ECLI:NL:GHAMS:2023:2909

Gerechtshof Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2023
Publicatiedatum
30 november 2023
Zaaknummer
23-001832-23
Instantie
Gerechtshof Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de verdachte in hoger beroep wegens niet-handhaving

In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 8 juni 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 2004 en zonder bekende woon- of verblijfplaats, had hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de politierechter. Tijdens de zitting op 16 november 2023 heeft het hof kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die verzocht om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep op grond van artikel 416 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering.

De verdachte had op 21 juli 2023 een schriftelijke verklaring afgelegd waarin hij aangaf het hoger beroep niet te willen handhaven. De raadsman van de verdachte was echter niet op de hoogte van deze verklaring tijdens de zitting op 25 juli 2023, waardoor de door hem opgegeven bezwaren tegen het vonnis niet als gedaan konden worden beschouwd. Het hof oordeelde dat de schriftelijke verklaring van de verdachte de bezwaren van de raadsman overstemde. Gezien het feit dat er geen rechtens te respecteren belang was dat diende met nader onderzoek van de zaak, heeft het hof besloten de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep.

De beslissing van het hof is als volgt: de verdachte wordt niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep. Deze uitspraak is gedaan door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, met de betrokken rechters en griffiers aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

afdeling strafrecht
parketnummer: 23-001832-23
datum uitspraak: 16 november 2023
VERSTEK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 8 juni 2023 in de strafzaak onder parketnummer 13-131159-23 tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 2004,
adres: zonder bekende woon- of verblijfplaats.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.

Onderzoek ter terechtzitting

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 16 november 2023.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaart in het hoger beroep op grond van art. 416 lid 2 Wetboek van Strafvordering.

Ontvankelijkheid van de verdachte in het hoger beroep

Blijkens de schriftelijke verklaring als bedoeld in artikel 451a Wetboek van Strafvordering van 21 juli 2023 wenst de verdachte het hoger beroep niet te handhaven. De raadsman van de verdachte was met die schriftelijke verklaring van de verdachte op de zitting van 25 juli 2023 niet bekend. De door de raadsman op die zitting tegen het vonnis opgegeven bezwaren moeten daarom worden geacht niet te zijn gedaan, althans door de schriftelijke verklaring van de verdachte te worden overstemd. Daarom zal de verdachte, nu ook overigens niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig nader onderzoek van de zaak, gelet op het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, niet-ontvankelijk worden verklaard in het ingestelde hoger beroep.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. N. van der Wijngaart, mr. W.S. Ludwig en mr. D.A.C. Koster, in tegenwoordigheid van
mr. C.H. Sillen en mr. M.C. de Rade, griffiers, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 16 november 2023.