota(’s) met kenteken(s) [kenteken 5] , [kenteken 6] , [kenteken 7] , [kenteken 8] en/of [kenteken 9] ), althans een of meer goed(eren), heeft/hebben verworven, voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
- 11 november 2021 en/of 12 november 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, en/of
- 19 november 2021 en/of 20 november 2021 te Egmond aan Zee, althans elders in Nederland, en/of
- 25 november 2021 en/of 26 november 2021 te IJmuiden, althans elders in Nederland, en/of
- 3 december 2021 en/of 4 december 2021 te Alkmaar, althans elders in Nederland, en/of
- 10 december 2021 en/of 11 december 2021 te Amsterdam, althans elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die (gestolen) auto's naar een andere locatie/opslagplaats te begeleiden / verplaatsen/vervoeren.

2.Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

3.Beoordeling van het bewijs

3.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft integrale vrijspraak bepleit omdat op basis van het dossier betrokkenheid van de verdachte bij enig onderdeel van het tenlastegelegde niet kan worden vastgesteld. Hij heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat de ANPR-gegevens, de herkenningen van de verbalisanten en de observaties van de verbalisanten onbetrouwbaar zijn en daarom niet kunnen worden gebruikt voor de bewijsvoering.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Redengevende feiten en omstandigheden
De rechtbank komt tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten op grond van de bewijsmiddelen die in de bijlage bij dit vonnis zijn vervat.
3.3.2
Bewijsmotivering
Op grond van de bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat in de periode van augustus 2021 tot en met december 2021 negen auto’s in de nachtelijke uren zijn gestolen. Dit betrof in acht gevallen een Toyota, type RAV4 of CH-R en in een geval een Mazda. Al deze auto’s hebben als kenmerk dat zij door middel van key-less entry te bedienen zijn. Van al deze auto’s hebben de eigenaren alle originele sleutels behouden en zijn op de plaats delict geen sporen van braak aangetroffen. Bij de auto’s die later rijdend zijn aangetroffen had de chauffeur telkens de beschikking over een werkende duplicaat-sleutel. Naar hierna verder gespecificeerd zal worden, is bij twee auto’s uit camerabeelden van de diefstal zelf een werkwijze te zien die past bij keyless entry. De rechtbank gaat er als vaststaand vanuit dat alle auto’s zijn gestolen door middel van keyless entry met een duplicaat-sleutel. Ter terechtzitting is hiervan de officier van justitie en impliciet de verdediging ook uitgegaan.
Wat volgens de verdediging niet wettig en overtuigend kan worden bewezen is dat de verdachte enige betrokkenheid daarbij heeft gehad. De rechtbank is evenwel van oordeel dat die betrokkenheid er wel is, in die zin dat de verdachte de medepleger is van alle diefstallen.
Daartoe overweegt de rechtbank het onderstaande, wat zij redengevend bewijs oordeelt voor de bewezenverklaring van alle feiten. De bewijsmiddelen worden in hun onderling verband en samenhang gebezigd. Aldus hebben de bewijsmiddelen niet alleen betrekking op het feit waarop zij blijkens hun inhoud rechtstreeks betrekking hebben. Zij versterken ook de bewijswaarde en bewijskracht van de bewijsmiddelen voor de feiten waarvoor zij niet direct redengevend zijn.
Algemeen
iMac
In de woning van de verdachte is een computer, type iMac, in beslaggenomen. Uit de historie van de internetbrowser blijkt dat op deze iMac is gezocht naar hoe op een gemakkelijke wijze of met decoder Toyota’s kunnen worden geopend en/of gestolen. De rechtbank gaat er vanuit dat het de verdachte is geweest die voornoemde zoektermen heeft gebruikt. Aan deze conclusie draagt tevens bij dat de inhoud van de zoekopdrachten aansluit bij de manier waarop de auto’s zijn gestolen en bij de hierna te bespreken goederen in de loods. De verklaring van de verdachte – pas op de zitting voor het eerst – dat zijn iMac ook wel eens door anderen wordt gebruikt en dat hij niets van deze zoektermen afweet doet hier niet aan af.
Loods aan [adres 2]
In de loods, gelegen aan [adres 2] , zijn diverse goederen aangetroffen waarmee ‘valse’ autosleutels kunnen worden gemaakt. Er is een Londsor apparaat aangetroffen, een apparaat dat blijkens de omschrijving op internet kan worden gebruikt om keyless-entry-autosleutels te (her)programmeren. Daarnaast zijn er diverse blanco autosleutels in een plastic gripzak aangetroffen, waaronder diverse Toyota sleutels en diverse Mazda sleutels. Ook zijn er gele en witte schroefkapjes voor kentekenplaten aangetroffen.
Op 22 december 2021 is door verbalisanten gezien dat de verdachte de loods verlaat en deze op slot draait met een sleutel. Na de aanhouding van de verdachte zijn sleutels die toegang geven tot de loods, de bijhorende wc en de meterkast in zijn fouillering aangetroffen.
De verdachte heeft – pas op de zitting voor het eerst – bekend in de loods te zijn geweest, maar verklaard niets met de huur ervan te maken te hebben en niets te weten van de in de loods aangetroffen goederen.
De rechtbank acht deze verklaring niet aannemelijk en gaat op basis van de hierna te noemen omstandigheden ervan uit dat de verdachte (een van) de huurder(s) is van het voornoemde bedrijfspand en dat de goederen in de loods (mede) aan hem toebehoren.
Blijkens de verklaring van [naam 1] hadden alleen hij en de medehuurder van voornoemd pand de sleutel van het bedrijfspand. [naam 1] verklaart voorts dat hij en de medehuurder het pand wilden gebruiken in verband met zonnepanelen en dat de medehuurder degene is die de huur met de eigenaar van het pand heeft geregeld. Wanneer hem vervolgens wordt gevraagd of hij veel omgaat met de verdachte antwoordt hij bevestigend en verklaart hij dat hij en de verdachte samen zonnepanelen zouden gaan doen. Op basis van deze verklaring van [naam 1] gaat de rechtbank er vanuit dat het de verdachte is geweest die samen met [naam 1] het pand gelegen aan [adres 2] heeft gehuurd. Deze conclusie vindt bevestiging in de verklaring van de verhuurder van de loods. Die heeft namelijk verklaard dat hij de loods heeft verhuurd aan een persoon die bereikbaar is op telefoonnummer [telefoonnummer] . De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat dit telefoonnummer zijn telefoonnummer is.
Aan deze conclusie draagt verder nog bij dat de goederen passen bij de manier waarop de auto’s zijn gestolen en de in de gehele bewijsoverweging genoemde overige feiten en omstandigheden voor de betrokkenheid van de verdachte daarbij.
Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 10]
De verdachte heeft ter terechtzitting bevestigd dat hij ten tijde van de ten laste gelegde feiten eigenaar was en gebruik maakte van de zwarte Volkswagen Golf met kenteken [kenteken 10] .
De eigenaar van de Motorola telefoon
In voornoemde auto is bij zijn aanhouding op 22 december 2021 om 23:15 uur onder meer een Motorola telefoon aangetroffen. Op de Motorola zijn diverse chatberichten aangetroffen waaruit het beeld naar voren komt dat de gebruiker van deze Motorola zich bezig houdt met het stelen van auto’s. Zo staan er berichten op de telefoon waarin wordt gesproken over ‘drivers’ en wordt er gesproken over een Londsor apparaat als hierboven genoemd.
Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat de Motorola niet van hem is. Een hem onbekende ander is – zonder medeweten van de verdachte – de Motorola in zijn auto vergeten.
De rechtbank komt op grond van het volgende tot de conclusie dat de Motorola aan de verdachte als de gebruiker ervan is toe te schrijven en dat het de verdachte is geweest die heeft deelgenomen aan het voornoemde berichtenverkeer. De Motorola heeft in de periode voorafgaand aan de aanhouding regelmatig aangestraald op de thuismast van de verdachte. Ook kunnen de bewegingen van de Motorola regelmatig worden gekoppeld aan de bewegingen van de auto van de verdachte. De Motorola is op 22 december 2021 na de aanhouding om 23:15 uur gevonden in de middenconsole van verdachtes auto, terwijl de verdachte en medeverdachte [medeverdachte] de enige inzittenden waren. Bij [medeverdachte] werd op dat moment zijn eigen Iphone aangetroffen. Uit onderzoek van deze beide telefoons blijkt dat [medeverdachte] als de gebruiker van de Iphone (als Handelwandel) en de gebruiker van de Motorola (als sneldenken) met elkaar chatten, waardoor de rechtbank concludeert dat de Motorola niet aan [medeverdachte] toebehoort. Op 22 december 2021 zijn de bewegingen van de auto van de verdachte met hem als bestuurder geobserveerd vanaf ongeveer half vijf in de middag tot het moment van de aanhouding. Uit de bevindingen betreffende de Motorola blijkt dat in elk geval enkele uren voorafgaand aan de aanhouding van de verdachte nog Signal-chats zijn geweest met voornoemde Motorola, met in elk geval om 20:03 uur nog een uitgaand bericht. Hieruit trekt de rechtbank de gevolgtrekking dat het de verdachte is geweest die (ook) op 22 december 2021 de gebruiker van de Motorola was. De enkele verklaring van de verdachte – die pas ter terechtzitting is afgelegd en geen concrete en verifieerbare gegevens oplevert over wie dan op 22 december 2021 of enige datum de gebruiker is geweest – acht de rechtbank niet aannemelijk.
Aan de conclusie dat de verdachte de gebruiker is geweest, draagt verder nog bij dat inhoud van de chat over bijvoorbeeld een ‘driver’ aansluit bij de overige in deze gehele overweging te bespreken feiten en omstandigheden betreffende verdachtes betrokkenheid bij de diefstallen en de daarbij gevolgde werkwijze met duplicaat sleutels en drivers.
Modus operandi
Bij twee van de gestolen auto’s zijn er camerabeelden, waarop de diefstal te zien is, te weten van beide auto’s van feit 3 (op [adres 3] respectievelijk [adres 4] ). Uit de beschrijvingen van die beelden blijkt dat bij beide auto’s een zelfde werkwijze is gevolgd.
De camerabeelden laten de volgende werkwijze zien. Drie personen komen gezamenlijk aanlopen. Twee van hen blijven op enige afstand van de auto samen staan. Een van de drie loopt alleen door naar de auto en blijft daar enige tijd bij. In het geval waarin de auto met deze persoon op de beelden zichtbaar is, is te zien dat hij enige tijd gehurkt zit bij de auto en op enig moment de deur opent en deels de auto inbuigt. Deze gedragingen passen bij het uitvoeren van een programmering van een blanco sleutel voor keyless-entry. Vervolgens loopt deze persoon bij de auto weg, loopt een van de twee anderen naar de auto toe, waarna de autolichten aangaan en de auto wegrijdt. De andere twee lopen weg.
Dat ook bij andere bewezenverklaarde diefstallen gebruik werd gemaakt van ‘drivers’ met duplicaat-sleutels blijkt uit de bewijsmiddelen. Zo verklaart [naam 2] (feit 2) bij de politie dat hij in opdracht van een vriend de auto naar een locatie rijdt en verklaart hij voorts dat de persoon die hem deze opdracht heeft gegeven achter hem rijdt in een zwarte Volkswagen Golf en dat hij van deze zelfde persoon de autosleutel heeft gekregen in een gripzakje, en dat hij voor het ophalen van auto’s 100 euro betaald krijgt. Ook [naam 3] (feit 3) verklaart dat de betreffende auto niet van hem is, dat hij de auto net tien minuten voor zijn aanhouding in zijn bezit heeft gekregen en dat hij niet weet waarom de autosleutel in een gripzakje zit.
Bij de aangehouden bestuurders van gestolen auto’s [naam 2] (feit 2) en [naam 3] (feit 3) zijn niet-originele duplicaat-autosleutels aangetroffen die allebei verpakt waren in een plastic gripzakje. [naam 3] had voor de auto een merkloze sleutel, [naam 2] had voor de auto een Toyota-sleutel, terwijl de eigenaar de originele sleutels alle zelf nog had. Zoals hiervoor overwogen werden in de door de verdachte gehuurde loods diverse blanco sleutels aangetroffen voor het autotype Toyota.
Toegespitst op de feiten
De rechtbank stelt op basis van de bewijsmiddelen de volgende feiten en omstandigheden vast.
Ten aanzien van feit 1
In de nacht van 17 op 18 augustus 2021 is een Mazda gestolen in Alkmaar. Op 18 augustus om 03:23 uur blijkt een persoon, die aan de hand van de camerabeelden wordt herkend als zijnde [naam 4] , te hebben geprobeerd deze Mazda te parkeren in een parkeergarage in Bergen. Uit de camerabeelden blijkt vervolgens dat [naam 4] even later (rond 3:31 uur volgens de camerabeelden) in een grijze Volkswagen Polo stapt. Kort daarop (rond 3:41 uur) wordt de verdachte tezamen met [naam 4] staande gehouden in Heiloo in een grijze Volkswagen Polo. Op camerabeelden van de parkeergarage van de volgende ochtend is te zien dat de Mazda op 18 augustus 2021 omstreeks half elf ’s ochtends in de parkeergarage wordt geparkeerd. Terwijl de bestuurder weg loopt van de auto, haalt hij iets uit zijn broekzak en knipperen de lichten van de Mazda. De rechtbank leidt hier uit af dat de bestuurder de auto van een afstand op slot doet. De verdachte wordt herkend als deze bestuurder.
Ten aanzien van feit 2
In de nacht van 11 op 12 september 2021 is een Toyota RAV4 gestolen in Castricum. Deze Toyota wordt op 12 september 2021 aangetroffen in een parkeergarage in Alkmaar en wordt vervolgens voorzien van een peilbaken. De Toyota gaat op 14 september 2021 rijden en uit de ANPR-gegevens volgt dat de auto van de verdachte een zeer korte tijd later (regelmatig maar minuten later) dezelfde route aflegt als de gestolen Toyota.
De bestuurder van de gestolen Toyota, de al eerder genoemde [naam 2] , wordt aangehouden. Tijdens zijn fouillering wordt een zwarte Toyota autosleutel aangetroffen in een doorzichtig plastic gripzakje. Tijdens het politieverhoor verklaart [naam 2] dat hij in opdracht van een vriend de auto naar Antwerpen moest rijden. Deze vriend zou achter [naam 2] aan hebben gereden in een zwarte Volkswagen Golf.
Ten tijde van de aanhouding van [naam 2] heeft de politie de zwarte Golf van de verdachte opvallend langzaam voorbij zien rijden. Bovendien is het kenteken van de Golf van de verdachte een aantal keren geregistreerd door een ANPR-camera vlak nadat de weggenomen Toyota werd geregistreerd. Drie kwartier na de aanhouding van [naam 2] ziet een verbalisant bovendien de Golf van de verdachte rijden en herkent de verbalisant de bestuurder van deze Golf als zijnde de verdachte.
Op basis van voornoemde feiten en omstandigheden concludeert de rechtbank dat het de verdachte is geweest die [naam 2] heeft opgedragen de auto naar Antwerpen te rijden en die [naam 2] de sleutel van de auto heeft gegeven en die in zijn eigen auto achter de gestolen auto met [naam 2] als driver is aangereden.
Ten aanzien van feit 3
In de nacht van 19 op 20 december 2021 zijn twee Toyota’s CH-R gestolen in Arnhem. Een van deze auto’s stond geparkeerd aan [adres 3] , de ander stond geparkeerd aan [adres 4] . Uit de in de bijlage opgenomen en hierboven reeds genoemde camerabeelden blijkt dat bij beide diefstallen de drie mannen een tijdspanne van enige minuten nodig hebben om de auto te stelen. Bij [adres 4] is te zien dat de drie met een auto komen aanrijden en twee van hen na voltooiing van de diefstal weer naar die auto teruglopen.
Via een peilbaken onder de auto van de verdachte is te zien dat de auto van de verdachte omstreeks 00:55 uur vanaf zijn woning vertrekt en een stop maakt bij de Esso te Bunnik. Ter terechtzitting heeft de verdachte bevestigd dat hij de persoon is die is te zien op de camerabeelden van de Esso. Uit de gegevens van het peilbaken blijkt dat de auto van de verdachte vervolgens doorrijdt naar [adres 3] in Arnhem, daar negen minuten stilstaat, en vervolgens doorrijdt naar [adres 4] , waar de auto elf minuten stilstaat.
Uit bovenstaande, in samenhang met alle overige in deze gehele overweging genoemde bevindingen, leidt de rechtbank af dat het de verdachte is geweest die met zijn auto en twee andere personen bij deze diefstallen betrokken was.
Twee dagen na deze diefstallen wordt de verdachte door de politie geobserveerd. Slechts seconden nadat de verdachte is gezien in [adres 5] te Westervoort zien verbalisanten één van de in de nacht van 19 op 20 december 2021 gestolen auto’s door [adres 5] rijden. De bestuurder van deze gestolen Toyota, [naam 3] , wordt aangehouden en bij hem wordt een Toyotasleutel in een plastic gripzakje aangetroffen. Uit onderzoek aan de telefoon van [naam 3] en [medeverdachte] blijkt dat [naam 3] aan [medeverdachte] in de avond van 22 december 2022 via Snapchat “
[adres 6] ”heeft gestuurd. Uit de peilbakengegevens van de auto van de verdachte blijkt dat de auto van de verdachte op 22 december 2022 om 22:20 uur op de [adres 6] reed, alwaar een woonwagenkamp is. Ter zitting heeft de verdachte ook bekend die avond in zijn auto met [medeverdachte] als passagier naar een woonwagenkamp in [plaats] te zijn gereden.
Uit bovenstaande, in samenhang met alle overige in deze gehele overweging genoemde bevindingen, leidt de rechtbank af dat de verdachte (al dan niet samen met [medeverdachte] ) [naam 3] heeft ingeschakeld om de twee dagen daarvoor gestolen auto van de stalplek weg te rijden en [naam 3] daartoe de beschikking over de duplicaat-sleutel heeft gegeven.
Ten aanzien van feit 4
Tussen 11 november en 11 december 2021 zijn er vijf Toyota’s gestolen. Drie daarvan betreffen het type RAV4 en één het type CHR. Uit ANPR-data komt naar voren dat de auto van de verdachte telkens op de nacht van de diefstal zeer korte tijd later (vaak maar enkele minuten) dezelfde route heeft afgelegd als deze gestolen voertuigen. Deze werkwijze past zodanig bij de overige in deze gehele overweging genoemde bevindingen, dat de rechtbank daaruit afleidt dat de verdachte ook hier achter de gestolen auto aanreed, toen die enkele dagen na de diefstal van een stalplek werd weggereden door een driver.
Conclusie
De rechtbank komt op grond van alle bovenstaande feiten en omstandigheden – in onderling verband en samenhang bezien – tot de conclusie dat de verdachte zich bezighield met de diefstal van auto’s door middel van keyless-entry, waarbij blanco sleutels met behulp van een Londsor-apparaat werden geprogrammeerd om als valse sleutel te dienen, waarbij een ander als driver de aldus geopende auto wegreed (mede) in opdracht van de verdachte. Aldus is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte als mededader telkens de diefstal met valse sleutel heeft gepleegd. Het dossier bevat aanwijzingen dat ook [medeverdachte] hier (mogelijk in aanzienlijke mate) bij betrokken kan zijn geweest, maar anders dan de verdachte meent ontlast dat hemzelf niet.
Overige verweren verdediging
Herkenning van de verdachte (beelden en observaties)
Ter terechtzitting heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat – kort gezegd – de herkenningen van de verdachte door verbalisanten niet voldoen aan de eisen die daaraan moeten worden gesteld en als onbetrouwbaar terzijde moeten worden geschoven. Dit verweer wordt verworpen. De rechtbank stelt vast dat de tot bewijs gebezigde herkenningen van beelden (deels bewegende beelden, deels stills) telkens voldoende inzicht geven in de mate waarin de betreffende verbalisant de verdachte kent en op welke kenmerken de herkenning berust. De rechtbank stelt ook vast dat de herkenning te Bunnik door de verdachte wordt bevestigd. De rechtbank stelt verder vast dat de herkenning tijdens observaties deels eveneens door de verdachte worden bevestigd. Tezamen genomen ziet de rechtbank geen aanleiding aan de betrouwbaarheid van de in de bijlage als bewijs opgenomen herkenningen te twijfelen. Hetgeen door de verdediging over de herkenningen is aangevoerd geeft daartoe geen aanleiding.
Tijdstippen verplaatsing
Ter terechtzitting heeft de raadsman zich verder nog op het punt gesteld dat de peilbaken methode in dit dossier niet betrouwbaar blijkt en niet bruikbaar is voor bewijs. Hiertoe wijst hij op de tijdslijnen van feit 1 en feit 3, die volgens de verdediging niet kunnen kloppen omdat een geraadpleegde routeplanner voor de betreffende trajecten een beduidend langere tijdsduur geeft.
Dit verweer wordt verworpen omdat daaraan de feitelijke grondslag ontbreekt. Immers, het verweer gaat door gebruik van een routeplanner uit van de aanname dat de geldende maximum snelheid steeds wordt nageleefd. Voor deze aanname bestaat geen grond. In tegendeel, niet onaannemelijk is dat midden in de nacht met normaal gesproken weinig verkeer beduidend harder zou kunnen worden gereden. Dat het absoluut onmogelijk zou zijn de routes in de uit de bewijsmiddelen blijkende tijdspanne af te leggen, is niet gebleken of aannemelijk geworden.
De verdediging heeft er verder op gewezen dat het door de aangever genoemde tijdstip van diefstal niet overeenstemt met het tijdstip waarop de auto van de verdachte in de betreffende straat geparkeerd heeft gestaan. De rechtbank ziet hierin geen bezwaar. Vaststaat dat de auto van de verdachte in de betreffende nacht in de straten is geweest waar daarna auto’s zijn weggenomen. Het is goed mogelijk dat de verdachte eerder een rondje heeft gereden langs de betreffende locaties van diefstal en vervolgens is teruggekomen om de auto’s te stelen.
3.4
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1 primair, 2 primair, 3 primair en 4 primair ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat
1:hij op of omstreeks 18 augustus 2021 te Alkmaar tezamen en in vereniging met een of meer anderen een Mazda met kenteken [kenteken 1] die toebehoorde aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door die auto open te maken met behulp van een gekopieerde elektronische sleutel (te weten: key-less entry);
2:hij op of omstreeks 12 september 2021 te Castricum tezamen en in vereniging met een of meer anderen een Toyota met kenteken [kenteken 2] die toebehoorde aan [slachtoffer 3] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) dat weg te nemen goed onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door die auto open te maken met behulp van een gekopieerde elektronische sleutel (te weten: key-less entry);
3:hij op of omstreeks 20 december 2021 te Arnhem tezamen en in vereniging met een of meer anderen een Toyota met kenteken [kenteken 3] en een Toyota met kenteken [kenteken 4] die toebehoorde aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) respectievelijk [slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om deze zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader(s) die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, door die auto's open te maken met behulp van een gekopieerde elektronische sleutel (te weten: key-less entry);
4:
hij op of omstreeks
- 12 november 2021 te Alkmaar
- 20 november 2021 in Nederland
- 26 november 2021 te IJmuiden
- 4 december 2021 te Alkmaar
-11 december 2021 te Amsterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen vijf auto’s (Toyota’s met kentekens [kenteken 5] , [kenteken 6] , [kenteken 7] , [kenteken 8] en [kenteken 9] ) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van deze goederen wisten dat het door misdrijf verkregen goederen betrof.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd. Blijkens het verhandelde op de terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in zijn verdediging.
Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

4.Kwalificatie en strafbaarheid van de feiten

4.1
Ontslag van alle rechtsvervolging voor feit 4
De rechtbank zal de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging voor feit 4, nu de aan hem ten laste gelegde handelingen wel bewezen kunnen worden verklaard, maar niet kunnen worden gekwalificeerd op de manier waarop zij aan de verdachte ten laste zijn gelegd. Immers, uit de bewijsmiddelen en de daarop gestoelde bewijsmotiveringen volgt dat de verdachte de onder feit 4 genoemde auto’s heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad door deze
zelf(samen met een ander of anderen) weg te nemen en zich wederrechtelijk toe te eigenen. Deze vaststelling staat in de weg aan de kwalificatie van dat bewezenverklaarde als heling (vgl. HR 31 maart 1987, NJ 1987/796 en HR 11 april 2017, ECLI:NL:HR:2017:652).
4.2
De bewezenverklaring.
Voor het overige levert het bewezenverklaarde op:
Ten aanzien van feit 1 primair en 2 primair telkens:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels.
Ten aanzien van feit 3:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

5.Strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is derhalve strafbaar.

6.Motivering van de sanctie

6.1
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar, met aftrek van de tijd die de verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
6.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bij een bewezenverklaring de rechtbank verzocht een (onvoorwaardelijke) vrijheidsstraf op te leggen die gelijk is aan de tijd die de verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, al dan niet in combinatie met een voorwaardelijke deel, met daaraan gekoppeld de algemene voorwaarden en een meldplicht bij de reclassering.
De raadsman heeft met een beroep op artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) verzocht om opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte.
6.3
Oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de sancties die aan de verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon en de draagkracht van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. In het bijzonder heeft de rechtbank het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in vereniging met een of meer anderen plegen van autodiefstallen, door middel van valse sleutels. De verdachte en zijn mededader(s) maakten hierbij gebruik van een zeer professionele werkwijze. Met behulp van technische hulpmiddelen heeft de verdachte iedere keer autosloten ‘uitgelezen’ en vervolgens autosleutels nagemaakt. Hierdoor konden de desbetreffende auto’s zeer snel en eenvoudig worden weggenomen. Deze auto’s zijn vervolgens ‘koud gezet’ en door ‘drivers’ naar andere locaties gereden. Uit het dossier komt naar voren dat de verdachte zeer berekenend te werk is gegaan. Hij heeft de ‘drivers’ het meeste risico laten lopen en heeft daarbij zelf geprobeerd buiten schot te blijven. De mate van professionaliteit waarmee de autodiefstallen zijn gepleegd en de berekendheid waarmee de verdachte te werk is gegaan neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op
het op naam van de verdachte staand Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 23 mei 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld ter zake van een soortgelijk strafbaar feit.
Om er aan bij te dragen dat in dezelfde soort zaken vergelijkbare straffen worden opgelegd, heeft het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor verschillende strafbare feiten landelijke oriëntatiepunten opgesteld. In het geval van recidive wordt bij een enkele autodiefstal als oriëntatiepunt een gevangenisstraf van drie maanden genoemd. In casu gaat het om vier (gekwalificeerde) autodiefstallen. De rechtbank is van oordeel dat in de onderhavige zaak sprake is van meerdere omstandigheden die strafverzwarend dienen te werken. Zoals hiervoor al beschreven zijn de verdachte en zijn mededaders op zeer professionele wijze te werk gegaan bij het plegen van de autodiefstallen. Uit het dossier komt naar voren dat de verdachte daarbij een belangrijke rol heeft gehad, gelet op de goederen die zijn aangetroffen in de door hem gebruikte loods, welke goederen bestemd waren voor het plegen van de autodiefstallen en gelet op de omstandigheid dat de verdachte degene was die andere personen vroeg om de gestolen auto’s te verplaatsen en in zijn eigen auto die auto’s volgde. Dat de verdachte gebruik maakte van andere personen die de auto’s moesten verplaatsten, kennelijk met de bedoeling om zelf buiten schot te blijven, neem de rechtbank de verdachte eveneens zeer kwalijk.
De rechtbank is van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf onvoldoende recht doet aan de aard en de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder die zijn begaan, en dat geen andere straf op haar plaats is dan één die vrijheidsbeneming van langere duur meebrengt dan door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een vrijheidsbenemende straf van na te noemen duur moet worden opgelegd. De rechtbank zal echter bepalen dat een gedeelte daarvan vooralsnog niet ten uitvoer zal worden gelegd en zal daaraan een proeftijd verbinden van drie jaren, opdat de verdachte ervan wordt weerhouden zich voor het einde van die proeftijd schuldig te maken aan een strafbaar feit.

7.Bijkomende straf

De rechtbank is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten de personenauto met kenteken [kenteken 10] , dient te worden verbeurd verklaard. Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de bewezen verklaarde feiten met behulp van dat voorwerp, dat aan de verdachte toebehoort, zijn begaan.

8.Overige beslissingen omtrent in beslag

De rechtbank is van oordeel dat het onder de verdachte in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten € 1.864,60 dient te worden teruggegeven aan de verdachte, aangezien hij redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
Ten aanzien van de overige onder verdachte in beslag genomen voorwerpen zoals opgenomen op de beslaglijst overweegt de rechtbank als volgt. De verdachte heeft ter terechtzitting afstand gedaan van de in beslag genomen goederen, met uitzondering van de personenauto en het geld door, zakelijk weergegeven, te verklaren dat hij enkel de teruggave wenst van het geld en de personenauto en dat de overige in beslag genomen goederen ter beschikking van het openbaar ministerie kunnen blijven. De rechtbank neemt ten aanzien van die voorwerpen dan ook geen beslissing.

9.Vorderingen benadeelde partij

9.1
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 294,24 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 1 laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit gederfde inkomsten.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij hoofdelijk toewijsbaar is, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft zich – gelet op de bepleite vrijspraak – op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering.
Subsidiair stelt de raadsman zich op het standpunt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering omdat de vordering niet voldoende is onderbouwd.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat de materiële schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 1 bewezen verklaarde feit en acht de vordering voldoende onderbouwd met de opgave van het aantal uren dat de benadeelde partij niet heeft kunnen werken als gevolg van het afhandelen van de diefstal van de auto en het overzicht van de opgenomen verlofuren. De rechtbank zal de vordering dan ook toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 januari 2022 (de datum van het instellen van de vordering) tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 1 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: diefstal in vereniging door middel van een valse sleutel] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.
9.2
Vordering benadeelde partij [slachtoffer 4]
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft een vordering tot schadevergoeding van € 1.118,73 ingediend tegen verdachte wegens materiële schade die zij als gevolg van het onder 3 laste gelegde feit zou hebben geleden, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag. De gestelde materiële schade bestaat uit:
  • reparatiekosten Toyota (€ 518,73)
  • gederfde inkomsten (€ 600,00)
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het deel van de vordering dat betrekking heeft op de gederfde inkomsten toewijsbaar is en dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in zijn vordering.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van de verdachte heeft zich – gelet op de bepleite vrijspraak – op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering.
Subsidiair stelt de raadsman zich op het standpunt dat de benadeelde partij zijn schade onvoldoende heeft onderbouwd en derhalve niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank is het met de raadsman en de officier van justitie eens dat onvoldoende is vast komen te staan dat de gestelde schade aan de Toyota rechtstreeks voortvloeit uit het onder 3 bewezenverklaarde feit. Uit het strafdossier blijkt niet van schade aan de weggenomen Toyota en ook in de vordering wordt de gestelde schade niet beschreven. De rechtbank zal de benadeelde partij derhalve in dit deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren. Ten aanzien van de gederfde inkomsten is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde partij voldoende heeft gesteld dat zijn schade rechtstreeks voortvloeit uit het onder 3 bewezenverklaarde feit. De raadsman heeft deze schade naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende inhoudelijk betwist. De rechtbank zal de vordering dan ook tot een bedrag van € 600,00 toewijzen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 februari 2022 (de datum van het instellen van de vordering) tot aan de dag der algehele voldoening.
Daarbij zal de rechtbank bepalen dat indien een medeverdachte dit bedrag geheel of gedeeltelijk heeft betaald, de verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Daarnaast dient de verdachte te worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken.
De rechtbank ziet als gevolg van verdachtes onder 3 bewezen verklaarde handelen [kort gezegd: diefstal in vereniging door middel van een valse sleutel] aanleiding ter zake van de vordering van de benadeelde partij de schadevergoedingsmaatregel van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht op te leggen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat de verdachte de onder 1 tot en met 4 ten laste gelegde feiten heeft begaan zoals hiervoor onder 3.4 weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt hem daarvan vrij.
Verklaart het onder 4. bewezenverklaarde niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Bepaalt dat de onder 1 tot en met 3 bewezen verklaarde feiten de hierboven onder 4.2 vermelde strafbare feiten opleveren.
Verklaart de verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
16 [ZESTIEN] maanden, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 6 [ZES] maanden,
nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat verdachte voor het einde van de op drie jaren bepaalde proeftijd zich aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tijd die de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurd: 1 STK Personenauto [kenteken 11] (
Omschrijving: G1200128, zwart, merk: Volkswagen Golf, chassisnr: WVWZZZAUZFP092258).
Wijst toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij [slachtoffer 2] geleden schade tot een bedrag van €
294,24als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan [slachtoffer 2] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een (van de) / de medeverdachte(n) is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 2] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van €
294,24, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen gijzeling, en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 januari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een (van de) medeverdachte(n) aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Wijst gedeeltelijk toe de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[slachtoffer 4] geleden schade tot een bedrag van €
600,00, als vergoeding voor de materiële schade, en veroordeelt verdachte tot betaling van dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 3 februari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening, aan
[slachtoffer 4] , voornoemd, tegen behoorlijk bewijs van kwijting. Bepaalt dat indien genoemd bedrag geheel of gedeeltelijk door een (van de) / de medeverdachte(n) is betaald, verdachte in zoverre zal zijn bevrijd.
Veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering.
Legt de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van slachtoffer [slachtoffer 4] de verplichting op tot betaling aan de Staat van een bedrag van €
600,00bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 12 dagen gijzeling, en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 februari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening. De toepassing van de gijzeling heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.
Bepaalt dat voor zover dit bedrag of een gedeelte daarvan reeds door of namens een (van de) medeverdachte(n) aan de benadeelde partij en/of de Staat is betaald, de verdachte in zoverre van die verplichting zal zijn ontslagen.
Bepaalt dat betalingen aan de benadeelde partij in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de Staat en dat betalingen aan de Staat in mindering strekken op de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij.
Gelast de teruggave aan verdachte van: 1.864,60 EUR IBG 22-12-21 1864.6 (
Omschrijving: G1327432)
Heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van die voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de duur van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf.
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door
mr. D.J. Straathof, voorzitter,
mrs. P.E. van der Veen en J.C. van den Bos, rechters
in tegenwoordigheid van de griffiers M. Altena en mr. M.T. Sluis,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 september 2022.