ECLI:NL:GHAMS:2023:994

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
26 april 2023
Publicatiedatum
26 april 2023
Zaaknummer
23-001321-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis met aanvullende overweging over het wapen in een strafzaak

Op 26 april 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 mei 2022. De zaak betreft een strafzaak met parketnummers 15-226159-21 en 16-143049-19, waarin de verdachte, geboren in 1972, in hoger beroep is gegaan tegen het eerdere vonnis. Tijdens de zitting op 12 april 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die heeft verzocht om bevestiging van het vonnis. Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar met een aanvulling op de bewijsoverweging met betrekking tot het wapen dat in de tenlastelegging is genoemd.

Het hof heeft vastgesteld dat er geen kogelhulzen of inslagen zijn aangetroffen en dat de verklaringen van getuigen wijzen op de mogelijkheid dat het gebruikte wapen een speelgoed- of namaakwapen was. Desondanks oordeelt het hof dat dit niet in de weg staat aan de bewezenverklaring van het begrip 'wapen' in de tenlastelegging, die betrekking heeft op diefstal met bedreiging met geweld in vereniging. Het hof heeft overwogen dat het wapen als dreigmiddel is ingezet en dat het er voldoende uitzag als een revolver, waarmee daadwerkelijk is geschoten, wat heeft geleid tot een knallend geluid.

De beslissing van het hof is om het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de aanvullende overwegingen die zijn gepresenteerd. Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 26 april 2023.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001321-22
datum uitspraak: 26 april 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 3 mei 2022 in de strafzaak onder de parketnummers 15-226159-21 en
16-143049-19 (TUL) tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 1972,
adres: [adres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 12 april 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het vonnis wordt bevestigd.

Vonnis waarvan beroep

Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen met dien verstande dat het hof de bewijsoverweging aanvult met onderstaande overweging met betrekking tot het wapen.
Gelet op het ontbreken van kogelhulzen en -inslagen, en gelet op de verklaringen van met name de getuigen [getuige01] en [getuige02] , is het zeer wel mogelijk dat het gebruikte wapen een speelgoed- cq namaakwapen betrof dat op zichzelf niet een wapen was in de zin van de Wet wapens en munitie. Naar het oordeel van het hof staat dat echter niet in de weg aan bewezenverklaring van “wapen” in de onderhavige tenlastelegging, die ziet op diefstal met bedreiging met geweld in vereniging. Daarbij betrekt het hof dat het wapen is ingezet als dreigmiddel en dat het wapen daarvoor ook geschikt was, nu het er in voldoende mate uitzag als een revolver, ermee kon worden geschoten en ook daadwerkelijk is geschoten, waarbij een knallend geluid te horen was.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. S.M.M. Bordenga, mr. N. van der Wijngaart en mr. W.S. Ludwig, in tegenwoordigheid van mr. S.H.M. van Gennip, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 26 april 2023.
Mr. N. van der Wijngaart, mr. W.S. Ludwig en mr. S.H.M. van Gennip zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.