ECLI:NL:GHAMS:2023:3342

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
21 november 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
200.313.590/01
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging koopovereenkomst schadeauto wegens dwaling en mededelingsplicht

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een consument, [appellant], tegen Auto Montfoort V.O.F. betreffende de verkoop van een tweedehands schadeauto, een Volkswagen Passat. De appellant heeft de auto op 1 februari 2021 gekocht, maar heeft kort na de aankoop schade aan de auto ontdekt die niet was vermeld bij de verkoop. Hij heeft de koopovereenkomst buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling en heeft terugbetaling van de koopprijs geëist. De kantonrechter heeft de vordering van de appellant afgewezen, maar het hof heeft in hoger beroep geoordeeld dat de appellant wel degelijk bevoegd is tot vernietiging van de koopovereenkomst. Het hof oordeelt dat Auto Montfoort een mededelingsplicht heeft geschonden door de schade aan de versnellingsbak niet te vermelden. Het hof heeft de vordering van de appellant toegewezen en Auto Montfoort veroordeeld tot betaling van € 2.129,00, vermeerderd met wettelijke rente. De kosten van de procedure zijn ook voor Auto Montfoort.

Uitspraak

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.313.590/01
zaaknummer rechtbank Amsterdam : 9245987 CV EXPL 21-7913
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 21 november 2023
inzake
[appellant],
wonend te [woonplaats 1],
appellant,
advocaat: mr. F.J.N. Hendriksen-Rattan-Tewari te Uithoorn,
tegen
1)
AUTO MONTFOORT V.O.F.,
gevestigd te Montfoort, en
2)
[geïntimeerde 2], en
3)
[geïntimeerde 3],
beiden wonende te [woonplaats 2],
geïntimeerden,
advocaat: mr. A. Mao te Schiedam.

1.Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant] en gezamenlijk in vrouwelijk enkelvoud Auto Montfoort genoemd.
[appellant] is bij dagvaarding van 18 maart 2022 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 20 december 2021, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen [appellant] als eiser en Auto Montfoort als gedaagde.
Bij tussenarrest van 9 augustus 2022 is een mondelinge behandeling na aanbrengen gelast.
Op 5 september 2022 is onder nummer 11/2022 een akte opgemaakt van het depot door [appellant] van een USB-stick met een geluidsopname behorende bij productie 9 van de inleidende dagvaarding.
Op 1 december 2022 heeft de mondelinge behandeling na aanbrengen plaatsgehad. Na afloop daarvan is de zaak verwezen naar de rol voor voort procederen.
[appellant] heeft een memorie van grieven tevens wijziging van eis, met producties genomen.
Aan Auto Montfoort is wegens het verstrijken van de daarvoor geldende termijn verval verleend van het recht om een memorie van antwoord te nemen.
Op verzoek van [appellant] is arrest bepaald.
[appellant] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - zijn in hoger beroep gewijzigde eis zal toewijzen, met veroordeling van Auto Montfoort in de kosten van de eerste aanleg en het hoger beroep, met rente.
[appellant] heeft in hoger beroep bewijs aangeboden.

2.Feiten

2.1.
De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1.1. tot en met 1.12. de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. [appellant] komt met de grieven I t/m V tegen de juistheid c.q. volledigheid van een aantal van de door de kantonrechter vastgestelde feiten op. Het hof zal de grieven, waar nodig, met de overige grieven behandelen. Voor zover niet in geschil liggen de feiten als volgt.
2.2.
Auto Montfoort houdt zich bezig met de handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s, autoschadeherstel en in- en verkoop van schadeauto’s. Zij heeft geadverteerd met een Volkswagen Passat GTE 1.4 DSG automaat van het jaar 2016 voor € 14.700,00 met een vermelding bij schades:
‘voorschade, rechterschade, auto is verrijdbaar’.
2.3.
[appellant] is een consument. Hij is de Volkswagen Passat op 1 februari 2021 bij Auto Montfoort komen bekijken. Hij heeft de auto diezelfde dag gekocht, betaald en meegenomen. Auto Montfoort heeft van de koop een factuur opgemaakt waarop staat vermeld
‘Gekocht zoals gezien, zonder enkele garantie, zo akkoord bevolen’en ‘
per bank ING voldaan 13350,- euro (…) tnv auto montfoort vof’.Volgens het vrijwaringsbewijs is de auto die dag om 16:52 uur overgeschreven op naam van [appellant].
2.4.
Op 2 februari 2021 heeft [appellant] per Whatsapp een foto van schade aan de onderkant van de auto naar Auto Montfoort gestuurd.
2.5.
Op 3 februari 2021 is de auto na vervanging van een band met uitstulpingen APK-goedgekeurd. Diezelfde dag is [appellant] met de auto teruggegaan naar Auto Montfoort en heeft hij geklaagd over de schade aan de onderkant van de auto. Auto Montfoort heeft toen de kosten van herstel van de schade begroot op € 400,00. Partijen hebben afgesproken dat Auto Montfoort de helft van die kosten voor zijn rekening zou nemen. Omdat [appellant] de auto elders zou laten herstellen heeft Auto Montfoort € 200,00 aan [appellant] betaald.
2.6.
Bij brief aan Auto Montfoort van 15 februari 2021 heeft [appellant] de koopovereenkomst alsnog buitengerechtelijk vernietigd op grond van dwaling subsidiair ontbonden wegens non-conformiteit en heeft hij terugbetaling gevorderd van de koopprijs die volgens hem € 14.250,00 heeft bedragen tegen teruggave van de auto.
2.7.
Auto Montfoort is op de vernietigings- / ontbindingsverklaring van [appellant] niet ingegaan.

3.Beoordeling

3.1.
[appellant] heeft in eerste aanleg in rechte vernietiging subsidiair ontbinding van de koopovereenkomst gevorderd, althans verklaring voor recht dat de koopovereenkomst buitengerechtelijk is vernietigd subsidiair ontbonden, met in beide gevallen veroordeling van Auto Montfoort tot terugbetaling van de door hem gestelde koopprijs van € 14.250,00 en tot betaling van € 3.895,67 aan schadevergoeding, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 februari 2021, alsmede om de auto terug te nemen tegen afgifte van een vrijwaringsbewijs op straffe van dwangsommen, met veroordeling van Auto Montfoort tot betaling van € 393,84 aan buitengerechtelijke incassokosten en de kosten van het geding met nakosten. [appellant] heeft aan de vordering ten grondslag gelegd dat Auto Montfoort de auto heeft aangeboden met alleen lakschade en bij het verkoopgesprek heeft gezegd dat de auto verder in uitstekende staat verkeerde. Op de hefbrug bij de APK-keuring is hem echter gebleken dat de auto schuurplekken had aan de onderkant en dat er olie lekte uit de versnellingsbak. [appellant] stelt dat hij die schade bij de verkoop niet hoefde te verwachten en dat hij anders de auto niet, althans niet voor dezelfde prijs, zou hebben gekocht, zodat hij bij de koop heeft gedwaald omtrent de eigenschappen van de auto, althans de auto niet de eigenschappen bezit die hij op grond van de koopovereenkomst mocht verwachten.
3.2.
Auto Montfoort heeft de vordering en de grondslagen waarop die berust gemotiveerd bestreden. Zij heeft primair tot verweer aangevoerd dat zij de € 200,00 ter finale beslechting heeft betaald. Subsidiair is haar verweer dat [appellant] wist dat het om een schadeauto ging en dat het voor haar ondoenlijk is om iedere auto op alle schades na te lopen, reden waarom zij op haar website verwijst naar haar pagina op www.schadeautos.nl. Daar staat dat aan haar advertenties geen rechten kunnen worden ontleend en wordt potentiële kopers geadviseerd om iemand mee te nemen met verstand van schadeauto’s/-herstel.
3.3.
De kantonrechter is Auto Montfoort in haar subsidiaire verweert gevolgd en heeft de vorderingen afgewezen met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellant] in de kosten van het geding met nakosten.
3.4.
[appellant] heeft in hoger beroep zijn eis gewijzigd in een vordering tot veroordeling van Auto Montfoort tot betaling van € 4.657,00 met rente vanaf de veertiende dag na de datum van dit arrest ter opheffing van het nadeel dat hij heeft geleden van de koop. Het bedrag is opgebouwd uit (€ 1.903,43 + € 1.270,50 + € 477,02 =) € 3.650,95 kosten vervangen automaatbak en € 1.006,05 kosten vervangend vervoer per saldo € 4.657,00.
3.5.
Het hof ziet aanleiding om te beginnen met het door de kantonrechter onbehandeld gelaten primaire verweer van Auto Montfoort dat zij de € 200,00 ter finale beslechting heeft betaald. Daarbij is uitgangspunt dat Auto Montfoort van dat verweer de bewijslast heeft, nu zij daaraan het rechtsgevolg verbindt dat [appellant] zijn rechten uit de overeenkomst heeft prijsgegeven. Auto Montfoort heeft daartoe volstaan met de enkele stelling dat zij de € 200,00 ter finale beslechting heeft betaald. Daarmee is echter niet gezegd dat [appellant] die betaling redelijkerwijs ook als ter finale beslechting heeft kunnen en moeten begrijpen. [appellant] heeft dat betwist. Hij stelt tot verweer dat hij met de betaling van € 200,00 heeft ingestemd op voorwaarde dat de versnellingsbak voor € 400,00 kon worden gerepareerd, terwijl die voorwaarde niet is vervuld. Het had op de weg van Auto Montfoort gelegen om daartegenover met een onderbouwing van de door haar gestelde finale beslechting te komen. Nu het daaraan ontbreekt moet het verweer als ongegrond worden verworpen.
3.6.
De in hoger beroep gewijzigde vordering van [appellant] is gegrond op artikel 6:230 lid 2 BW. Op de voet van die bepaling kan de rechter in plaats van de vernietiging uit te spreken op grond van dwaling, op verlangen van een van partijen de gevolgen van de overeenkomst wijzigen ter opheffing van het nadeel dat de tot vernietiging bevoegde bij ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst lijdt.
3.7.
Daarmee is het de vraag of [appellant] bevoegd is tot vernietiging van de koopovereenkomst op grond van dwaling. De kantonrechter heeft die vraag ontkennend beantwoord. In het bestreden vonnis is ter zake als volgt overwogen:
“9. Met Montfoort is de kantonrechter van oordeel dat gelet op de omstandigheden van het geval dat het hier om de (ver)koop van een schadeauto gaat, niet op de verkoper maar op de koper een verzwaard onderzoeksplicht toekomt. [appellant] is er immers uitdrukkelijk op gewezen dat het om een schadeauto gaat en hem is uitdrukkelijk geadviseerd iemand mee te nemen met kennis van schadeauto’s en schadeherstel. Hierdoor heeft [appellant] niet kunnen volstaan met een, in zijn visie, aan Montfoort gestelde vraag of de auto op de lakschade na verder in uitstekende staat verkeerde, maar had hij zelf al dan niet met hulp van een derde, een nader onderzoek naar de staat van de auto moeten instellen. Dat [appellant] dat niet, althans niet in afdoende mate, heeft gedaan, komt voor zijn rekening en risico. Zo al [appellant] zich op dwaling als vermeld in artikel 6:228 sub a BW beroept, slaagt dit beroep niet.
10. Het beroep op wederzijdse dwaling als bedoeld in artikel 6:228 sub c BW faalt eveneens. Ook hier is doorslaggevend dat het gaat om de verkoop van schadeauto’s en dat de koper er uitdrukkelijk op is gewezen dat als hij zelf geen verstand van schadeauto’s heeft, hij iemand moet meenemen die hier wel verstand van heeft. Hierdoor heeft Montfoort bij een juiste voorstelling van zaken niet hoeven begrijpen dat [appellant] bij een juiste voorstelling van zaken van het sluiten van een overeenkomst zou worden afgehouden. [appellant] was er immers van op de hoogte dat het om een schadeauto ging en was ook gewaarschuwd om vóór het sluiten van de koop een gedegen onderzoek naar de staat van de auto te doen.”
3.8.
[appellant] kom met grief VI tegen de rechtsoverwegingen 9 en 10 van het bestreden vonnis op. De grief stelt met juistheid voorop dat naar vaste rechtspraak de goede trouw zich in het algemeen ertegen verzet dat de partij op wie een mededelingsplicht rust ter afwering van een beroep op dwaling aanvoert dat de wederpartij het ontstaan van de dwaling aan zichzelf heeft te wijten (ECLI:NL:HR:1998:ZC2629; zie ook ECLI:NL:HR:2022:1870). Daarmee is het de vraag of op Auto Montfoort een mededelingsplicht heeft gerust. Het hof beantwoordt die vraag bevestigend. Dat wordt als volgt toegelicht.
3.9.
Naar de in het verkeer geldende opvattingen heeft de verkoper een mededelingsplicht aangaande de bij hem bekende gebreken van het verkochte die de koper op grond van de overeenkomst redelijkerwijs niet behoefde te verwachten. Naar het oordeel van het hof behoefde [appellant] niet te verwachten dat de auto behept was met een gebrek als waar het hier om gaat. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat de auto was aangeboden met alleen voor- en zijschade en - zo staat wel vast - Auto Montfoort de schade aan de automaatbak niet aan [appellant] heeft gemeld. In het licht daarvan hoefde [appellant] niet te verwachten dat hij aanstonds na de koop met een - onbestreden - schadepost van € 3.650,95 voor vervanging van de versnellingsbak zou worden geconfronteerd. Auto Montfoort heeft aangevoerd dat het voor haar ondoenlijk is om iedere auto op alle schades na te lopen. Voor zover zij daarmee heeft bedoeld te betwisten dat zij van de schade aan de versnellingsbak wist, kan dat haar niet baten omdat gesteld noch is gebleken dat zij aan [appellant] heeft medegedeeld dat zij de auto niet op alle schades had nagelopen; de waarschuwing via haar website dat aan haar advertenties geen rechten kunnen worden ontleend en om iemand mee te nemen met verstand van schadeauto’s/-herstel zijn daarvoor te algemeen en onbepaald. Daarbij komt dat in het licht van de betwisting van [appellant] niet is komen vast te staan dat hij kennis heeft genomen van bedoelde waarschuwingen; zijn stelling is dat hij heeft gereageerd op een advertentie op Marktplaats zonder de waarschuwingen. Wat daar ook van zij, [appellant] mocht erop vertrouwen dat Auto Montfoort als professionele handelaar in schadeauto’s, die zich bovendien bezighoudt met schadeherstel, zich van de staat van de auto had vergewist, alvorens die aan te bieden met alleen voor- en zijschade. Daarbij komt dat het onbetwist om schade gaat die op de brug bij de APK keuring aanstonds zichtbaar was. In het licht daarvan is de eigen onbekendheid van Auto Montfoort met de schade - als al waar - een omstandigheid die voor haar risico komt.
3.10.
Voldoende aannemelijk is dat [appellant] de auto bij een juiste voorstelling aangaande de schade aan de versnellingsbak niet - althans niet onder dezelfde voorwaarden - zou hebben gekocht. In het voorgaande ligt besloten dat Auto Montfoort dat redelijkerwijs had kunnen en moeten begrijpen, zodat de koop vernietigbaar is omdat Auto Montfoort een mededelingsplicht heeft geschonden, althans sprake is van wederzijdse dwaling, aangezien Auto Montfoort in het alsdan hypothetische geval van bekendheid met de schade niet mocht aannemen dat [appellant] de auto - voor dezelfde prijs - zou hebben gekocht; hij hoefde immers - als overwogen - die schade niet te verwachten. De grief heeft dus succes.
3.11.
Met grief VII komt [appellant] op tegen de overweging in het bestreden vonnis:
“ 15. (…) ook de mededeling in de advertentie dat de auto verrijdbaar is vormde voor [appellant] een aanwijzing dat er wellicht meer met de auto aan de hand kon zijn dan enkel lakschade. Voorts is onweersproken gebleven dat de aangeboden koopprijs relatief laag is voor dit type auto (…)”
3.12.
Deze overweging staat onder het kopje “
Beroep op non-conformiteit”. Het hof maakt daaruit op dat de overweging niet dragend is voor de beslissing op het beroep van [appellant] op dwaling. Voor zover dat niettemin zo mocht zijn bedoeld, ziet het hof daarin geen aanleiding om terug te komen op de uitkomst van grief VI. Niet valt in te zien dat [appellant] uit de mededeling dat de auto verrijdbaar was had moeten opmaken dat de versnellingsbak beschadigd was. Hetzelfde geldt voor de aangeboden koopprijs, daargelaten dat in het licht van de betwisting van [appellant] niet kan worden aangenomen dat de aangeboden koopprijs relatief laag was voor dit type auto. Bedoelde mededeling en/of de aangeboden koopprijs laten dus de vernietigbaarheid door [appellant] van de koopovereenkomst onverlet. De mededeling en/of koopprijs zijn evenmin reden om de dwaling op de voet van artikel 6:228 lid 2 BW voor zijn rekening te laten. Daarvoor is redengevend dat hetzij de dwaling van [appellant] te wijten is aan schending door Auto Montfoort van haar mededelingsplicht, zodat [appellant] niet kan worden tegengeworpen dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan, hetzij sprake is van wederzijdse dwaling waarbij onbekendheid van Auto Montfoort met de schade - als overwogen - voor haar risico komt.
3.13.
Het hof concludeert dat [appellant] bevoegd is tot vernietiging van de koopovereenkomst, zodat aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 6:230 lid 2 BW is voldaan. Daarbij komt de rechter een ruime beoordelingsvrijheid toe. Het hof neemt hier als onbestreden tot uitgangspunt dat [appellant] per saldo € 4.657,00 aan bijkomende kosten van de koop heeft gehad. Daar staat tegenover dat hij de auto inmiddels heeft verkocht en daaruit dus een opbrengst heeft genoten. [appellant] heeft over de opbrengst geen mededeling gedaan. Bij gebreke van informatie over de opbrengst kan het nadeel van [appellant] niet nauwkeurig worden bepaald. Die moet dus worden geschat. Niet kan worden uitgesloten dat die opbrengst meer heeft bedragen dan hijzelf inclusief de bijkomende kosten voor de auto heeft betaald. Het hof ziet bij deze stand van zaken grond om het nadeel van [appellant] - indachtig ook de eerdere afspraak tussen partijen - in redelijkheid te schatten op de helft waarvan [appellant] de vergoeding vordert minus de € 200,00 die Auto Montfoort al heeft betaald per saldo neerkomend op (1/2 x € 4.657,00 – € 200,00 =) € 2.129,00. Dat bedrag zal als na te melden worden toegewezen, vermeerderd met - als niet bestreden - de wettelijke rente over dat bedrag vanaf veertien dagen na de datum van dit arrest.
3.14.
De slotsom is dat het bestreden vonnis zal worden vernietigd. De vordering van [appellant] zal als na te melden worden toegewezen met afwijzing van het meer of anders gevorderde. Aan bewijslevering is niet toegekomen omdat geen voldoende onderbouwde stelling en weren zijn betrokken die - indien bewezen - van belang zijn voor de uitkomst van de zaak. Auto Montfoort wordt als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de eerste aanleg en het hoger beroep.

4.Beslissing

Het hof:
vernietigt het bestreden vonnis;
en opnieuw rechtdoende:
veroordeelt Auto Montfoort tot betaling aan [appellant] van € 2.129,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de veertiende dag na de datum van dit arrest;
veroordeelt Auto Montfoort in de kosten van het geding in beide instanties in eerste aanleg aan de zijde van [appellant] begroot op € 217,90 explootkosten, € 486,00 griffiegeld en € 746,00 voor salaris en in hoger beroep tot op heden op € 125,03 explootkosten, € 343,00 griffiegeld en € 1.672,00 voor salaris, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf de veertiende dag na de datum van dit arrest;
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.T. van der Meer, A.S. Arnold en I.A. Haanappel-van der Burg en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2023.