Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Tenlastelegging
Vonnis waarvan beroep
Vordering van het openbaar ministerie
Vrijspraak
Vordering van de benadeelde partij Liander
BESLISSING
spreekt de verdachtedaarvan
vrij.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 5 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was in eerste aanleg veroordeeld voor hennepteelt en diefstal van elektriciteit. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk telen van hennepplanten en het wegnemen van elektriciteit van Liander N.V. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 19 augustus 2020.
Tijdens de zitting op 22 maart 2024 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die vrijspraak voor de verdachte heeft gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is om de verdachte te veroordelen voor de tenlastegelegde feiten. De verklaringen van de verdachte en zijn oom, die ook betrokken was bij de zaak, verschilden op belangrijke punten. De verdachte heeft verklaard dat hij in het buitenland verbleef en geen weet had van de hennepkwekerij.
Het hof heeft geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs is voor betrokkenheid van de verdachte bij de hennepteelt en de diefstal van elektriciteit. Daarom is de verdachte integraal vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Daarnaast heeft het hof de vordering van de benadeelde partij Liander N.V. niet-ontvankelijk verklaard, omdat de verdachte niet schuldig is bevonden aan de feiten die de schade zouden hebben veroorzaakt. Het hof heeft het vonnis waarvan beroep vernietigd en opnieuw recht gedaan.