ECLI:NL:GHAMS:2023:3044
Gerechtshof Amsterdam
- Raadkamer
- A.W.T. Klappe
- E. van Die
- M. van der Horst
- Rechtspraak.nl
Verzoek schadevergoeding en rechterlijke machtiging in het kader van voorlopige hechtenis en zorgmachtiging
In deze zaak heeft het Gerechtshof Amsterdam op 21 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beschikkingen van de rechtbank Amsterdam van 12 april 2023. Het betreft een verzoek om schadevergoeding op basis van de artikelen 530 en 533 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) en de oplegging van een rechterlijke machtiging als bedoeld in artikel 2.3 lid 2 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wfz). De appellant, geboren in 1988, had schadevergoeding aangevraagd voor de schade die hij stelt te hebben geleden door zijn voorlopige hechtenis en de daaropvolgende zorgmachtiging. Het hof heeft vastgesteld dat de appellant op verdenking van huiselijk geweld en vernieling op 30 oktober 2021 is aangehouden en tot 13 mei 2022 in voorlopige hechtenis heeft gezeten. De rechtbank had eerder de verzoeken om schadevergoeding afgewezen, met de motivering dat de zorgmachtiging niet als een strafrechtelijke maatregel kan worden aangemerkt. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd en geoordeeld dat er geen gronden van billijkheid zijn voor schadevergoeding voor de dagen dat de appellant van zijn vrijheid was beroofd. Echter, het hof heeft wel gronden van billijkheid aanwezig geacht voor de toewijzing van een vergoeding van € 340,00 voor gemaakte kosten van rechtsbijstand in de verzoekschriftprocedure. De beslissing is genomen in het kader van de integrale afweging tussen straf en zorg, waarbij het hof de omstandigheden van de zaak in overweging heeft genomen.