Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
niet verschenen
1.Het geding in hoger beroep
-primair (I) voor recht zal verklaren dat is opgezegd in strijd met een opzegverbod (het hof begrijpt: dat de ontbinding afgewezen had moeten worden op grond van het bepaalde in artikel 7:671b lid 2 BW) en (II) Nedtrain zal veroordelen om de arbeidsovereenkomst te herstellen dan wel een billijke vergoeding toe te kennen;
-subsidiair (III) voor recht zal verklaren dat [appellant] niet verwijtbaar heeft gehandeld en de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van (het hof begrijpt : de gronden van de ontbinding te wijzigen in): disfunctioneren of een verstoorde arbeidsverhouding per datum die het hof redelijk acht, en (IV) Nedtrain te veroordelen aan [appellant] te voldoen het netto equivalent van de billijke vergoeding van een jaarsalaris of een ander bedrag, onder gelijktijdige afdracht van de wettelijke verplichte inhoudingen.
2.Feiten
'Ik heb jou aangegeven dat je op dit moment niet voldoende functioneert. Dat zit hem vooral in houding en gedrag. Zoals veel op je telefoon kijken tijdens het werk, een afwachtende houding als je collega's al aan het werk zijn. Ook ben je vaak lang weg voor relatief eenvoudige klusjes en reageer je niet op de porto. Daarnaast ben je erg assertief naar collega's en daarmee heb je jezelf een naam gegeven van brutaal en lastig. (...)
Op 25 februari 2020 hebben wij op de [plaats] om 14:00 uur een gesprek gevoerd over jouw inzetbaarheid en over jouw houding en gedrag. Aanleiding voor dit gesprek is dat je op het spreekuur van de bedrijfsarts op 04 februari 2020 niet tijdig bent verschenen en op 24 februari 2020 niet bent verschenen. Ook op 19 november 2020 ben je niet bij de bedrijfsarts verschenen. ( ...) Ik verwacht van jou als medewerker dat je een actief meewerkt aan je re integratie. Niet op komen dagen bij de derde afspraak draagt daar niet aan bij. Dat is niet acceptabel.
De afgelopen periode heb ik meerdere keren vastgesteld dat je afspraken met mij niet nakomt. (...) Ik informeer (...) naar de reden waarom jij niet meer reageert op whatsapp berichten en waarom je structureel mijn telefoongesprekken overdag niet beantwoordt. Je geeft aan dat het klopt dat mijn whatsappberichten niet aankomen, jij hebt mij, zonder mij daarover te informeren, van de een op de andere dag geblokkeerd omdat je van mening bent dat Whatsapp een privé aangelegenheid is. (...) Je geeft aan dat je per e-mail bereikbaar bent voor mij en dat je ongeveer één keer per dag jouw e-mail bekijkt en deze op een moment dat het jou uitkomt beantwoordt. ( ...) We hebben nu de afspraak gemaakt dat jij van maandag tol en met vrijdag tussen 13:00 uur en 17:00 uur telefonisch voor mij bereikbaar bent.
Vandaag hadden wij om 14:00 uur een afspraak staan in gebouw 6. (...) Om 14:15 uur heb ik jou gebeld waar je bleef. Je was wel op de [plaats] aanwezig, maar gaf aan dat je niet wist hoe laat we een afspraak hadden. (...) Dit is echt de allerlaatste keer geweest. De volgende keer dat je een afspraak niet nakomt, verbind ik daar consequenties aan.
Donderdag 11 juni jl. kwam ik er bij toeval achter dat je een half uur te laat op het werk was. (…) Je antwoordde desgevraagd dat je slecht sliep en laat wakker was. Ik beschouw dit niet als een geldige reden. Wij spraken op 12 mei jl. af dat wanneer jij niet aan gemaakte afspraken kan voldoen, je mij daar telefonisch van op de hoogte stelt en een voorstel doet. Deze afspraak ben je niet nagekomen. (...) Ik vind het onacceptabel en onaanvaardbaar dat jij structureel geen gehoor geeft aan een redelijke opdracht van mij als leidinggevende (...) Op basis van bovenstaand heb ik besloten om bij herhaling hiervan een loonsanctie te treffen. (...) Wanneer in de toekomst wederom afspraken niet worden nagekomen of wanneer jij mij onjuist of onvolledig informeert, dan zal ik serieus overwegen de arbeidsovereenkomst met jou te eindigen.
Spreekt leidinggevende elke week wel een keer, dit contact is goed. Verder is het nu van belang dat er een behandeling wordt opgestart, cliënt zal dit zelf initiëren via fitwijzer. (...) Op dit moment zijn de beperkingen zodanig dat van werkhervatting geen sprake is. Over 6-8 weke graag een herbeoordeling, hopelijk is de behandeling dan gestart en is er een effect in de belastbaarheid te merken.
Op dinsdag 1 september jl. ben jij uitgenodigd voor een gesprek (...) In de nacht van 1 september jl. heb jij mij een mail gestuurd dat jij niet in staat bent om naar het gesprek te komen. (…) In de probleemanalyse dd 27 augustus jl. zijn geen beperkingen geduid ten aanzien van het in contact zijn met jouw leidinggevende. Dit maakt dat wij geen reden ertoe zien om het contact vla een derde partij te laten verlopen, en willen wij graag zelf met jou in gesprek zijn. Daarnaast is in de probleemanalyse een re-integratie advies gegeven waar wij beiden verplicht zijn om opvolging aan te geven. Wij wilden ook nagaan of jij het advies van de bedrijfsarts hebt opgevolgd, en de behandeling bij HSK hebt opgestart middels de zelfverwerkingstest.(...) Doordat jij niet op de gemaakte afspraak van 1 september aanwezig was, constateer ik dat jij je wederom niet houdt aan de gemaakte afspraken met jouw leidinggevende. lk nodig jou wederom uit op 8 september 2020 om 9:30 uur (...).
In jouw email contact ( ...) (16 september jl. - 22:57 uur) geef je aan dat het contact met de NS jouw klachten verergert. Je liet toen weten dat jij op 17 september jl. hierover contact met de bedrijfsarts op gaat nemen, dit schrijf je ook in de email van 23 september jl. Ik heb hierover navraag gedaan bij Arbo Active (AA). AA antwoordde mij desgevraagd dat je tot op heden geen contact met hen hebt opgenomen. Daarmee is het uitgangspunt onveranderd: namelijk dat er geen beperkingen gelden t.a.v. het in gesprek zijn met mij als jouw leidinggevende. (...)
‘(…) Vanaf december 2020 is patiënt bij ons in behandeling. (…)PSYCHIATRISCHE VOORGESCHIEDENIS
‘(…) Ik begreep van dhr [appellant] dat een reden waarom ontslag wordt aangevraagd het te laat op zijn werk komen is. Dit zou verklaard kunnen worden als voortkomend uit zijn psychische aandoeningen zoals genoemd in de brief van de GGZ : PTSS en depressie. In de brief staat ook dat Slapen en dagritme houden hem niet lukt. Naast de slaapstoornissen wordt er ook beschreven dat er initiatiefverlies is en meestal is er ook sprake van concentratieproblemen en geheugenstoornissen bij PTSS en depressie.’
3.Beoordeling
primairverzocht om
(I) de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van verwijtbaar handelen of nalaten van [appellant] of op grond van het bestaan van een verstoorde arbeidsrelatie;
(II) bij het bepalen van de einddatum geen rekening te houden met de opzegtermijn, nu de ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [appellant] ; en
(III) te verklaren voor recht dat [appellant] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten en daarom geen recht heeft op een transitievergoeding.
Subsidiairheeft Nedtrain verzocht om
(IV) de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van een combinatie van omstandigheden (i-grond) en
in alle gevallen(V) [appellant] te veroordelen in de proceskosten.
(i) uitbetaling van de eindafrekening;
(ii) betaling van een transitievergoeding van € 8.759,97 respectievelijk € 8.866,49 bruto en
(iii) betaling van een billijke vergoeding van € 52.685,98 bruto.
Bij wijze van onvoorwaardelijke zelfstandige tegenverzoeken heeft [appellant] verzocht om Nedtrain te veroordelen tot
(iv) terugbetaling van ten onrechte ingehouden salaris over de periode van 30 juni 2020 tot en met 20 augustus 2020;
(v) terugbetaling van ten onrechte ingehouden salaris in augustus 2020;
(vi) betaling van een loonsverhoging van 1,6% vanaf april 2021 en
(vii) een netto vergoeding van € 200,-.
(i) een transitievergoeding van € 8.546,54 bruto;
(ii) een bedrag van € 2.652,19 bruto aan te weinig betaald loon, vermeerderd met wettelijke rente en verhoging en
(iii) bij de eindafrekening de salarisverhoging van 1,6% vanaf 1 april 2020 tot 1 mei 2021.
Aan [appellant] is geen billijke vergoeding toegekend, omdat naar het oordeel van de kantonrechter geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door Nedtrain. De proceskosten zijn gecompenseerd aldus dat partijen de eigen proceskosten dragen.
grief Ibestrijdt [appellant] het oordeel van de kantonrechter dat het verzoek om de arbeidsovereenkomst te ontbinden geen verband houdt met omstandigheden waarop het opzegverbod tijdens ziekte betrekking heeft. Volgens [appellant] is dat verband er wel degelijk. [appellant] stelt dat Nedtrain tot het besluit om zijn arbeidsovereenkomst te beëindigen is gekomen wegens gedragingen en beperkingen van [appellant] , die kunnen worden gerelateerd aan zijn psychische klachten/ziekte. Dit volgt uit de brief van de huisarts van 25 februari 2021, waarin staat dat het veelvuldig te laat komen kan worden verklaard door zijn psychische aandoeningen. [appellant] had zich op 1 juli 2020 weliswaar hersteld gemeld, maar zijn psychische klachten waren niet weg, dus in feite was hij nog steeds ziek. Na het traumatische incident op 22 juli 2022 zijn de reeds bestaande psychische klachten verergerd, aldus nog steeds [appellant] .
grief III,waarin hij opkomt tegen de overweging van de kantonrechter dat is voldaan aan de uitzondering op het opzegverbod tijdens ziekte, zoals genoemd in artikel 7:670a lid 1 BW.
grief IIstelt [appellant] zich op het standpunt dat – indien wordt aangenomen dat de ontbinding geen verband houdt met de omstandigheden waarop het opzegverbod tijdens ziekte betrekking heeft – de arbeidsovereenkomst op een andere grond ontbonden had moeten worden dan op grond van verwijtbaar handelen door [appellant] . Doordat is ontbonden wegens verwijtbaar gedrag kan [appellant] geen aanspraak maken op een ziektewetuitkering van het UWV. Er had ontbonden moeten worden wegens disfunctioneren. Nedtrain heeft immers aangevoerd dat de houding en het gedrag van [appellant] onder de maat waren en dat hij in de gelegenheid gesteld is om zijn gedrag te verbeteren, maar dat dit niet heeft geholpen. Ook had ontbonden kunnen worden wegens een verstoorde arbeidsrelatie, die is ontstaan doordat Nedtrain met haar houding bewust heeft aangestuurd op een arbeidsconflict, aldus [appellant] .
grief IVkeert [appellant] zich tegen het oordeel van de kantonrechter dat een billijke vergoeding niet toewijsbaar is doordat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden wegens verwijtbaar handelen van [appellant] . [appellant] meent dat hij krachtens artikel 7:681 BW recht heeft op een billijke vergoeding, doordat is opgezegd in strijd met een opzegverbod. Dat een werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nagelaten is geen voorwaarde voor toekenning van de billijke vergoeding als gevolg van overtreding van een opzegverbod, aldus [appellant] .