In deze zaak heeft het gerechtshof Amsterdam op 16 november 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam, dat op 7 juli 2023 was gewezen. De verdachte, geboren in 1997 en thans gedetineerd, had hoger beroep ingesteld tegen het eerder genoemde vonnis. Tijdens de zitting op 16 november 2023 heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de verdachte niet-ontvankelijk zou worden verklaard in het hoger beroep. Dit verzoek was gebaseerd op het feit dat de raadsvrouw van de verdachte op 3 november 2023 per e-mail had aangegeven dat de verdachte het hoger beroep niet wilde handhaven. Hierdoor werd de verdediging geacht de eerder ingediende bezwaren tegen het vonnis in te trekken. Het hof oordeelde dat er geen rechtens te respecteren belang was dat een nader onderzoek van de zaak rechtvaardigde. Gelet op artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, werd de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het ingestelde hoger beroep. De beslissing werd genomen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarbij de uitspraak op de openbare terechtzitting werd gedaan.