ECLI:NL:GHAMS:2023:3152

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
12 december 2023
Publicatiedatum
15 december 2023
Zaaknummer
23-002701-21
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevestiging van het vonnis in hoger beroep met opheffing van voorlopige hechtenis

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 12 december 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 27 september 2021. De verdachte, geboren in 1976 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het eerdere vonnis. Tijdens de zitting op 28 november 2023 heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. Het hof heeft vastgesteld dat de behandeling in hoger beroep niet heeft geleid tot andere overwegingen dan die van de rechtbank. Daarom heeft het hof het vonnis bevestigd, met enkele aanpassingen. Het hof heeft een nieuw bewijsmiddel toegevoegd, namelijk een proces-verbaal van verhoor van 18 april 2023, waarin een getuige verklaart over de omstandigheden van de zaak. Het hof heeft ook besloten het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte op te heffen, met ingang van het moment waarop de duur van de ondergane voorlopige hechtenis gelijk is aan de duur van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffier aanwezig.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-002701-21
datum uitspraak: 12 december 2023
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 27 september 2021 in de gevoegde strafzaken onder de parketnummers 13-085392-21 en 13-084110-21 tegen
[verdachte01],
geboren te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ) op [geboortedatum01] 1976,
thans gedetineerd in PI [detentieadres01] .

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
28 november 2023 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsman -die op de voet van artikel 509c jo 509a van het Wetboek van Strafvordering als zodanig is aangewezen- naar voren heeft gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bevestigen.

Vonnis waarvan beroep

De behandeling van de zaak in hoger beroep heeft het hof niet gebracht tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van de rechtbank, zodat het vonnis waarvan beroep zal worden bevestigd, met dien verstande dat het hof:
  • het navolgende bewijsmiddel toevoegt;
  • zal bepalen dat het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte wordt opgeheven met ingang van het tijdstip waarop de duur van de ondergane voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de duur van de tenuitvoerlegging van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf;
  • artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht toevoegt aan de toepasselijke wettelijke voorschriften.

Toevoeging van een bewijsmiddel

-
Een proces-verbaal van verhoor van 18 april 2023, opgemaakt door mr. G.M. Boekhoudt, raadsheer-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in het gerechtshof Amsterdam.
Dit proces-verbaal houdt in, voor zover van belang en zakelijk weergegeven, als de op 18 april 2023 tegenover de raadsheer-commissaris afgelegde verklaring van
[getuige01] :
Ik lag meteen op de grond en hij [het hof begrijpt: de verdachte] had mij meteen in een nekklem. Hij was heel groot en heel zwaar en had heel veel kracht. Ik ben over de grond gekropen om te proberen onder hem uit te kruipen. Op dat moment kreeg hij meer ruimte waardoor hij de nekklem vaster kon aanleggen. Ik raakte toen nog meer in paniek, omdat het lang duurde. Ik hoor de raadsheer-commissaris vragen of ik ademnood heb gehad. Ja, hij kon dus op enig moment de nekklem strakker aantrekken. Toen kwam hij ook meer over mij heen te liggen. Ik kreeg echt een tijdje geen adem meer.

BESLISSING

Het hof:
Bevestigthet vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Heft ophet bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van het tijdstip waarop de duur van de ondergane voorlopige hechtenis gelijk wordt aan de duur van de tenuitvoerlegging van de onvoorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.L.M. van der Voet, mr. D.A.C. Koster en mr. G.J.M. Kruizinga, in tegenwoordigheid van mr. S. Bonset, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
12 december 2023.