ECLI:NL:GHAMS:2023:3721

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
8 februari 2023
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
23-001479-22
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak voor diefstal in vereniging, veroordeling voor medeplegen van schuldheling

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland. De verdachte, geboren in 1976 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, was in eerste aanleg veroordeeld voor diefstal in vereniging. Het hof heeft de zaak behandeld naar aanleiding van het hoger beroep dat door de verdachte was ingesteld. Tijdens de zitting op 25 januari 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging gehoord.

De tenlastelegging omvatte onder andere de diefstal van een tablet en diverse gereedschappen die toebehoorden aan verschillende bedrijven. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend kon worden bewezen dat hij als (mede)pleger betrokken was bij de diefstallen, en heeft hem daarom vrijgesproken van het primair tenlastegelegde. Echter, het hof heeft wel bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan medeplegen van schuldheling, omdat hij samen met anderen goederen heeft verworven waarvan hij redelijkerwijs had moeten vermoeden dat deze door misdrijf verkregen waren.

De verdachte is eerder veroordeeld voor vermogensdelicten, wat in zijn nadeel weegt. Het hof heeft de straf bepaald op vier maanden gevangenisstraf, rekening houdend met de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder het is begaan. Daarnaast heeft het hof gelast dat een in beslag genomen geldbedrag van 600 euro aan de verdachte wordt teruggegeven, terwijl de in beslag genomen bestelbus wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 47 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001479-22
datum uitspraak: 8 februari 2023
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 23 mei 2022 in de strafzaak onder parketnummer 15-086047-22 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1976,
zonder bekende woon- of verblijfplaats.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
25 januari 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Namens de verdachte is hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.

Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
primair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 maart 2022 tot en met 4 april 2022 te Gouda, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een tablet (merk: Samsung) en/of (installatie(s) kabel(s) en/of een of meerdere rollen aarde draad toebehorende aan [bedrijf 1] BV en/of
- een of meerdere koppelingen en/of leidingen en/of koevoet en/of 2 emmer(s) en/of een of meerdere persbekken en/of een perstang toebehorende aan [bedrijf 2] BV en/of
- een of meerdere krachtstroom stekkers toebehorende aan [bedrijf 3] BV,
in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [bedrijf 3] BV en/of [bedrijf 2] BV en/of [bedrijf 1] BV, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
subsidiair:
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 31 maart 2022 tot en met 4 april 2022 te Gouda en/of te Vijfhuizen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
- een tablet (merk: Samsung) en/of (installatie(s) kabel(s) en/of een of meerdere rollen aarde draad en/of
- een of meerdere koppelingen en/of leidingen en/of koevoet en/of 2 emmer(s) en/of een of meerdere persbekken en/of een perstang en/of
- een of meerdere krachtstroom stekkers,
althans een of meer goederen heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij en zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving en/of het voorhanden krijgen van dit goed wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.

Vonnis waarvan beroep

Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de politierechter.

Vrijspraak primair

Het hof is van oordeel dat op basis van het dossier niet met een voor een bewezenverklaring vereiste mate van zekerheid kan worden vastgesteld dat de verdachte als (mede)pleger betrokken is geweest bij de diefstallen. Naar het oordeel van het hof is aldus niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair is tenlastegelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.

Bewezenverklaring

Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
subsidiair
hij op 4 april 2022 te Vijfhuizen, althans in Nederland tezamen en in vereniging met anderen,
- een tablet (merk: Samsung) en installaties kabels en rollen aarde draad en
- koppelingen en leidingen en een koevoet en 2 emmers en persbekken en een perstang en
- krachtstroom stekkers,
voorhanden heeft gehad, terwijl hij en zijn mededaders ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed redelijkerwijs hadden moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
Hetgeen subsidiair meer of anders is tenlastegelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Geen omstandigheid is aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het subsidiair bewezenverklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het subsidiair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van schuldheling.

Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid ten aanzien van het subsidiair bewezenverklaarde uitsluit.

Oplegging van straf

De politierechter heeft de verdachte voor het in eerste aanleg primair bewezenverklaarde veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden, met aftrek van voorarrest.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het primair tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
De raadsvrouw heeft verzocht een lagere straf op te leggen.
Het hof heeft in hoger beroep de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan en gelet op de persoon van de verdachte. Het hof heeft daarbij in het bijzonder het volgende in beschouwing genomen.
De verdachte heeft zich met anderen schuldig gemaakt aan schuldheling van een tablet en een grote hoeveelheid gereedschap, bouwmaterialen en aanverwante bouwartikelen met een flinke waarde. Zij hebben een deel van deze goederen te koop aangeboden en uiteindelijk ook daadwerkelijk verkocht aan een oud ijzer handelaar voor eigen financieel gewin. Hiermee heeft de verdachte zich onverschillig betoond voor het eigendomsrecht van de oorspronkelijke eigenaren. Heling bevordert het plegen van vermogensdelicten, zoals diefstallen, nu heling bijdraagt aan het in stand houden van een afzetmarkt voor gestolen goederen. Het hof rekent dit de verdachte aan.
Blijkens een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 17 januari 2023 is hij eerder - in een korte periode drie keer ter zake van vermogensdelicten - onherroepelijk veroordeeld tot forse gevangenisstraffen, hetgeen in zijn nadeel weegt.
Gelet op de ernst van het feit in het licht van deze eerdere veroordelingen kan alleen worden volstaan met oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Anders dan de rechtbank acht het hof bewezen dat de verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan schuldheling in plaats van aan diefstal. In het licht van de ernst van het bewezenverklaarde is dit naar het oordeel van het hof niet van dusdanige betekenis dat de door de rechtbank opgelegde straf niet langer passend is. Het hof acht, alles afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van vier maanden passend en geboden.

Beslag

Teruggave aan de verdachte
Het hof zal teruggave aan de verdachte gelasten van het onder hem in beslag genomen geldbedrag groot 600 euro.
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
Het hof zal gelasten dat de in beslag genomen bestelbus, waarvan de verdachte heeft verklaard dat die hem niet meer toebehoort, wordt bewaard ten behoeve van de rechthebbende.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 47 en 417bis van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het subsidiair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedrag , te weten:
- 600 EUR (Omschrijving: G1357574).
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
- 1 STK Bestelbus (Omschrijving: 1357558, Mercedes).
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.M.P. Geelhoed, mr. F.A. Hartsuiker en mr. N.E. Kwak, in tegenwoordigheid van
mr. S.L.D. Vriend, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
8 februari 2023.
Mr. N.E. Kwak is buiten staat dit arrest te ondertekenen.
=========================================================================
[…]