Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[appellant 1] ,
[appellant 2],
[appellant 3],
1.FAIRSTAR HEAVY TRANSPORT N.V.,
DOCKWISE WHITE MARLIN B.V.,
1.GEZAMENLIJKE [appellant 4] ,
[appellant 5],
1.FAIRSTAR HEAVY TRANSPORT N.V.,
DOCKWISE WHITE MARLIN B.V.,
1.De zaak in het kort
2.Het geding in hoger beroep
3.Feiten
Termination Eventeen vergoeding was verschuldigd van vier jaarsalarissen en viermaal de maximale bonus. In de [appellant 3] Services Agreement was verder vastgelegd dat de gevolgen van een eventuele loonbelastingclaim voor rekening van [appellant 3] komen.
firm orders(de FORTE en de FINESSE) en voor twee
optional vessels.
Please be noted that sellers agreed to Proposal that Contract will be signed by down payment of USD 2 mio, via which the said slot will be reserved for Fairstar. While the rest of the first installment shall be paid within June 2011 to effect the contract.”
to finalize the contract with GSI subject to satisfying the Supervisory Board we can finance. It will be on the basis of USD 110 million with delivery date Q2 2013.”
I have unanimous approval from my board of directors, but they insist we raise equity at a reasonable price.”
buyeren GSI en CSTC als
sellersgetekend voor de bouw van de FATHOM. Dit betrof een semi-submersible heavy lift-schip van hetzelfde type als de nog in aanbouw zijnde FORTE en FINESSE. De prijs voor de FATHOM was USD 111 miljoen. Het Shipbuilding Contract is gedateerd op
Down Paymentvan USD
installments. Aan het Shipbuilding Contract zijn in de loop van de tijd drie Addenda toegevoegd (namelijk op
buyeren GSI en CSTC als
sellersondertekend. Daarin is vastgelegd dat goedkeuring van de rvc is verkregen en het Shipbuilding Contract voor de FATHOM van kracht is geworden (
entered into effective).
he[ [appelanten 1.2.3] , hof]
went forward and if he was wrong he will take responsibility on the understanding we could sign the contract for FATHOM and as long as we were not committed paying any money and putting ourselves in financial risk the board approved that action and that is how we proceeded. (…) None of that is in the contract. (…) We have to formalize approval but we have signed a contract subject to finance.”
steel cutting(het snijden van de eerste staalplaat) van de FATHOM verricht. [appellant 2] was daarbij aanwezig en heeft bij die gelegenheid een Progress Certificate ondertekend. Daarin is opgenomen dat de
steel cuttingheeft plaatsgevonden
in accordance withhet Shipbuilding Contract van 3 mei 2011 en de Addenda daarop.
Down Paymentvoor de FATHOM. [appelanten 1.2.3] heeft diezelfde dag aan de rvc toestemming gevraagd om een
option paymentvan USD 2 miljoen aan GSI te mogen betalen. Nadat zij herhaald hadden dat voor de aankoop van de FATHOM eerst financiering moest zijn verkregen, hebben de commissarissen die toestemming gegeven. Het bedrag is op 8 november 2011 betaald, onder de omschrijving
option fee.
in default, waarvoor zij een
waiverheeft gekregen van de obligatiehouders. Op 7 november 2011 heeft Fairstar een kredietfaciliteit van USD 167 miljoen afgesloten bij een bankenconsortium onder leiding van de Noorse bank DnB Bank ASA (hierna: de DnB-faciliteit).
“We met with the Chinese and discussed delivery dates (WO [ [appellant 2] , hof]) and commercial issues ( [appellant 1] , hof]): we made it clear we do not have the financial recourses in place. We have until the end of April to come back with a plan. We do not have financial obligations to them. (…) and if we do not come to an agreement by the end of April they can say the FATHOM is off.”
option feevoor de FATHOM van USD 2 miljoen vermeld en verder geen andere verplichtingen met betrekking tot de FATHOM.
Emphasis of uncertainty with respect to the going concern assumption. We draw attention to the notes to the consolidated financial statements (general information) and the company
to give the joint meeting of the board of [appellant 3] directors and the board of supervisory directors of Fairstar flexibility in financing Fairstar in the most efficient manner”. Heel kort na aanvang heeft [appellant 4] deze ava voor onbepaalde tijd geschorst wegens verdenking dat Dockwise “acteerde
in concert” met enkele andere (grote) aandeelhouders. De ava is voortgezet op 14 mei 2012. Dockwise heeft toen tegen het emissievoorstel gestemd, waardoor het is verworpen. Eveneens op 14 mei 2012 heeft Dockwise haar (inmiddels) verplichte openbare bod gedaan, nog steeds van 9,30 Noorse kronen per aandeel. Zij heeft verder aan Fairstar een lening aangeboden van USD 30 miljoen, welk aanbod door [appelanten 1.2.3] is verworpen.
change of control, ingeroepen zoals bedoeld in de [appellant 3] Services Agreement. In vervolg daarop is op 14 mei 2012 een Settlement Agreement gesloten tussen [appellant 3] en Fairstar, vertegenwoordigd door [appellant 4] . Daarin is bepaald dat [appelanten 1.2.3] tot 19 juni 2012 als bestuurder zou aanblijven onder toekenning aan [appellant 3] van een vertrekvergoeding van vier jaarsalarissen en vier maal de maximale bonus. Ook is aan [appelanten 1.2.3] kwijting verleend voor eventuele vorderingen van Fairstar en is een vrijwaring gegeven voor claims van derden. Ten slotte is [appellant 3] / [appelanten 1.2.3] ontslagen uit alle verplichtingen uit de [appellant 3] Services Agreement. Op 7 juni 2012 heeft Fairstar aan [appellant 3] USD 4.025.835 betaald. In een Addendum Agreement van 19 juni 2012 is de periode waarin [appelanten 1.2.3] als bestuurder zou aanblijven, verlengd.
in defaultis met betalingen voor de FATHOM, dat Fairstar tot 20 juni 2012 de tijd krijgt om alsnog USD 20 miljoen te betalen en dat GSI bij gebreke van die betaling het contract mag ontbinden en aanspraak kan maken op een termination fee van USD 37,5 miljoen.
“the proceeds of the share issue shall be solely used for the building and purchase of a fifth vessel to be added to the Fairstar fleet”. Dockwise heeft tegen het voorstel gestemd, waardoor het is verworpen.
“Dockwise and Fairstar have both withdrawn all pending legal actions taken towards each other in the last week. They have reached an Agreement that is full and final. It is no longer a matter for the courts”.
change of control-bepalingen die recht gaven op een vertrekvergoeding bij een overname en zij waren niet (meer) gebonden aan een non-concurrentiebeding.
4.Vorderingen
5.Eerste aanleg
6.Beoordeling
Down Paymentvan USD 2 miljoen overeengekomen om het slot, zijnde de door CSTC/GSI gereserveerde periode om de FATHOM tegen een op voorhand vastgelegde aanneemsom te bouwen, veilig te stellen, met een optie op een opdracht om de FATHOM tegen een aanneemsom van USD 111 miljoen te bouwen als Fairstar op enig moment financiering zou hebben verkregen. Voor zover wel een onvoorwaardelijk Shipbuilding Contract was gesloten, was er volgens [appelanten 1.2.3] c.s. in 2011 nog geen sprake van definitieve verplichtingen ter waarde van USD 111 miljoen.
steel cuttingheeft plaatsgevonden
in accordance with the Shipbuilding Contracten de Addenda daarop. Daarmee heeft [appellant 2] als bestuurder van Fairstar naar CSTC/GSI tot uitdrukking gebracht dat Fairstar gebonden is aan het Shipbuilding Contract. Aangezien Fairstar alleen door [appelanten 1.2.3] en [appellant 2] gezamenlijk vertegenwoordigd kon worden, was Fairstar vanaf toen contractueel gebonden aan het reeds door [appelanten 1.2.3] ondertekende Shipbuilding Contract.
optional vessels. Wat [appelanten 1.2.3] c.s. naar voren brengen over de reden dat CSTC/GSI aandrongen op ondertekening van het Shipbuilding Contract, de gebruikelijkheid van de volgorde opdracht/schip/financiering, de wetenschap van CSTC/GSI dat Fairstar de financiering voor de FATHOM nog niet rond had, de ratio van het vastleggen van een slot voor de FATHOM en het belang dat zowel CSTC/GSI als Fairstar daarbij hadden, neemt niet weg dat er in het Shipbuilding Contract geen aanknopingspunten te vinden zijn waaruit volgt dat deze overeenkomst is beperkt tot het reserveren van een slot en verder slechts een optie inhield voor de bouw van de FATHOM als Fairstar de financiering rond had. Voor zover het door [C] overgebrachte voorstel van CSTC/GSI zo moet worden begrepen dat dit alleen een slot met een optie op de bouw van de FATHOM inhield, is dat niet zo vastgelegd in het Shipbuilding Contract. Het Shipbuilding Contract en de Effective Confirmation Agreement bevatten ook geen financieringsvoorbehoud; de
Down Paymentis zonder voorbehoud opgenomen als eerste betaling in het betaalschema van de aanneemsom.
I have unanimous approval from my board of directors, but they insist we raise equity at a reasonable price.Daaruit blijkt dat [appelanten 1.2.3] aan CSTC/GSI heeft laten weten dat het rondkomen van de financiering belangrijk was voor de rvc, maar niet (voldoende duidelijk) dat de rvc het rondkomen van de financiering als voorwaarde had verbonden aan de gegeven toestemming. [appelanten 1.2.3] c.s. kunnen daarom evenmin worden gevolgd in hun betoog dat de opschortende voorwaarde is vervangen door een nieuwe (opschortende) voorwaarde, te weten het verkrijgen van financiering, althans dat Fairstar zich tegenover CSTC/GSI hierop had kunnen beroepen.
installmentste voldoen, bevestigen de stelling dat Fairstar zich met het Shipbuilding Contract onvoorwaardelijk heeft verbonden om de aanneemsom van USD 111 miljoen te voldoen voor de bouw van de FATHOM.
securednew shipbuilding orderin 2011 kwalificeerde”, leidt niet tot een ander oordeel. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat deze beslissing van GSI inzake haar jaarrekening over 2011, kennelijk gebaseerd op het toepasselijke jaar-rekeningenrecht, leidt tot ontslag van Fairstar c.s. uit haar civielrechtelijke verplichtingen jegens GSI op grond van het Shipbuilding Contract.
if we do not come to an agreement by the end of April they[CSTC/GSI, toevoeging hof]
can say the FATHOM is off” en de vragen van CTSC/GSI aan [appellant 2] over het doorgaan van de bouw van de FATHOM nadat Fairstar op
secured orderof
effective newbuilding orderin hun eind maart 2012 opgemaakte en openbaar gemaakte jaarrekening;
leverageop Fairstar hadden. Tussen CSTC/GSI en Fairstar bestond in de relevante periode ook een intensief samenwerkingsverband;
For the avoidance of doubt, the events and/or occurrences which entitle the BUYER to rescind and cancel the Contract shall be [appellant 3] to those occurrences or events specified in this Contract which specifically permits the BUYER to do so. No other event or circumstance shall give rise to any right to the BUYER for rescission or cancellation of the Contract whether under this Contract or under any applicable laws.” [appelanten 1.2.3] c.s. hebben niet gemotiveerd aangevoerd dat Fairstar een beroep zou kunnen doen op ‘
events and/or occurrences’die beëindiging van het Shipbuilding Contract zonder betaling van meer dan de Down Payment zouden kunnen rechtvaardigen. Niet gesteld of gebleken is dat partijen in een later stadium een aanvullende beëindigingsgrond zijn overeengekomen voor het geval de financiering niet rond zou komen. Zelfs als veronder-stellenderwijs aangenomen wordt dat partijen in februari 2012 over dat scenario nadere afspraken hebben gemaakt, zoals die in de notulen van 29 februari 2012 worden opgetekend uit de mond van [appelanten 1.2.3] , dan blijkt daaruit slechts een mogelijkheid voor GSI om te ontbinden. Fairstar kon ook nadien de overeenkomst slechts beëindigen in een van de contractueel bepaalde gevallen.
in defaultis met betalingen voor de FATHOM, dat Fairstar tot 20 juni 2012 de tijd krijgt om alsnog USD 20 miljoen te betalen en dat GSI bij gebreke van die betaling het contract mag ontbinden en aanspraak kan maken op een
termination feevan USD 37,5 miljoen. Dit is door [appelanten 1.2.3] op 22 mei 2012 besproken met (onder andere) [appellant 4] en [appellant 5] . Volgens de [appelanten 4.5] c.s. was er desondanks geen reden tot twijfel aan de mededeling van het bestuur dat geen onvoorwaardelijk Shipbuilding Contract was aangegaan met CSTC/GSI. Een redelijk denkend commissaris zou echter getwijfeld hebben aan deze mededeling, of daar vragen over hebben gesteld. Dat geldt temeer in het licht van geventileerde mening van [appelanten 1.2.3] dat er enkel sprake was van een optie op de FATHOM waarbij alleen het slot was gereserveerd en waarmee USD 2 miljoen was gemoeid. Dat strookt immers niet met de
termination feevan USD 37,5 miljoen. Daarbij komt dat in de op 12 april 2012 vastgestelde jaarrekening 2011 een zorgwekkende goingconcernparagraaf van de accountant was opgenomen, waardoor deze aangegane financiële verplichting, die erop neerkomt dat Fairstar mogelijk USD 37,5 miljoen moet betalen terwijl daar geen tegenprestatie van GSI tegenover staat, op zijn minst aanleiding had moeten zijn tot het doen van nader onderzoek inzake de stand van zaken met betrekking tot de FATHOM bijvoorbeeld door navraag te doen bij CSTC/GSI. [appellant 4] c.s. hebben dat nagelaten.
change of control– in diverse arbeidsovereenkomsten bepalingen zijn toegevoegd die erin resulteerden dat bij een
change of controlvertrekvergoedingen zouden worden betaald en non-concurrentiebedingen zouden komen te vervallen.
termination feevan USD 37,5 miljoen en tegelijkertijd op grond van de overeenkomsten gehouden vertrekvergoedingen te voldoen aan [appelanten 1.2.3] c.s. De vertrekvergoedingen zijn daarmee ten aanzien van de inhoud en de gevolgen ervan zodanig onevenwichtig, dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat Fairstar daaraan gebonden zou zijn.
Dockwise and Fairstar have both withdrawn all pending legal actions taken towards each other in the last week. They have reached an Agreement that is full and final. It is no longer a matter for the Courts.”
€ 1.214(tarief II, 1 punt)
€ 1.214(tarief II, 1 punt)