Uitspraak
Onderzoek van de zaak
Vonnis waarvan beroep
Oplegging van straf
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Vordering tenuitvoerlegging
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
Gerechtshof Amsterdam
Op 9 augustus 2023 heeft het Gerechtshof Amsterdam uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 14 december 2021. De zaak betreft een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan winkeldiefstal van vier besteksets van de Hema. De rechtbank had de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel. In hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd het vonnis te bevestigen, terwijl de raadsman een deels voorwaardelijke straf heeft verzocht met de verplichting tot begeleid wonen. Het hof heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden van de verdachte in overweging genomen en oordeelt dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één maand passend is.
Daarnaast is er een vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke ISD-maatregel aan de orde. Het openbaar ministerie heeft deze vordering toegewezen, maar de raadsman heeft verzocht deze af te wijzen, gezien de recente ontwikkelingen in de zaak van de verdachte. Het hof heeft besloten de vordering tot tenuitvoerlegging af te wijzen, omdat de verdachte recent een nieuw strafbaar feit heeft gepleegd dat nog behandeld moet worden. Het hof oordeelt dat het toewijzen van de vordering de beoordeling van de ISD-maatregel zou kunnen doorkruisen.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank vernietigd ten aanzien van de strafoplegging en de vordering tot tenuitvoerlegging, maar bevestigt het vonnis voor het overige. De uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met inachtneming van de relevante wettelijke voorschriften.