ECLI:NL:GHAMS:2024:1432
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Effectenlease en oneerlijke bedingen in leaseovereenkomsten
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 28 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake Dexia Nederland B.V. en een consument. De zaak betreft de vraag of een beding in de leasevoorwaarden van Dexia, dat beëindigingskosten in rekening brengt, oneerlijk is in de zin van Richtlijn 93/13/EG. In een eerder tussenarrest van 22 februari 2022 had het hof partijen de gelegenheid gegeven om zich uit te laten over het karakter van dit beding. Het hof concludeert nu dat het beding oneerlijk is en vernietigd dient te worden, wat betekent dat de betalingsverplichtingen van partijen opnieuw berekend moeten worden.
Het hof heeft vastgesteld dat Dexia bij verschillende leaseovereenkomsten een vast bedrag aan beëindigingskosten in rekening bracht, wat in strijd is met de geldende richtlijnen en nationale wetgeving. De rechter heeft de oneerlijkheid van het beding onderbouwd door te verwijzen naar de verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen. Het hof oordeelt dat de consument niet redelijkerwijs had kunnen verwachten dat hij dit beding zou aanvaarden als daarover eerlijk was onderhandeld.
De uitspraak leidt tot de vernietiging van het eerdere vonnis en de partijen worden veroordeeld tot betaling aan elkaar op basis van de nieuwe berekeningen. De kosten in eerste aanleg worden gecompenseerd, en de consument wordt veroordeeld in de kosten van het hoger beroep. Dit arrest benadrukt de bescherming van consumenten tegen oneerlijke contractvoorwaarden in de context van effectenlease.