ECLI:NL:GHAMS:2024:1409
Gerechtshof Amsterdam
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging vonnis met vervangende bewijsoverweging en toevoeging strafbaarheid dader in zaak van pogingen tot diefstal in vereniging
Op 22 mei 2024 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 25 januari 2024 was gewezen. De zaak betreft de verdachte, geboren in 1994, die momenteel gedetineerd is. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, maar met de aanpassing dat de bewijsoverweging is vervangen en er een overweging is toegevoegd over de strafbaarheid van de dader. De advocaat-generaal had een gevangenisstraf van 9 maanden geëist, met aftrek van voorarrest.
Tijdens de zitting op 8 mei 2024 heeft de raadsman van de verdachte vrijspraak bepleit voor alle tenlastegelegde feiten. Hij stelde dat er onvoldoende bewijs was voor feit 2, omdat er geen aangifte was gedaan. Voor de feiten 1 en 2 werd aangevoerd dat er geen sprake was van een begin van uitvoering en dat de verdachte niet als medepleger kon worden aangemerkt. Het hof heeft echter geoordeeld dat de gedragingen van de verdachten, zoals het uitkiezen van slachtoffers en het afleiden van de aandacht, duiden op een begin van uitvoering van de diefstallen.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte een duidelijke rolverdeling hadden en dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan de pogingen tot diefstal. Hierdoor is het hof tot de conclusie gekomen dat alle drie de tenlastegelegde pogingen tot diefstal in vereniging wettig en overtuigend bewezen zijn. Het hof heeft het vonnis van de politierechter bevestigd, met inachtneming van de nieuwe overwegingen.