Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
1.[geïntimeerde 1] ,
[geïntimeerde 2],
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
2.Feiten
3.Beoordeling
uitstekende voorwerpen”in het algemeen. Naar het oordeel van het hof volgt uit de in deze uitzonderingsbepaling gebruikte bewoordingen niet dat een balkon een ‘uitstekend voorwerp’ is zoals bedoeld in deze bepaling. Een balkon verschilt immers wezenlijk van de in die bepaling wel genoemde zaken. Een balkon is immers in tegenstelling tot die andere zaken betreedbaar. Met het aanbrengen van een balkon wordt dus een verblijfsruimte gecreëerd. Bovendien zijn de balkons (ook volgens [appellant] ) constructief verweven met het gebouw en dat geldt voor de andere genoemde zaken niet. Dit betekent dat een balkon niet valt onder de uitzondering van artikel 13 lid 2 van de splitsingsakte, maar een aanbouw is in de zin van het eerste lid van dat artikel. Voor het plaatsen daarvan is voorafgaande toestemming van de VvE vereist. Grief 2 faalt.