Uitspraak
mr. J.M.K.P. Cornegoor, kantoorhoudende te Haarlem,
mr. J.H. Lemstra,
mr. G.C. Berkhouten
mr. L.P. Zandstra, kantoorhoudende te Amsterdam,
mr. O.L.M. Heutsen
mr. M.A. de Jager,kantoorhoudende te Amsterdam,
[A],
[B],
[C],
mr. M. Holtzeren
mr. T.S.F. Hautvast,kantoorhoudende te Amsterdam,
7 DE ONDERNEMINGSRAAD VAN IT-WORKZ B.V.,
mr. M. Eversen
mr. C. Boersma, kantoorhoudende te Amsterdam,
- verzoekster als Lighthouse;
- verweerster sub 1 als Breens;
- alle verweersters gezamenlijk als Verweersters;
- belanghebbende sub 1 als Capital A;
- belanghebbende sub 4 als [A] ;
- belanghebbende sub 5 als [B] ;
- belanghebbende sub 6 als [C] ;
- belanghebbenden sub 2 tot en met 6 als Bestuurders c.s.;
- Breens en Bestuurders c.s. gezamenlijk als Breens c.s. en
- belanghebbende sub 7 als de ondernemingsraad.
1.Het verloop van het geding
2.Inleiding en feiten
earn out-regeling. Capital A heeft daarover met Lighthouse begin 2023 een schikking getroffen. Kort nadien hebben Capital A en Lighthouse, die samen ruim 80% van de aandelen in het kapitaal van Breens bezitten, in een daartoe uitgeroepen buitengewone aandeelhoudersvergadering, besloten tot ontslag van de bestuursvoorzitter van Breens. Breens en haar bestuurders achten dat ontslag op oneigenlijke gronden gegeven en op ongepaste wijze uitgevoerd. Zij vrezen dat het ontslag grote schade aan Breens zal toebrengen.
vendor loan”). Volgens de koopovereenkomst kan de koopprijs, indien de genormaliseerde EBITA van Breens in 2019 en 2020 onder bepaalde waarden blijft, met maximaal dat bedrag worden verlaagd (de in 2.1 bedoelde
earn out-regeling). Bij meningsverschil daarover diende ingevolge de koopovereenkomst een bindend adviseur te beslissen. Driepuntnul B.V. heeft haar vordering wegens de
vendor loanovergedragen aan (onder meer) Lighthouse.
vendor loan. Breens liet Lighthouse daarnaast weten de
vendor loanin de jaarrekening over 2020 af te zullen boeken naar € 0. Lighthouse was het met een en ander oneens en maakte over het ontstane geschil verwijten aan (onder andere) Breens, haar accountant, [A] en Capital A. Na door Lighthouse te zijn bedreigd met een tuchtklacht heeft de accountant van Breens zijn werkzaamheden voor Breens neergelegd, wat tot veel problemen bij Breens heeft geleid. De verhouding tussen Breens en Lighthouse was daarna moeizaam. Breens drong aan op bindend advies, zoals in de koopovereenkomst afgesproken ingeval van een geschil over de
vendor loan, maar Lighthouse werkte daaraan niet mee. Lighthouse richtte veel verzoeken om informatie tot Breens, die niet steeds (geheel) werden ingewilligd. Begin 2022 begon Breens om die reden een arbitrageprocedure tegen Breens, waarin op 1 maart 2022 uitspraak is gedaan. De informatieverzoeken van Lighthouse zijn door de arbiter grotendeels afgewezen. Wel moest Breens haar debiteuren- en crediteurenadministratie over 2019 en 202o aan Lighthouse verstrekken. Breens is daartoe ook overgegaan. Breens heeft in de arbitrageprocedure een reconventionele vordering ingesteld om Lighthouse te veroordelen mee te werken aan de benoeming van een bindend adviseur. Die vordering is toegewezen.
vendor loanaf te dwingen, dat zij Breens daarmee schaadt en dat zij dat onacceptabele gedrag moet staken.
vendor loanop te lossen maar ook de enquêteprocedure te beëindigen. De advocaten van Breens hebben voor die onderhandelingen op 22 december 2022 een schriftelijk vastgelegd script opgesteld.
3.De gronden van de beslissing
- a) Het belang van Breens verzet zich hevig tegen het ontslag van [A] ;
- b) Iedere motivering en elk te respecteren belang ontbrak om het voorgenomen ontslag niet aan te houden tot na de geplande zitting van de Ondernemingskamer van 9 maart 2023. Dit klemt temeer nu zowel het statutaire als het niet-statutaire bestuur en de ondernemingsraad nadrukkelijk hun zorgen en bezwaren hebben geuit tegen het ontslag en Capital A nadrukkelijk hebben gewezen op de daarmee gepaard gaande risico’s;
- c) Het handelen van Capital A en Lighthouse is laakbaar doordat zij gezamenlijk en nadrukkelijk hebben geprobeerd – en nog steeds proberen – Breens te binden aan voor de onderneming nadelige en schadelijke afspraken, zonder betrokkenheid, laat staan instemming, van de overige
- d) Capital A heeft de ondernemingsraad niet (tijdig) in de gelegenheid gesteld om zijn advies uit te brengen. Dergelijk handelen is in strijd met artikel 30 WOR;
- e) Capital A heeft tot tweemaal toe geprobeerd, onder meer door oneigenlijk druk te zetten, de Ondernemingskamer de gelegenheid te ontnemen de in het tegenverzoek van Breens beschreven gang van zaken te toetsen.
vendor loanneerkomt op chantage.
buy and build” strategie minder succesvol is dan verwacht omdat de opbrengsten waarschijnlijk te gering zullen zijn in verhouding tot de te verrichten investeringen en dat de overheadkosten de pan uit rijzen. Ook de financiële rapportage en verantwoording schieten structureel tekort, mede omdat de grondslagen voor de verslaglegging in enkele jaren tijd al meerdere keren zijn gewijzigd. Zicht op verbetering ontbreekt. Capital A en Lighthouse hebben er geen vertrouwen meer in dat de financiële resultaten van Breens onder [A] structureel zullen verbeteren. Ingrijpen is daarom gerechtvaardigd. Capital A wil een bestuurder benoemen met een financiële achtergrond en die meer
in controlis, die een herstructurering kan doorvoeren bij IT-Workz, kritisch is op het algehele kostenniveau en die de onderneming kan laten groeien. Capital A benadrukt dat zij met [A] had besproken dat hij zijn werkzaamheden zou voortzetten totdat een regeling was bereikt over de voorwaarden van zijn aftreden en dat zijn vertrek in alle rust zou worden afgehandeld. Dat plan is doorkruist doordat [A] ervoor heeft gekozen de zaak te laten escaleren door iedereen binnen de onderneming te betrekken bij de strijd om zijn ontslag en tegen Capital A op te zetten. Dat maakte dat Capital A niet langer kon wachten met zijn ontslag, ook niet tot na de zitting bij de Ondernemingskamer. [A] was niet de bestuurder van de onderneming van IT-Workz in de zin van de WOR zodat de ondernemingsraad niet het adviesrecht op grond van artikel 30 WOR toekwam.
in controlwas, de
sense of urgencybij hem ontbrak en hij financieel onvoldoende was onderlegd. Hij zou moeten worden vervangen door een bestuurder met een sterker financieel profiel. Zij stelt dat zij [A] , in het kader van het verweer dat zij gezamenlijk voerden tegen het enquêteverzoek van Lighthouse, erop heeft gewezen dat zij het met de kritiek van Lighthouse op het functioneren van [A] op zichzelf eens was. Tijdens het schikkingsoverleg met Lighthouse in januari 2023 (zie daarover verder hierna onder 3.21) bleek ook Lighthouse van mening dat [A] moest worden vervangen. Dat is op 19 en 25 januari 2023 besproken met [A] . Capital A ontkent dat het ontslag van [A] een door Lighthouse gestelde voorwaarde voor het bereiken van een schikking was. Dat zij geen berichten aan [A] heeft gezonden waaruit haar kritiek op [A] functioneren blijkt, komt omdat zij zich als een aandeelhouder op afstand positioneert die vertrouwen heeft “totdat we het niet meer hebben” (aldus [E] ter zitting).
In verband met het mogelijk maken van die deal drongen jullie toen ook aan op mijn vertrek”. Dat [A] zou moeten worden ontslagen omdat hij onvoldoende functioneerde is een voorwendsel volgens Breens c.s., die Capital A opportunisme verwijten.
vendor loanvan Lighthouse, die volgens Breens c.s. en haar accountant op nihil moet worden gewaardeerd, op een bedrag van ruim € 1,5 miljoen gesteld. Een mandaat ontbrak: er is voor de met Lighthouse te voeren onderhandelen een script geschreven maar uit dat script volgt niet dat zonder afstemming met Breens tot overeenstemming kon worden gekomen, aldus Breens c.s.
vendor loante verkrijgen zeer belastend en schadelijk voor Breens waren. Capital A meent bevoegd te zijn geweest de schikking te treffen omdat zij in artikel 3.5 van de aandeelhoudersovereenkomst (zie 2.5) is gemachtigd om Breens te vertegenwoordigen in zaken die de
vendor loanbetreffen.
To avoid any conflict of interest” bieden steun aan de stelling van Capital A dat zij bevoegd was tot vertegenwoordiging van Breens in zaken die betrekking hebben op de
vendor loanen dat Capital A dus de onderhavige schikking kon treffen. Breens c.s. hebben geen feiten of omstandigheden aangevoerd die meebrengen dat artikel 3.5 van de aandeelhoudersovereenkomst in deze kwestie niet een toereikende volmacht aan Capital A gaf. Daarnaast is er kennelijk op 22 december 2022 in een bespreking tussen [E] , [A] en de advocaten van Breens nog eens een uitdrukkelijk onderhandelingsmandaat aan [E] gegeven voor het treffen van een schikking die een einde zou maken aan het geschil tussen Breens en Lighthouse. Breens c.s. hebben dat althans niet in de vereiste concrete zin betwist. Bij die gelegenheid hebben de advocaten van Breens een (vrij gedetailleerd) onderhandelingsscript voor [E] opgesteld, dat overigens volgens de tekst daarvan slechts als een leidraad voor [E] is bedoeld, dus kennelijk niet bindend is. Ook is toen, naar Capital A onweersproken heeft aangevoerd, mondeling de financiële bandbreedte besproken. In het licht van een en ander is niet aannemelijk dat Capital A de schikking met Lighthouse onbevoegd is aangegaan.
vendor loanaan Lighthouse schuldig werd erkend in de vorm van een achtergestelde lening. De aangegane verplichting drukte daarmee niet op de liquiditeitspositie van Breens. Tegen die achtergrond was het aangaan van de schikking een strategische en verdedigbare keuze. Dat over de inhoud van de schikking met Breens na 22 december 2022 geen nader overleg is gevoerd en Capital A over de stand van de onderhandelingen tussentijds, naar het schijnt, ook geen inhoudelijke mededelingen heeft gedaan aan Breens, is opmerkelijk omdat het belang en de middelen van Breens daarbij in het geding waren, maar levert nog geen gegronde reden op om aan een juist beleid of een juiste gang van zaken te twijfelen. De handelwijze van Capital A is niet onbegrijpelijk in het licht van haar stelling tot tweemaal toe te hebben bemerkt dat wat zij met [A] over de te treffen schikking had besproken, bij (de financieel adviseur van) Lighthouse bekend bleek, hetgeen haar onderhandelingspositie ondermijnde. Daarbij kan in het midden blijven of het [A] is geweest die informatie heeft gelekt, wat [A] heeft bestreden en in deze procedure ook niet is gebleken.
vendor loan. Geen van partijen heeft echter om een onderzoek naar deze feiten verzocht. De Ondernemingskamer heeft daaraan derhalve voorbij te gaan.