In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 13 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam. De verdachte was eerder vrijgesproken van het tenlastegelegde, maar het openbaar ministerie heeft hoger beroep ingesteld. De zaak betreft een verkeersdelict waarbij de verdachte werd beschuldigd van het rijden onder invloed van alcohol, en de vraag of de bloedmonsters op de juiste wijze zijn behandeld en verzonden naar het laboratorium. Het hof heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs is dat de strikte waarborgen, zoals voorgeschreven in artikel 13 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, zijn nageleefd. Hierdoor kon niet worden vastgesteld of het bloedmonster 'zo spoedig mogelijk' naar het laboratorium was verzonden, wat essentieel is voor de betrouwbaarheid van het onderzoek. Het hof heeft de vrijspraak van de politierechter bevestigd, maar met andere motivering. De raadsman had verzocht om een politieambtenaar te horen, maar dit verzoek werd niet verder besproken omdat de voorwaarde niet was vervuld. Het arrest is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier en is ondertekend door de rechters, met uitzondering van mr. N.J.M. de Munnik, die buiten staat was om te ondertekenen.