Uitspraak
200.304.049/03
31 oktober 2023gedane verzoek namens
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft verzoekster, bijgestaan door mr. E. Doornbos, een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechters die haar zaak behandelden. De wrakingsprocedure vond plaats op 17 oktober 2023, voorafgaand aan een mondelinge behandeling in de hoofdzaak. Verzoekster was van mening dat de rechters partijdig waren, omdat zij de mondelinge behandeling ondanks haar verzoek om aanhouding doorgang lieten vinden. De wrakingskamer heeft het verzoek op dezelfde dag afgewezen, met de overweging dat de rechters geen vooringenomenheid vertoonden. De mondelinge behandeling in de hoofdzaak werd later die dag hervat, maar verzoekster en haar advocaat waren niet aanwezig. Op 31 oktober 2023 diende mr. Doornbos opnieuw een wrakingsverzoek in, maar dit werd als te laat beschouwd, aangezien de feiten die aanleiding gaven voor het verzoek op 23 oktober 2023 bekend waren geworden. De wrakingskamer oordeelde dat verzoekster niet-ontvankelijk was in haar verzoek, en dat zelfs als het verzoek tijdig was ingediend, het niet toewijsbaar zou zijn geweest. De beslissing werd op 21 december 2023 genomen door de wrakingskamer, bestaande uit mrs. A.V.T. de Bie, J. Piena en I.A. Haanappel-van der Burg.