Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Bespreking van in hoger beroep gevoerde verweren
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Gerechtshof Amsterdam
In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 9 februari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Rotterdam. De verdachte, geboren in 1994, was eerder veroordeeld voor diefstal door insluiping. De zaak kwam aan het hof na een hoger beroep dat was ingesteld tegen het vonnis van 13 april 2021. Tijdens de zitting op 26 januari 2023 heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de herkenning door verbalisant onvoldoende bewijswaarde heeft en dat de verdachte vrijgesproken moet worden van de voltooide diefstal. Het hof heeft echter geoordeeld dat de herkenning betrouwbaar was, gebaseerd op de kwaliteit van de camerabeelden en de specifieke kenmerken van de verdachte die door de verbalisant waren waargenomen.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte en zijn medeverdachte goederen uit de woning hebben gepakt en deze in een kussensloop hebben gestopt, wat volgens de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden gekwalificeerd als voltooide diefstal, ook al zijn de goederen niet daadwerkelijk meegenomen. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier maanden, gelijk aan de straf die eerder door de politierechter was opgelegd. Het hof heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de relevante recidive van de verdachte. De raadsman had verzocht om een lichtere straf, maar het hof oordeelde dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend was, gezien de impact van de diefstal op de slachtoffers.