Op 9 januari 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin klaagster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, een beklag indiende tegen de beslissing van de officier van justitie om geen strafvervolging in te stellen tegen beklaagde voor groepsbelediging. Het beklag richtte zich specifiek op het gebruik van de term 'Bersiap', die beklaagde in een opiniestuk als te generaliserend en racistisch bestempelde. Klaagster betoogde dat het niet gebruiken van deze term de gebeurtenissen in de onafhankelijkheidsstrijd bagatelliseert en de verantwoordelijkheid van Indonesische daders ontkent.
Tijdens de behandeling in raadkamer op 17 november 2022 is klaagster niet verschenen, noch haar gemachtigde. Beklaagde was ook niet aanwezig, maar zijn gemachtigde, mr. H.J.Th. Biemond, heeft het hof verzocht het beklag af te wijzen. De advocaat-generaal was aanwezig en heeft de conclusie in zijn verslag van 25 augustus 2022 bevestigd.
Het hof heeft de juridische toets uitgevoerd aan de hand van artikel 137c van het Wetboek van Strafrecht, dat belediging van een groep mensen op basis van ras strafbaar stelt. Het hof concludeert dat het gebruik van de term 'Bersiap' niet zonder meer beledigend is en dat de uitlatingen van beklaagde geen negatieve conclusies over Indonesiërs als groep bevatten. De emotionele impact van de uitlatingen op de Indische Nederlanders werd erkend, maar dit maakte de term niet strafbaar. Het hof heeft daarom besloten het beklag af te wijzen, met de conclusie dat er geen goede redenen zijn voor vervolging.