ECLI:NL:GHAMS:2023:3585

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
200.329.265/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een woning na beëindiging van zorg- en huurovereenkomst

In deze zaak vordert Stichting Leviaan de ontruiming van een woning, nadat zij de zorgovereenkomst en de huurovereenkomst met de bewoner, [X], heeft beëindigd. De kantonrechter heeft in eerste aanleg geoordeeld dat er geen spoedeisend belang is voor de ontruiming. Leviaan is in hoger beroep gegaan, waarbij zij stelt dat er wel degelijk sprake is van spoedeisend belang. Het hof oordeelt dat de beëindiging van de overeenkomsten rechtsgeldig is en dat [X] zonder recht of titel in de woning verblijft. Het hof wijst de vordering tot ontruiming toe, onder verwijzing naar de overlast die [X] veroorzaakt aan omwonenden en het feit dat de woning een schaarse sociale huurwoning is. Het hof verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad en legt de proceskosten ten laste van de bewindvoerder.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.329.265/01 KG
zaak-/rolnummer rechtbank Noord-Holland : 10495983 / VV EXPL 23-37
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 21 november 2023
inzake
STICHTING LEVIAAN,
gevestigd te Purmerend,
appellante,
advocaat: mr. S.M. Faber te Amsterdam,
tegen
[appellante] B.V.,in haar hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen die (zullen) toebehoren aan
[X], wonende te [woonplaats] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
niet verschenen.
Partijen worden hierna Leviaan en de bewindvoerder genoemd.

1.1. De zaak in het kort

Leviaan vordert ontruiming van een woning, nadat zij de zorgovereenkomst en de huurovereenkomst met de bewoner heeft beëindigd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Leviaan geen spoedeisend belang heeft. Het hof oordeelt dat dit spoedeisend belang er wel is en wijst de vordering toe.

2.Het geding in hoger beroep

Leviaan is bij dagvaarding van 23 juni 2023 in hoger beroep gekomen van een vonnis dat de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland (hierna: de kantonrechter) op 7 juni 2023 onder bovenvermeld zaak-/rolnummer in kort geding heeft gewezen tussen Leviaan als eiseres en de bewindvoerder en [X] (hierna: [X] ) als gedaagden. Leviaan heeft in hoger beroep alleen de bewindvoerder gedagvaard.
Tegen de bewindvoerder is verstek verleend.
Leviaan heeft daarna een memorie van grieven met producties ingediend.
Ten slotte is arrest gevraagd.
Leviaan heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog haar vorderingen tegen de bewindvoerder zal toewijzen, met veroordeling van de bewindvoerder in de kosten van beide instanties, waaronder de nakosten.

3.Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2. de feiten opgesomd die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen ook het hof als uitgangspunt. Die feiten zijn de volgende.
3.1
Leviaan verleent op diverse wijzen zorg en begeleiding aan personen die hulp nodig hebben. In sommige gevallen wordt in het kader van de zorgverlening ook huisvesting geregeld. Een van de projecten van Leviaan is Housing First. Daarbij geldt als uitgangspunt dat huisvesting een eerste voorwaarde is voor een goede zorgverlening. De deelnemers aan het project Housing First worden geplaatst in woningen die door Leviaan worden gehuurd van woningcorporaties. In dit geval heeft Leviaan een woning gehuurd van de woningcorporatie Stichting Parteon (hierna: Parteon).
3.2
In het kader van het project Housing First heeft [X] een zorgovereenkomst met Leviaan gesloten met ingangsdatum 1 augustus 2021. Op deze zorgovereenkomst zijn de algemene leveringsvoorwaarden geestelijke gezondheidszorg van toepassing. Daarnaast hebben Leviaan en [X] een ‘huurovereenkomst woonruimte met hulp en zorgbepaling Housing First [gemeente] ’ (hierna: de huurovereenkomst) met betrekking tot de woning gesloten met ingangsdatum 17 augustus 2021, waarop de ‘Algemene Huurvoorwaarden van Leviaan, Housing First’ van toepassing zijn. De huurovereenkomst is aangegaan voor ‘bepaalde tijd, te weten voor de duur van de zorg- en dienstverleningsovereenkomst.’
3.3
Bij brief van 22 februari 2023 heeft Leviaan [X] uitgenodigd voor een gesprek op haar kantoor te Koog aan de Zaan op 27 februari 2023 om 11.00 uur. In de brief is onder meer vermeld:
(…) De laatste weken verloopt het contact minder goed en geef jij regelmatig aan dat je niet begeleid wordt en wil worden door Housing First. Er is vanuit de WBV Parteon verschillende overlast klachten gemeld die wij serieus willen nemen, oplossen en in de toekomst willen voorkomen. Er zijn 3 voorwaardes die Housing First traject vraagt aan de deelnemers er is 1 voorwaarde die jij nakomt, dat is het betalen van de huur via de bewindvoerder. Maandag 27 februari gaan wij in gesprek over de voortgang van het traject. (…)Het gesprek heeft niet plaatsgevonden.
3.4
Bij brief van 28 februari 2023 heeft Leviaan aan [X] meegedeeld:
(…) Housing First [gemeente] heeft besloten dat wegens het niet naleven van de afspraken die zijn overeengekomen, de zorgovereenkomst welke samenhangt met de huurovereenkomst volgens artikel 27, 1b opgezegd kan worden. De redenen hiervoor zijn:- Niet nakomen van de bepaalde begeleidingsafspraken die we samen met jou gemaakt hebben en die jij hebt ondertekend;- Niet openstaan voor begeleiding;- Overlast en bedreigingen naar buren.(…)Dit betekent dat je op 3 april 2023 om 10 uur de sleutels van de woning ( [straatnaam] 35, Zaandijk) in dient te leveren. (…)
3.5
[X] heeft de sleutels van de woning niet ingeleverd.

4.BeoordelingDe procedure in eerste aanleg4.1 Bij de inleidende dagvaarding heeft Leviaan gevorderd de bewindvoerder en [X] te veroordelen om de woning binnen twee weken na betekening van het vonnis te ontruimen en leeg aan haar op te leveren onder afgifte van de sleutels.Zij heeft aan deze vordering ten grondslag gelegd dat [X] de zorgovereenkomst, ondanks meerdere waarschuwingen, niet is nagekomen. Leviaan heeft daarom gebruik gemaakt van haar bevoegdheid om deze overeenkomst te beëindigen per 3 april 2023. Omdat de huurovereenkomst één geheel vormt met de zorgovereenkomst heeft dit tot gevolg dat ook de huurovereenkomst is geëindigd. [X] verblijft dus zonder recht of titel in de woning. Bovendien veroorzaakt hij overlast aan omwonenden en aan medewerkers van Leviaan, aldus Leviaan.

4.2
[X] en de bewindvoerder hebben zich primair op het standpunt gesteld dat de kantonrechter onbevoegd is in zaken die te maken hebben met zorgovereenkomsten. Subsidiair hebben zij betwist dat Leviaan een spoedeisend belang heeft. Er zijn twee separate overeenkomsten en de huurovereenkomst is niet opgezegd. Verder is betwist dat [X] overlast veroorzaakt aan omwonenden. Dat medewerkers van Leviaan overlast ervaren kan niet leiden tot ontruiming van de woning in een huurzaak als deze. Een belangenafweging zou in het voordeel van [X] moeten uitvallen, aldus de bewindvoerder.
4.3
De kantonrechter heeft Leviaan niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tegen [X] . Het primaire verweer dat de kantonrechter onbevoegd zou zijn over de vordering te oordelen is verworpen. Vervolgens is de vordering voor zover gericht tegen de bewindvoerder afgewezen. De kantonrechter heeft geconcludeerd dat Leviaan geen spoedeisend belang heeft bij de gevorderde ontruiming. Samengevat heeft hij daartoe overwogen dat Leviaan de woning specifiek heeft gehuurd voor [X] in het kader van de hulp- en zorgverlening. Na een succesvolle afronding hiervan zou [X] een huurovereenkomst met de woningcorporatie kunnen sluiten. Dat er een andere persoon in het vizier is voor deelname aan het project in deze woning is gesteld noch gebleken. Verder heeft Leviaan de gestelde overlast aan omwonenden onderbouwd met twee anonieme meldingen. Deze meldingen zijn niet actueel en niet zodanig concreet en ernstig dat dit met spoed een voorziening vereist. Ten slotte heeft Leviaan onvoldoende geconcretiseerd en onderbouwd waarom de overlast die [X] veroorzaakt aan haar medewerkers maakt dat een bodemprocedure niet kan worden afgewacht, aldus nog steeds de kantonrechter.
4.4
Leviaan komt met zes grieven op tegen de beslissing van de kantonrechter, voor zover gericht tegen de bewindvoerder. Het hof zal deze grieven hieronder gezamenlijk behandelen.
Spoedeisend belang?
4.5
Dit geding draait om de vraag of Leviaan de zorgovereenkomst, en daarmee de huurovereenkomst, op rechtsgeldige wijze heeft beëindigd. Als deze vraag bevestigend wordt beantwoord betekent dit dat Leviaan reeds hierom een spoedeisend belang heeft bij het beëindigen van het (in dat geval) onrechtmatig voortgezette verblijf van [X] in de woning. Daarnaast speelt ook de overlast hierbij een rol.
De zorgovereenkomst en de huurovereenkomst
4.6
Leviaan verleent zorg en begeleiding aan personen die hulp nodig hebben. In het kader van de zorgverlening kan zij ook woonruimte ter beschikking stellen. Uitsluitend op die grond heeft zij voor [X] de woning kunnen huren van Parteon en vervolgens aan [X] onderverhuurd. Leviaan heeft in hoger beroep nader toegelicht, dat deze woning een sociale huurwoning is. Deze woningen zijn schaars en er gelden lange wachtlijsten. Leviaan moet de woning na ontruiming weer beschikbaar stellen aan Parteon, zodat deze woning op reguliere wijze kan worden verhuurd aan personen die daarvoor op grond van de regelgeving in aanmerking komen.
4.7
Met [X] is een zorgovereenkomst en een huurovereenkomst gesloten. Naar het oordeel van het hof zijn beide overeenkomsten onlosmakelijk met elkaar verbonden. Uit het samenstel van deze overeenkomsten volgt onder meer dat Leviaan de zorgovereenkomst kan opzeggen als [X] herhaaldelijk diens verantwoordelijkheden uit die overeenkomst niet nakomt, hij daarop herhaaldelijk is aangesproken en zijn gedrag niet heeft veranderd en dit heeft geleid tot een zodanige situatie dat het langer voortduren van de overeenkomst in redelijkheid niet langer van Leviaan kan worden gevergd.
4.8
Uit het in eerste aanleg en in hoger beroep gehouden relaas van Leviaan blijkt dat [X] zich keer op keer niet houdt aan de verplichtingen uit de zorgovereenkomst. Zo heeft hij (telefonisch) zijn begeleider bedreigd, weigert hij zijn begeleiders toegang tot de woning, komt hij niet opdagen op afspraken, is hij onder invloed tijdens deze afspraken of laat hij weten helemaal geen begeleiding meer te willen. Nadat Leviaan een officiële waarschuwing aan [X] had gezonden hebben twee gesprekken met hem plaatsgevonden en is een aantal (aanvullende) afspraken op papier gezet en door [X] ondertekend. Deze betreffen onder meer het betalen van de huur, het accepteren van de begeleiding en het zich onthouden van het veroorzaken van overlast. [X] heeft zich echter opnieuw niet aan de afspraken gehouden. Nadat Leviaan ook overlastmeldingen van omwonenden via Parteon had ontvangen, heeft zij [X] uitgenodigd voor een gesprek op 27 februari 2023 om de voortgang van het begeleidingstraject en de meldingen van overlast te bespreken. [X] is niet op deze afspraak (om 11.00 uur) verschenen, maar pas aan het einde van de dag en in beschonken toestand, aldus Leviaan. Hierop heeft Leviaan bij brief van 28 februari 2023 de zorgovereenkomst “welke samenhangt met de huurovereenkomst” opgezegd. Ook uit de verdere toelichting in deze brief blijkt voldoende duidelijk dat de beide overeenkomsten onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden en beide zijn opgezegd.
4.9
Gezien deze gang van zaken is voldoende aannemelijk dat een bodemrechter zal oordelen dat Leviaan de zorgovereenkomst (en daarmee dus ook de huurovereenkomst) rechtmatig heeft opgezegd. Het hof realiseert zich dat de problematiek waarmee [X] te kampen heeft, is terug te voeren op zijn verleden en de psychische problemen die hij (als gevolg daarvan) heeft. Ook mag van een instelling als Leviaan worden verwacht dat zij hiermee weet om te gaan, geduld betracht en cliënten kansen biedt om hun leven te beteren. Zoals de kantonrechter al overwoog is het juist Leviaan die zich bezighoudt met de zorg en begeleiding van mensen met meervoudige en complexe (psychische dan wel psychiatrische) problemen. Uit de overgelegde producties in eerste aanleg en hoger beroep leidt het hof echter af dat Leviaan zo ook heeft gehandeld, maar dat de maat vol was en dat het voor [X] geen verassing kan zijn geweest dat de zorgovereenkomst (en daarmee de samenhangende huurovereenkomst) is opgezegd. [X] heeft tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg de vraag gesteld welke begeleiding hij op grond van de zorgovereenkomst had moeten krijgen en of deze hem wel is aangeboden. Hij lijkt hiermee te doelen op de kwaliteit van de geboden hulpverlening. Maar uit zijn gedrag blijkt weinig bereidheid om hulp te ontvangen noch enige bereidheid om zelf bij te dragen aan de oplossing van zijn problemen. Bovendien heeft hij zijn gedrag niet veranderd, ondanks een laatste, zeer specifieke, waarschuwing. Sterker nog, uit de in hoger beroep overgelegde producties blijkt dat hij ook na het bestreden vonnis en ook tegenover andere hulpverleners hetzelfde gedrag is blijven vertonen.
De overlast
4.1
Bij het voorgaande speelt ook de door [X] veroorzaakte overlast aan omwonenden en de aard daarvan een rol. Het hof acht het voldoende aannemelijk dat deze overlast bestaat. In eerste aanleg heeft Leviaan verwezen naar twee anonieme meldingen die Parteon van omwonenden heeft ontvangen in januari en maart 2023. [X] is hierop ook aangesproken door Leviaan. Tijdens de mondelinge behandeling in eerste aanleg heeft hij alleen betwist dat hij overlast veroorzaakt en gesteld dat hij goede relaties met zijn buren onderhoudt. In hoger beroep heeft Leviaan deze meldingen aangevuld met nieuwe meldingen aan Parteon. Hieruit blijkt niet dat [X] goede relaties met zijn buren onderhoudt. Integendeel, [X] lijkt het eerder gemelde gedrag voort te zetten. Zo uit hij regelmatig bedreigingen tegen omwonenden, belt hij bij buurgenoten aan, schreeuwt hij en dreigt hij omwonenden over de reling van de galerij te gooien. De meldingen zijn weer anoniem gedaan omdat de melders vrezen voor hun eigen veiligheid. Zij voelen zich ook niet meer veilig in hun eigen huis. Daarnaast blijkt uit deze meldingen dat Parteon en de politie ook regelmatig mondeling door de melders zijn benaderd. Dit is ook in lijn met de eerdere verklaring van de wijkcoach van Parteon op de mondelinge behandeling in eerste aanleg. Deze verklaarde dat Parteon door meerdere omwonenden mondeling is benaderd met klachten over het gedrag van [X] .
Belangenafweging
4.11
Uit het voorgaande volgt dat zowel de zorgovereenkomst als de huurovereenkomst rechtsgeldig zijn opgezegd per 3 april 2023. Dit leidt tot de conclusie dat [X] op dit moment zonder recht of titel in de woning verblijft. Bij deze stand van zaken is het voldoende aannemelijk dat de bodemrechter een vordering tot ontruiming zal toewijzen. Daarnaast is voldoende gebleken dat Leviaan een zodanig spoedeisend belang heeft dat van haar niet kan worden verwacht dat zij de uitkomst van de bodemprocedure afwacht. De aan [X] ter beschikking gestelde sociale huurwoning is een schaarse woning waar wachtlijsten voor bestaan. De woning moet dan ook weer ter beschikking van Parteon worden gesteld. Daarnaast is de door [X] veroorzaakte overlastsituatie voor de omwonenden nijpend. Tegelijkertijd lijkt [X] ook nu nog steeds geen enkele vorm van begeleiding te aanvaarden. Ten slotte speelt hierbij mee dat Leviaan heeft toegezegd te zullen voorkomen dat [X] op straat komt te staan: [X] kan terecht voor een slaapplek bij [...] Leger des Heils.
Slotsom
4.12
Dit alles leidt ertoe dat de grieven slagen en voor het overige buiten bespreking kunnen blijven. Het vonnis zal worden vernietigd en het hof zal de vordering tot ontruiming toewijzen. Gezien de aard en de ernst van de overlast ziet het hof aanleiding dit arrest uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. De proceskosten van de eerste aanleg en het hoger beroep komen ten laste van de bewindvoerder.

5.5. Beslissing

Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis voor zover dit aan het oordeel van het hof is onderworpen en voor zover daarin de vorderingen tegen de bewindvoerder zijn afgewezen;
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt de bewindvoerder om binnen twee weken na betekening van dit arrest de woning aan de [straatnaam] 35 te [woonplaats] te ontruimen en leeg op te leveren aan Leviaan, onder afgifte van de sleutels;
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van de procedure in eerste aanleg, tot op heden aan de zijde van Leviaan begroot op € 257,14 aan verschotten en € 529,00 voor salaris;
veroordeelt de bewindvoerder in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van Leviaan begroot op € 912,14 aan verschotten en € 1.183,00 voor salaris en op € 173,- voor nasalaris, te vermeerderen met € 90,- voor nasalaris en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van dit arrest plaatsvindt;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.A. Wabeke, J.C.W. Rang en R.J.Q. Klomp en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023.